Het zoogdier zoogt. De mens zoogt. Dus de mens is een zoogdier.
De mens is een zoön. Het dier is een zoön. Dus: de mens is een dier.
Na dit geniaal syllogisme gaan zich een dier voelende mensen allerlei argumenten zoeken om hun stelling te staven.
Het dier is een zoön. De mens is een zoön Dus: het dier is een mens.
Na dit geniale syllogisme gaan de zich een mens voelende dieren hun dieren als mensen behandelen. En worden dan opgevreten.