Bezieling
Erik Borgman
Mysterieus antwoord
Erik Borgman kijkt terug naar zijn eerste column voor deze website. Het brengt hem tot overpeinzingen over de mysterieuze verborgenheid van de verhalen die wij uiteindelijk zijn, de ruimte die daarvoor wordt gelaten en de mystiek als sleutel om het belang hiervan te zien
“Religies … houden het besef levend dat er altijd een nog niet verteld, verborgen verhaal is. In elk mensenleven, in elk leven, in alles wat bestaat.”
Een verhaal is geen verhaal als er niet ergens iets mis loopt. Geen enkel mens loopt enkel over rozen. Altijd zijn er ook de doornen. Niet elk verhaal loopt uit op een gelukkig einde. Maar zolang dat einde er niet is, is er de hoop. Anders zouden we het verhaal niet beluisteren tot zijn einde.
Een goed verhaal is gelaagd. Er gebeurt van alles tegelijkertijd. Terwijl er iets mis loopt, is er toch ook altijd iets wat goed gaat. Of andersom.
Het leven wordt soms voorgesteld als een lijn die op en af gaat. Dat is toch een beetje te simpel: er zijn altijd verschillende lijnen. Terwijl de ene lijn naar boven gaat, kan een andere naar beneden gaan.
Bach heeft in zijn fuga’s daarvan muziek gemaakt. Misschien is het wel juist daardoor dat zoveel mensen zoveel houden van Bach.
Hoe ouder ik word, hoe meer lijnen ik begin te zien.
Alle lijnen zijn niet altijd even dik. We hebben de neiging om te focussen op wat op dit ogenblik de dikste lijn is; op de bovenlijn. Maar als we ten volle willen leven moeten we op een of andere manier zoveel mogelijk lijnen in het vizier houden.
Wie bij Bach de benedenlijn uit het oog verliest, verliest de samenhang.
Die benedenlijn van Bach doet me denken aan een ander beeld; dat van een diepe rivier.
Aan de oppervlakte kan het water door weer en wind woelig zijn. Maar in de diepte is er een onderstroom die gestaag, rustig, onverstoorbaar, zijn weg zoekt naar zee.
Bij oppervlakkige mensen kan je je afvragen of er wel een diepe onderstroom is.
Spiritualiteit is een creëren van zo’n onderstroom, een zoektocht er naar, een poging om in contact te blijven er mee.
Zich goed of slecht voelen speelt zich af aan de oppervlakte.
Het geluk ligt in de onderstroom.
Maar terug naar onze verhaallijnen.
En ja dus: ook als het niet goed gaat, is er ook altijd nog iets moois. Het is belangrijk om dat mooie in het oog te blijven houden.
Andersom is natuurlijk ook weer waar. Als het wél goed gaat, is er ook altijd iets wat minder is. Of dat mindere zit er aan te komen.
Het is belangrijk om ook als het goed gaat, besef te hebben van dat mindere.
Neen, dat maakt me niet depressief. Integendeel: het vergroot de dankbaarheid voor het goede.
Karnaval is een feest waarbij mensen uit de bol gaan. Ze weigeren nog te denken aan het triestige.
Ik gun hen dat het lukt. Misschien is het soms echt wel nodig. Maar het echte geluk ligt in de aanvaarding dat geluk nooit volmaakt is en het besef dat ongeluk nooit totaal is.
Streven naar het volmaakte geluk staat gelijk met streven naar de volmaakte mens. Dat is nogal hoogmoedig. Ik ben God niet.
Natuurlijk mag ik streven naar zoveel mogelijk geluk. Maar als ik dat “zoveel mogelijk” vergeet, zal ik nooit menselijk gelukkig zijn.
In het zinnetje waarmee ik deze blog begonnen ben, gaat het over een “nog niet verteld, verborgen, verhaal”. Dat gaat over de toekomst.
Ook dat verhaal in de toekomst zal gelaagd zijn. Maar de idee houdt wel in dat er altijd een toekomst is.
In de religie wordt die toekomst nogal ver doorgetrokken. Tot in de eeuwigheid.
Tot in zee.
Je kan een en ander herkennen in het verhaal van Jezus met een extreem dieptepunt: zijn kruisdood. Extremer konden de Joden niet bedenken.
Tegenover dat extreem dieptepunt moest dan ook het extreme hoogtepunt staan: de verrijzenis.
In een vorige blog heb ik gesteld dat ik niet weet of er leven is na de dood. Zelfs als religieus mens ben ik niet verplicht om zo extreem te denken.
Maar religie is zelf ook een verhaal en als dat verhaal me er toe brengt om de kern van de zaak in het oog te krijgen, is religie waardevol, ook al is dat extreme niet dadelijk op mij van toepassing.
Het klinkt misschien raar: maar als ik niet het extreme dieptepunt moet beleven zoals Jezus, waarom zou ik dan kunnen rekenen op het extreme hoogtepunt ? Herlees mijn blog van 11 februari.
In mijn blog van vandaag, van tot hier 722 woorden, heb je al gelezen: “focussen”, “in het vizier houden”, “in het oog houden”, “beseffen” …
Dàt is spiritualiteit: een vorm van geestelijke discipline die een focus blijft vasthouden. In religie is dat de focus op menselijkheid, ingebed in transcendentie. Wat ik hierboven schreef is daarvan een toepassing.
Wie die toer wil opgaan mag van mij spreken over een “meta”perspectief, een vogelperspectief. Voor de absolute hedentendager: een droneperspectief.
De muziekliefhebber mag het ook hebben over een “Bach”perspectief.
Borgman gaat in zijn column naar een vorm van natuurmystiek: “Jezus … vroeg aandacht voor de schoonheid van de bloemen van het veld en de overlevingskracht van vogeltjes …”
Welnu, wie de geestelijke discipline ontwikkelt die hem toelaat om ook in barre tijden nog te kunnen focussen op de schoonheid van een bloem en een vogeltje, schrijft een lijn in zijn verhaal die het rijker maakt. Maak er een fotootje van.
Jezus kende Bach nog niet. Maar wie ook in barre tijden nog kan focussen op Bach verrijkt zijn verhaal.
Die lijn heft de negatieve lijn niet op, maar ze maakt wel dat er niet enkel meer de triestigheid is. En vermits de lijnen van het leven op en af gaan, zal ooit de vogeltjes- of Bachlijn weer de bovenlijn worden.
Voor mijn part mag je die vogeltjes of Bach ook vervangen door de liefde voor of van een beminde; een kind bijvoorbeeld. Misschien zijn ze er wel alle drie.
Ontwikkel een spiritualiteit.
Focus.
Meta-perspectief.
Transcendentie.
Zo schrijf je een prachtig verhaal, ook al is het soms droevig.
PS. Morgen nog een bijpassende bedenking.