Raar volk, die mystici. Kunnen we er iets van leren ?

Ignis

 Willem Lemmens

Mystica Simone Weil: ‘De enige grote geest van haar tijd’

Wat kunnen wij stellen tegenover het kwaad? Simone Weil formuleerde een antwoord: geef je over aan het absoluut goede (God) – en daarin ging zij wel erg ver

Mystici roepen vragen op. Ze denken zelf misschien dat ze eerst en vooral vragen oproepen over God, maar nuchtere mensen stellen zich eerst en vooral vragen over de gemoedstoestand, over de psychologie van die rare mensen. Voor mijn part herkent een psycholoog er hysterie.

Er is een tijd geweest dat dit genoeg was voor mij om ze nogal belachelijk te vinden en alle interesse weg te nemen.

Nu ben ik ouder en wijzer geworden – althans dat denk ik van mezelf. Misschien herkent een psycholoog hier wel arrogantie in.

Nu doe ik bij de idee van hysterie bij een mysticus, een Mitterandje: “et alors ? “

Wat er psychologisch bij die mensen gebeurt als ze een mystieke ervaring hebben, is vanuit het standpunt van de “normale” gelovige niet interessant.

Een normale gelovige is iemand die gelooft, maar heel zijn leven op zoek blijft naar wat hij eigenlijk gelooft. Want hij gelooft in God, en die is onkenbaar. Wie zeker is van zijn geloof, is géén gelovige. Hij zoekt niet meer. Wie niet meer zoekt, blijft arm. Geestelijk arm.

Dat is een van de verschrikkelijke ziektes van nogal wat jonge priesters van deze tijd: ze wéten het ! Ze zijn door een bisschop gewijde wokers, officieel in dienst van een kerk die nog altijd niet beseft waar ze eigenlijk mee bezig is.

Maar goed: terug naar het “normale”.

Als ik de normale gelovige beschrijf als een zoeker zijn mystici extreem normale gelovigen.

Je moet deze tekst van Willem Lemmens goed lezen. Herken dan de woorden “mystieke zoektocht”,“queeste”,  “zuivering”, “weg”, “in toenemende mate”…

Als je haar leven overloopt, zie je een constant veranderen: van agnostisch Joods naar christelijk; van communistische strijdster naar arbeidster, gericht op “mede-lijden”; naar strijdster in het verzet tegen de Duitsers; naar opnieuw mede-leven met de lijdenden.

En ja, het is allemaal extreem. Ze is zeker zo extreem christelijk als een islamtische terrorist.

Dat extreme maakt haar nog geen mystica. De mystica (in deze wook-tijd moet ik ook mysticus zeggen ! ) kenmerkt zich door intense ervaringen waarin zij contact met God herkent. Om duidelijker te zijn: zij ervaart God.

Dit moet ik verduidelijken.

Als je aan het begrip God denkt, vergeet dan  de idee van iets/iemand die vanuit ergens/overal… de wereld bestuurt; leefregeltjes uitvindt; een leven na de dood garandeert nadat hij even de toga van een rechter heeft aangetrokken.

Het woord God betekent niets anders dan ‘totale overgave”. God is in zich het extreemst mogelijke extremisme, waarbij de mens zich helemaal aan hem overgeeft. Hij wordt de allesbepalende factor in het leven. Hij wordt dat waar de mens voor leeft.

De vraag blijft dan: maar wat is dat dan ?

Op die vraag geeft Jezus het antwoord: God is liefde.

Als een mysticus zegt: “ik heb God lief”, zegt hij: “ik heb de liefde lief, met heel mijn hart, met heel mijn ziel, met alles wat in in mij heb… en ik wil voor niets anders meer leven”. En die liefde is de meest extreem mogelijke liefde: de totale onvoorwaardelijke liefde; de liefde voor de mens die geen liefde waard is; de liefde die geen wederliefde verlangt; de liefde voor de vijand. Ik moet eerlijk zijn: ik kan dit hier wel schrijven als concept, maar wat het ten diepste betekent weet ik niet, omdat ik er gewoon niet toe in staat ben.

Als je consequent gaat proberen om zo te leven, blijf je inderdaad geen strijdende in de oorlog tussen de klassen. Je hebt het niet meer over de strijd tegen de armoede, tegen onrecht… Liefde strijdt niet. Dan ga je de arme, de mens die onrecht wordt aangedaan gewoon beminnen, met heel je hart, met heel je ziel, met alles wat je in je hebt. Je wordt slaaf met de slaven en Portugese visser met de Portugese vissers…

Je gaat macht niet meer bestrijden met macht.

Je gaat de weg van Jezus naar zijn kruis.

Ik ben geen mysticus. Als ik het al zou willen, ik kan het niet. En ik weet niet of ik het zou willen.

Moet ik me dan zomaar laten doen ? Moet ik na de ene wang ook de andere aanbieden, en daarna weer de ene… de andere… altijd opnieuw. ?

Hadden we ons niet militair moeten verzetten tegen Hitler ?

Alles in mij zegt dat het juist was om dat te doen.

In mijn boek Eutopia en in mijn blogs voel ik me een strijder tegen het kapitalisme. En toch: als christen probeer ik wel te strijden tegen het systeem, maar niet tegen de mensen. Als ik De Croo tegenkom is dat natuurlijk wel even te moeilijk.

Al lijkt verzet tegen onrecht en strijd tegen armoede voor een sociaal mens een evidentie, is het dat wel ?

Ghandi wordt wereldwijd geëerd om zijn geweldloos verzet. Het is duidelijk dat ook hij heeft geworsteld met de vraag “wat te doen tegen macht ?” Zijn antwoord, “geweldloos verzet” kan je zien als een compromis tussen het extremisme van de christelijke mysticus en de overtuigde communist die geweld niet schuwt als het hem korter bij de ideale samenleving brengt. Als boeddhist heeft hij het over vrede, daar waar de christen het over liefde heeft, maar zowel boeddhisme als christendom worstelen met dezelfde vragen.

Zou de wereld er beter uitzien als iedereen christelijk mysticus zou zijn ? Beter zeker, maar ik heb zo’n vermoeden dat mystici ook wel vermoeiende mensen kunnen zijn. Zelfs wie, uit liefde, kan opstijgen van de aarde, komt vroeg of laat terug met zijn voetjes op de grond en blijkt dan irritant te slurpen bij zijn soep…

Maar het zal nog wel even duren voor de mensheid doordrongen is van christelijk mysticisme.

Mijn mystieke ervaringen, beperken zich tot zelfvergeten opgaan in muziek. En ik ben God niet.

God en zijn mysticus zullen het mij vanuit hun grote liefde dan ook wel vergeven dat ik de mystieke hoogtepunten niet bereik, en zelfs dat ik af en toe wild rond me heen sla.

Maar het kan toch geen kwaad, en het is zelfs noodzakelijk om geregeld opnieuw mijn denken en voelen in contact te brengen met God, de liefde, als doel van mijn leven. Dagelijkse beslommeringen, de onnozelheid en intellectuele oneerlijkheid van belgicisten, de strijd tegen het kapitalisme… nemen me zo in beslag dat ik de neiging heb om te vergeten waar het echt om gaat.

Daarom is het goed dat ik wekelijks deze blog schrijf.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *