Moet Vlaanderen onderhandelen met de Franstaligen ?

Knack

Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Zijn de Franstaligen klaar voor een staatshervorming?’

‘Kan je tegelijk voor en tegen een staatshervorming zijn? Het lijkt onmogelijk, maar de Franstalige partijvoorzitters kunnen dat.’ Veerle Wouters en Hendrik Vuye over het nieuwjaarsinterview van de Franstalige partijvoorzitters in Le Soir

Ja, zeg, ik kan er ook niets aan doen dat het onland belgië geen regering meer kan vormen en zo in de actualiteit blijft. Eigenlijk ben ik het echt beu om voor de zoveelste maal te pleiten voor de totale afbraak van de belgische constructie. Maar gezien de toestand blijven er artikels hier over verschijnen, en Vuye en Wouters hebben toch altijd wat waardevols te vertellen.

Nu laten de Franstaligen weer een ballonnetje op: ze willen de werkloosheidsuitkeringen laten beperken in de tijd in Vlaanderen, maar niet in Wallonië omdat de economische toestand in de twee landsgedeeltes verschillend is. Maar van een splitsing van het systeem van de werkloosheidsuitkeringen willen ze niet weten, wat dus inderdaad betekent dat Vlaanderen wat het bespaart door de uitkeringen te beperken in de tijd, zal cadeau doen aan Wallonië. Nu zou ik daar nog wel kunnen inkomen. Ik ben voor solidariteit, maar in feite zit er meer achter dan enkel geld, want de PS is al ongeveer dertig jaar aan de macht in Wallonië – dat alleen al zou vragen moeten oproepen – en heeft die macht gevestigd op het cliëntelisme van de Waalse armen. 70 % van de ambtenaren heeft een partij  lidkaart van de PS. Dat zegt genoeg over de macht om zaken te regelen en uitkeringen te “schenken”. Ik wordt er zelfs meer en meer van overtuigd dat de PS eigenlijk geen economische heropleving wil, want dan zou er minder reden zijn om mensen uitkeringen te geven, en zou daardoor de macht van de PS in gevaar komen. 

Di Rupo leidt nu zijn derde Waalse regering. En hij kondigt een enthousiasmerend plan aan dat de problemen zal oplossen. Dat heeft hij ook de twee vorige keren gedaan. Van die plannen is niets in huis gekomen. Je zou kunnen denken dat dit te maken heeft met de lossere aanpak van Zuiderlingen – en dat zal zo wel zijn -, maar het kàn toch niet dat het verschil in bekwaamheid zo groot is ? Ondertussen klagen Waalse ondernemers zelf aan dat de PS niets doet om de economie aan te wakkeren.

En dus wil ik het woord solidariteit niet meer horen als het over Vlaanderen en Wallonië gaat.

En moeten we toch niet ook nog eens opnieuw gaan nadenken over het democratisch deficit van de belgische constructie ? De Vlamingen zijn ver uit in de meerderheid in dit onland.

De officiële bevolkingscijfers op 1 januari 2019: Brussel: 1.200.322 Wallonië 3.630.093 Vlaanderen 6.582.788 Vlaanderen telt dus een beduidende meerderheid, zelfs als je Brussel als volledig Franstalig zou beschouwen.

Maar in de federale regering is er pariteit. Dat betekent dat er evenveel Vlaamse als Franstalige ministers moeten zijn. Daarmee wordt de Vlaamse meerderheid gewoon uitgeschakeld. Of nog: in belgië geldt niet het basisprincipe van elke democratie: één man, één stem. Een Vlaamse stem is minder waard dan een Waalse. De eerste minister valt buiten die pariteit. Dat kan een Vlaming of een Franstalige zijn. Als de eerste minister een Franstalige is, Verdedigers van het systeem zeggen dat het eigenlijk geen belang heeft wie de meerderheid heeft in de regering omdat wordt verondersteld dat iedere minister het algemeen belang nastreeft. Dat is natuurlijk dikke zever. Op de eerste plaats streven zeker de Franstaligen altijd enkel het Waalse belang na. En als het toch zou zou zijn dat iedereen het algemeen belang nastreeft, zou het totaal onnodig zijn om de Vlaamse meerderheid uit te schakelen. Het systeem zelf toont aan dat de Franstaligen niet geloven dat de Vlamingen het algemeen belang zouden nastreven.

Veel mensen weten dit niet, of hebben er niet over nagedacht. Ze weten ook niets over de grendel wetten die er in bestaan dat in de grondwet is vastgelegd dat een aantal zaken slechts kunnen gewijzigd worden als er een meerderheid is in iedere taalgroep, en ook een twee derde meerderheid in het parlement. Ook hier weer wordt de Vlaamse meerderheid uitgeschakeld. En dan is er nog het belangenconflict waarbij een gewest een interne beslissing van het andere gewest kan stop zetten als het denkt dat die ingaat tegen tegen het eigen belang. Wallonië kan dus ingrijpen in beslissingen die het Vlaamse parlement zou nemen. Andersom geldt natuurlijk ook, maar ook hier weer wordt de Vlaamse meerderheid uitgeschakeld omdat Wallonië even veel macht heeft als Vlaanderen, ook al is er een Vlaamse meerderheid in dit onland.

Nu zou ik dat allemaal nog kunnen begrijpen in een confederalistische context: als twee landen met mekaar onderhandelen, vertrekken ze theoretisch ( ! ) op voet van gelijkheid. Maar binnen één democratie ?

Ik kan de Vlamingen in de onderhandelingen met de Franstaligen enkel nog raad geven: ervaring heeft me geleerd dat Franstaligen onbetrouwbaar worden als Franstalige belangen op het spel staan. Daarom had ik zeven aandachtspunten. 

Als een Franstalige onderhandelaar vriendelijk is, moet je goed oppassen, want dan probeert hij je een oor aan te naaien.

Als die Franstalige zegt: “Soyons raisonables”, moet je antwoord zonder nadenken “neen” zijn, want daarmee bedoelt hij dat jij tot nu toe niet redelijk waart, maar nu eindelijk de redelijkheid van zijn stelling moet inzien, en dus moet toegeven.

Wees wantrouwig tegenover een Franstalige die goed Nederlands spreekt. Je denkt dan dat hij zijn best doet om je te begrijpen, maar hij doet zijn best om je te doen geloven dat hij zijn best doet om je te begrijpen.

Zet vier Vlamingen en één Franstalige aan een tafel, en in de kortste tijd wordt er nog enkel Frans gesproken. Op dat ogenblik ben je al gezien, want hij speelt een thuismatch, en jij op verplaatsing. Spreek dus enkel Nederlands.

Pas op met vertalingen. De Franstalige zal altijd proberen om de basistekst van het akkoord in het Frans op te stellen (dat krijg je als je als Vlaming Frans spreekt.) Die tekst moet dan vertaald worden. Jij denkt dan dat je Vlaamse tekst duidelijk is, en dat de Franstalige het met die interpretatie eens is. Maar al dan niet met opzet, is er discussie mogelijk over de vertaling, en dan zal de Franstalige beroep doen op het feit dat de basistekst in het Frans is opgemaakt, om zijn interpretatie als de enig juiste te laten gelden.

Pas goed op als je compromissen sluit en afspraken maakt die in de toekomst moeten worden waar gemaakt. De Franstalige zal je vragen om toegevingen te doen die dadelijk moeten worden uitgevoerd. De toegevingen die hij doet, zullen in een verdere toekomst moeten gebeuren. Jij voert dan de afspraak uit, maar als het tijd wordt voor de uitvoering van de toegeving van de Franstaligen, zijn de omstandigheden veranderd, zodat de afspraak niet meer geldt, of is de uitvoering niet meer mogelijk, waarbij de Franstalige de hem gegunde tijd zal gebruikt hebben om de omstandigheden te veranderen of de uitvoering onmogelijk te maken. Tenslotte: als je denkt dat een Franstalige je bondgenoot is omdat je beiden dezelfde visie hebt, besef dan dat dit bondgenootschap slechts geldt, zolang er geen Franstalige belangen in het spel komen.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *