De leugen over de pensioenleeftijd

De Wereld Morgen

De slag om de pensioenleeftijd: tussen demografie en demagogie

Zowat alle partijen hebben in de vroegere of de huidige verkiezingsprogramma’s voorgesteld om de pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting. ‘Als het over vergrijzing gaat, horen we steevast één geluid. De klok tikt ongenadig, we moeten ingrijpen en wel nu’. Kim De Witte (PVDA) is het daar niet mee eens.

Kim De Witte is een slimme mens. En hij heeft gelijk. Dat we langer moeten werken om de pensioenen betaalbaar te houden is een leugen. Het lijkt logisch, en veel mensen trappen er in. Maar het is niet juist.

Alle geld komt voort van productie (en consumptie, maar die speelt hier minder mee). Ook het geld voor de pensioenen. Als er evenveel geproduceerd wordt, is er evenveel geld voor de pensioenen. Ook als er evenveel geproduceerd wordt door minder mensen. En precies dat is nu het geval. Door de technologische ontwikkelingen stijgt onze productiviteitsgraad. En waar er, bijvoorbeeld, vroeger twee werkers nodig waren om één pensioen te betalen, komen we nu toe met één werker. Of nog: er wordt op dit ogenblik, ook met de vergrijzing, niet minder geproduceerd, en dus is er evenveel geld. Als er méér geproduceerd wordt, is er geld voor méér pensioenen. Door de vergrijzing stijgt het aantal gepensioneerden. Door de stijging van de productie kan dat worden opgevangen. Op dit ogenblik is er voldoende stijging van de productie, en het ziet er naar uit dat we door technologische vooruitgang en robotisering nog grote vooruitgang kunnen maken qua productiecapaciteit per werker. En dus blijven onze pensioenen betaalbaar, ook al zijn er meer gepensioneerden en minder mensen die produceren. Voor wie er aan twijfelt of het nu al zo is dat minder mensen genoeg produceren om meer pensioenen te betalen: het feit dat de rijken spectaculair veel rijker worden, is het beste bewijs dat er voldoende geproduceerd wordt. En dat leidt me tot de volgende bedenking.

Ik geef toe: het voorgaande is slechts theorie. Want in feite is de productie niet enkel gelinkt aan de werker, maar ook aan de kapitalist. Alle geld dat door de productie wordt gegenereerd, gaat dus niet naar de werkers – de mensen die later gepensioneerden zullen worden. Het overgrote gedeelte van dat geld, gaat naar de kapitalisten. Als dat deel te groot wordt, worden de pensioenen inderdaad onbetaalbaar. En ook dat is nu het geval. De groeiende kloof tussen rijk en arm is daar het duidelijkste bewijs van.

Het komt er op neer dat de pensioenen onbetaalbaar zijn omdat de rijken rijker worden. Of nog: de mensen gaan langer moeten werken om de rijken rijker te laten worden.

Dat is ons systeem.

En dat is mijn kritiek op De Witte. Hij eindigt met te zeggen dat we de welvaart eerlijk moeten verdelen. Dat is juist, maar waarom zegt hij er niet bij dat dit in het kapitalisme gewoon niet mogelijk is. Het heet niet voor niets “kapitalisme”. Dat betekent dat het kapitaal in dat systeem de baas is. Of nog: het hele systeem is er op gericht om het kapitaal te dienen. Ik begrijp niet dat De Witte dat niet uit zijn pen krijgt. Is hij geen pvda’er ? Maar ja, ook Peter Mertens lijdt aan dezelfde ziekte. De pvda verraadt zichzelf uit electoraal opportunisme.

Maar, zullen sommigen zeggen: we hebben toch onze sociale zekerheid, en is dat dan geen rem op de verrijking van de kapitalisten ? Krijgen wij, gewone mensen, door de sociale zekerheid niet een groter deel van de koek ? Ja, dat lijkt er op. Maar we moeten goed beseffen dat de sociale zekerheid zich heeft beperkt tot slechts één streek in de wereld: West-Europa. Het verbaast me steeds weer dat niemand zich afvraagt hoe dat komt. Waarom is er niet overal in de wereld een sociale zekerheid ingevoerd ? Wat was er speciaal in West-Europa ? Ik denk dat we het antwoord moeten zoeken in het moment dat onze sociale zekerheid is opgericht: de periode nà de tweede wereldoorlog. Toen ontstond er een speciale economische toestand waarbij er zeer grote nood was aan productie (de vernielingen van de oorlog), maar die productie moest ook geconsumeerd worden. En gezien de verarming van de bevolking moest die speciaal gesteund worden om te kunnen consumeren. Daarbij was er een grote nood aan werkkrachten (velen waren gesneuveld), maar als er op de arbeidsmarkt een grote vraag is en weinig aanbod, krijgen de arbeiders macht. De kapitalisten waren na de oorlog dan ook zeer bekommerd om mogelijke arbeidersopstanden. Dus waren ze bereid grotere kruimels van hun tafels te laten vallen voor de werkers. Dadelijk na de oorlog was er wel grote werkloosheid omdat de economie weer op gang moest komen, maar vanaf 1950 was er een echte krapte om de arbeidsmarkt – die dan leidde tot de invoer van gastarbeiders. Maar dat betekende ook dat de werkloosheidsuitkeringen onbeduidend waren, wat de sociale zekerheid  betaalbaar maakte. Neem daar bij het Marshallpact dat miljoenen in de West-Europese economie pompte, en je krijgt al zicht op het speciale van de toestand.

Daarbij had de West-Europese economie ook bijna geen concurrentie van buiten West-Europa, en waar die er wel was, volstond onze technologische voorsprong om die strijd te winnen.

We krijgen dus een situatie waarin een sociale zekerheid mogelijk was, en waarbij zowel het kapitaal als de gewone mensen er beter van werden.

Maar die tijd is voorbij. Zowat alle speciale omstandigheden zijn weggevallen. We zitten in een geglobaliseerde wereld en krijgen concurrentie van de hele wereld. Onze technologische voorsprong slinkt als sneeuw voor de zon. De Chinezen rennen ons voorbij. De speciale toestand van buitengewone economische groei met een groot tekort aan arbeidskrachten is voorbij. Kortom, wij zijn terug in het gewone kapitalisme terecht gekomen. Het kapitalisme dat in de rest van de wereld is blijven bestaan, en slechts in Europa met het Rijnlandmodel (sociale zekerheid) even een verzachte vorm heeft gekend. Omdat we hier uit die speciale periode komen wordt dit kapitalisme het neokapitalisme genoemd. Maar eigenlijk past die term enkel voor West-Europa.

En dus zijn alle discussies over onze pensioenen, zoals ze nu gevoerd worden, eigenlijk achterhoedegevechten. Onze sociale zekerheid is gewoon niet meer houdbaar, net zoals ze nooit mogelijk is geweest in de rest van de wereld. En met onze sociale zekerheid zijn ook onze pensioenen niet meer houdbaar.

De afbraak van onze sociale zekerheid is bezig. Ze doen die afbraak geleidelijk aan om de mensen te laten wennen aan de verandering. Hier telt het beeld van de kikker die uit het water springt als je hem in heet water zet. Maar als je hem in koud water zet, en dat langzaam verhit, blijft hij rustig zitten en laat zich koken. Dat is nu bezig met onze mensen. En dat heeft niets te maken met de slechte wil van onze politiekers. Links of rechts speelt hier geen rol. Ook de socialistische regering Di Rupo heeft vrolijk meegewerkt aan de afbraak van onze sociale zekerheid. En als je de mensen daar dan ook nog kan aan laten meewerken door een drogreden zoals de onbetaalbaarheid van de pensioenen, wordt het wel heel cynisch.

Het wordt tijd dat we stoppen met de mensen blaasjes wijs te maken. Een echt menswaardige samenleving die op staatsniveau oog heeft voor de zwakkeren (waaronder de ouderen) en de mensen met tegenslagen is binnen het kapitalisme niet mogelijk. Wie voor het kapitalisme kiest moet beseffen dat een sociale zekerheid gewoon niet meer mogelijk is. 

Of, om terug te komen op de pensioenkwestie: ook als de mensen langer zullen werken, zullen de pensioenen onbetaalbaar worden. Is dat niet grappig ?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *