Doorbraak
Je moet het artikel van Kint niet lezen om te weten dat hij nooit iemand is tegengekomen die het antwoord wist. Hij heeft pech gehad. Hij is mij niet tegengekomen.
Wat is typisch aan een katholieke school ?
Prof. Bulckens gaf daarop het antwoord ‘Een katholieke school is allereerst een school.’
Dat is natuurlijk onvoldoende. Het moet allereerst een goede school zijn; een school die didactisch en pedagogisch op een hoog peil werkt. De school moet excelleren in het aanbieden van kennis en de manieren om die te verwerven, maar ook een omgeving zijn waarin jonge mensen zich sterk gesteund voelen in hun groeien naar volwassenheid als persoon. Een christen/katholiek kan vanuit zijn engagement niet anders dan er alles aan doen om een excellente school te vormen. In het christendom/katholicisme is er plaats voor zwakheid; niet voor middelmaat. Ah ja, want als er één “wezen” is dat per definitie niet middelmatig is, is het God.
Neen, dat is nog niet typisch katholiek, maar een school kan zich wel niet katholiek noemen als ze die uitmuntendheid niet geëngageerd nastreeft.
We gaan al meer de katholieke kant uit als die school een duidelijk spiritueel en ideologisch profiel moet hebben. Een katholieke school is geen neutrale school. Ze is geen amalgaam van allerlei levensbeschouwingen die gelijkwaardig naast mekaar staan.
Levensbeschouwingen kunnen niet gelijkwaardig zijn, want ze horen altijd bij een mens, en die mens beleeft juist die levensbeschouwing en geen andere omdat hij zijn levensbeschouwing “beter” vindt.
Voor de gelijkheidsfanatieke dwazen onder jullie: dat ik mijn levensbeschouwing superieur vind, betekent niet dat ik neerkijk op andere levensbeschouwingen. Ik kan de waarde van andere levensbeschouwingen inzien. Alleen vind ik de mijne meer waard. Anders zou het de mijne niet zijn. Maar mijn christelijke (waar de katholieke toe behoort) levensbeschouwing gebiedt me om voor iedereen respect te hebben, ook voor mensen met een andere levensbeschouwing.
Dat ik respect moet hebben voor ieder mens, betekent nog niet dat ik respect moet hebben voor àlle levensbeschouwingen. Zelfs de meest fanatieke gelijkheidsdenker, zal – vermits hij een zich links wanende is – het met me eens zijn dat het nazisme geen aan te bevelen levensbeschouwing is.
Een en ander betekent dat de katholieke school de katholieke levensbeschouwing moet meegeven; en geen andere. Ze moet de leerlingen opvoeden tot katholieken. Wie zich daar niet kan in vinden, hoort niet in een katholieke school.
Dat betekent niet dat iedere leerling aan het einde van de rit ook katholiek moet zijn, want het respect voor de mens waar ik het zo juist over had, houdt ook in dat de katholieke school respect moet hebben voor leerlingen die in hun persoonlijke evolutie een eigen weg gaan.
Anders gesteld: de katholieke school moet leerlingen helpen om de katholieke levenshouding te interioriseren, maar moet tegelijkertijd ook het zelfstandig denken en ontwikkelen van de leerling stimuleren en dus ook respecteren als die interiorisatie niet gebeurt.
Dit houdt in dat de dialoogschool van Boeve nonsens is. In een katholieke school moeten geen moslims zitten die dan in dialoog gaan met de katholieken …
Dialoog is nodig, maar dan tussen de leerlingen die in de hogere graad al dan niet en in verschillende mate het katholicisme hebben aanvaard.
Als die interiorisatie goed is gebeurd zal ze inhouden dat de gevormde katholiek sowieso respectvol moet samenwerken met andersdenkenden.
Een katholieke school moet dus niet per se katholieken afleveren, maar wie er afstudeert moet wel het katholicisme grondig kennen en begrijpen en als hij er niet in mee stapt, zijn keuze wel kunnen be-argumenteren en verantwoorden.
Maar wat is nu het diep eigene van die school ?
Het antwoord is niet moeilijk: ze is doordrongen van de boodschap van Jezus. Ze aanvaardt God en de visie van Jezus op God.
Er zijn veel verschillende godsbeelden. Jezus zelf gebruikt bijvoorbeeld zowel het “goed vadertje” als de “goede herder”.
Maar àltijd gaat het over transcendentie. Het aanvoelen van “iets” wat de mens – mij – overstijgt; iets waardoor ik mijn kleinheid ervaar en waarbij ik niet anders kan dan me er aan overgeven.
De moderne, areligieuze mens, gericht op consumeren, genieten, aanzien, ambitie … is dat aanvoelen van transcendentie kwijt. Hij is zelf de as waarrond zijn bestaan draait.
Om de leerling gevoelig te maken voor de transcendentie zal de katholieke school ze naar de top van bergen brengen, niet als sportieve prestatie, maar om er te bidden, zoals Jezus de berg op ging om er te bidden. Ze zal leerlingen op een rots aan zee laten zitten om zich een uur lang te laten doordringen van een beeld van oneindigheid. Ze zal leerlingen op hun rug in het gras laten liggen om in stilte naar een schitterende sterrenhemel te kijken …
De leerlingen zullen de kosmos niet enkel zien als een wetenschappelijk vraagstuk maar ook als een onbegrijpelijk mooie ervaring.
Deze natuur ervaringen vallen niet zo maar samen met transcendentie, maar ze kunnen wel helpen om er voor open te komen.
De katholieke school zal leerlingen inwijden in religieuze muziek, poëzie … en alle leerlingen zullen bij afstuderen graag intens beschouwend naar de Piéta van Michelangelo kijken; ook zij die tenslotte toch niet katholiek zijn geworden.
Ze zal leerlingen leren mediteren; beschouwend lezen, kijken en luisteren; gevoelig maken voor rituelen en schoonheid van liturgie.
Maar de katholieke school zal de transcendentie ook verbinden met de boodschap van Jezus: God is Liefde.
Liefde is de beleving van transcendentie onder mensen. Ook bij de liefde is het ik niet meer de as waar alles rond draait.
Die liefde zal concreet leiden tot onuitputtelijke aandacht voor het vormen klasgemeenschappen. Leerlingen zullen niet gemotiveerd worden door concurrentie, maar ze zullen opgeroepen worden om mekaar te ondersteunen, zowel in het verwerven van kennis als in hun groei naar volwassenheid. Een klas moet het onverdraaglijk vinden dat een van hen niet zou slagen (Pater Luc Versteylen sj), of dat een van hen zou verloren lopen in een verslaving.
“Plus est en vous” wordt “Plus est en nous”.
De aandacht voor de liefde zal ook aandacht hebben voor de “wereld”.
De aandacht van Jezus voor de armen zal doorgegeven worden aan de leerlingen. Sociaal engagement in alle mogelijke vormen, aangepast aan de persoonlijkheid, van de leerling zal gestimuleerd worden.
Natuurlijk is sociaal engagement op zich niet (meer) enkel eigen aan de volgeling van Jezus. Maar als dit engagement wordt beleefd als een antwoord op een oproep, verandert het karakter er van. Het verdiept; zeker als die oproep van Jezus/God komt.
Tenslotte: wie op deze manier naar de katholieke school kijkt, zal inzien dat dit een “aparte” school vraagt. Een “katholieke schoolopvoeding” is niet mogelijk in staatsonderwijs.
PS Tijdens het schrijven van deze blog zat ik voortdurend met de neiging om het woord katholiek te vervangen door christelijk. Katholiek blijft natuurlijk verbonden met een kerk die nogal dikwijls naast de pot gepist heeft. Maar in de context van ons onderwijs kan je natuurlijk niet heen om het katholieke net. De katholieke kerk mag (en moet) dus onderwijs organiseren. Maar de diepste eigenheid is het christelijke er van.