Bidden

Het zal je misschien verwonderen, maar er zijn mensen die deze blogs lezen. Zelfs die op zondag.

Soms kom ik zo iemand tegen en nu kreeg ik plots de vraag: “Jij schrijft er wel over, maar bid jij ook ?”

Oei !

Als je bedenkt dat ik wel eens beweer dat ik God voor  niets nodig heb; dat je in mythologische taal zit van het moment dat je het woord God gebruikt … lijkt bidden niet zo evident. Lees verder “Bidden”

God nodig hebben is de hoogste volmaaktheid van een mens (Kierkegaard)

… God wil door een mens gekend worden om zo een nieuwe mens te scheppen.

Laat ons dan nu eens aannemen dat een mens zonder kennis van God zichzelf net zo goed zou kunnen veredelen en ontwikkelen als mét kennis van God … 

Als je even ver zou kunnen komen door jezelf te kennen als door God te kennen, wat zou je dan kiezen ?

Zelfs binnen de sfeer van het menselijke zou je voor het laatste kiezen. Als je immers in eenzaamheid net zo ontwikkeld zou kunnen worden als door een mens te leren kennen tot wie je je van ganser harte aangetrokken voelt, zou je er toch voor kiezen om die andere mens te leren kennen ? Lees verder “God nodig hebben is de hoogste volmaaktheid van een mens (Kierkegaard)”

Religie en jongeren die de school verlaten zonder diploma

Gisteren ben ik op zoek gegaan naar verklaringen voor het feit dat een verontrustend aantal jongeren onze scholen verlaat zonder diploma.

Je kan natuurlijk zeggen dat ik doordraaf als ik ten gronde uitkom bij de teloorgang van religie. Ik draaf graag door. 

Ik ben gelovig, christelijk. Dat christelijke is belangrijk, want door het zo stellen neem ik afstand van het katholieke en nog meer van een ideologie als de islam.

Belangrijk is het onderscheid tussen religie en godsdienst. Lees verder “Religie en jongeren die de school verlaten zonder diploma”

Allen naar de maan

Vorige donderdag vierden katholieken de “Hemelvaart” van Jezus.

Handelingen 1, 9-13

Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen.  10Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen,  11die zeiden: “Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan.” 

In het Nieuwe Testament staan er verschillende vermeldingen van  de Hemelvaart. Ik kies voor deze in de Handelingen van de Apostelen omdat het de enige versie is met de twee engelen, mannen in witte gewaden. Ze maken het verhaal poëtischer. Lees verder “Allen naar de maan”

Het Aards Paradijs

Vorige zondag had ik het over het thema tuinman in het verhaal van het Aards Paradijs.

Dat verhaal heeft natuurlijk nog veel andere lagen.

Toen bracht Jahwe God de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en te beheren. 

De tuin van Eden is het Aards Paradijs, plaats van geluk.

God wil dat de mens gelukkig is. Niet later in de hemel, maar nu ”aards”, op aarde.  Lees verder “Het Aards Paradijs”

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: ‘Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!’ –

Van middag – lang reeds was hij heengespoed –
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.

‘Waarom,’ zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
‘Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?’

Glimlachend antwoordt hij: ‘Geen dreiging was ’t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.’ 

(Door P.N. van Eyck, plagiaat van een oud Oosters verhaal.)

Isfahan of Esfahan (Perzisch: اصفهان) is een stad in Iran met 1,8 miljoen inwoners (2011) en is daarmee de op twee na grootste stad van Iran. De stad ligt ongeveer 340 km ten zuiden van Teheran. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Isfahan. (Wikipedia) Bij mijn weten produceert Iran geen atoombommen in Ispahan.

De toeristische dienst van Ispahaan heeft vruchteloos geprobeerd om dit gedicht te laten verbieden.

Klassiek wordt dit gedicht geïnterpreteerd als een metafoor voor de wijsheid dat aan de dood niet te  ontsnappen valt.

Maar er is meer.

Er is de tuinman. Waarom niet een kok ?

Een van de voornaamste werken van de onvolprezen Rabindranath Tagore heet “De tuinman”.

John le Carré schreef “The Constant Gardener “.

Enzovoort … nooit gaat het over een kok.

… Maria stond buiten bij het graf te schreien. En al schreiend boog zij zich naar het graf toe  12en zag op de plaats waar Jezus’ lichaam gelegen had, twee in het wit geklede engelen zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde.  13Zij spraken haar aan: “Vrouw, waarom schreit ge?” Zij antwoordde: “Zij hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar zij Hem hebben neergelegd.”  14Toen zij dit gezegd had, keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zonder te weten dat het Jezus was.  15Jezus zei tot haar: “Vrouw, waarom schreit ge? Wie zoekt ge?” In de mening dat het de tuinman was, vroeg zij: “Heer, mocht gij Hem hebben weggebracht, zeg mij dan waar ge Hem hebt neergelegd, zodat ik Hem kan weghalen.”  16Daarop zei Jezus tot haar: “Maria!” … (Evangelie van Johannes, hoofdstuk 20, verzen 11 t.e.m. 16)

De verrezen Jezus verschijnt als een tuinman.

Hier is de tuinman geen symbool van de onontkoombaarheid van de dood, maar een symbool van leven na de dood. In de christelijke geloofsovertuiging wordt benadrukt dat Jezus echt dood is geweest. Dan komt de verrijzenis als overwinning op de dood.

De verrijzenis is geen wijsheid, maar geloof.

Maar weer de tuinman.

Waar een tuinman is, is een tuin. Ook daar is iets mee.

De tuinen van Versailles, van het Alhambra in Granada …  Er zijn tuinculturen: de Franse tuin, de Engelse tuin …

Toen bracht Jahwe God de mens in de tuin van Eden, om die te bewerken en te beheren … (Scheppingsverhaal, Gen. 2,15)

De tuin als paradijs, plaats van geluk. Adam en Eva worden door God aangesteld als tuinman – en tuinvrouw. (Ik ben nog van voor de tijd van het genderisme.)

De mens als beheerder en bewerker van geluk.

Hoe is de tuin een beeld van geluk met daarin de tuinman die het geluk bewerkt ? De tuinman is een dienaar …

Als je het christelijke verhaal van tuinman en tuin leest, betekent dit dan dat er na de dood geluk is ?

Ook al kan ik er onmogelijk een idee van hebben welke vorm dat geluk dan aanneemt, ik wil het wel geloven.

Neen, ik wéét het niet, en ik kan me dus totaal niet voorstellen dat het zo is. Het gaat in tegen elke ratio. Mijn drang om te leven maakt het me onmogelijk om de dood als positief of zelfs maar aanvaardbaar te zien. Maar dat is het hem juist: als ik de dood niet als aanvaardbaar zie en ik onvermijdelijk toch naar Ispahan snel, moét ik wel geloven dat er na de dood nog “iets is”. En zijn geboorte en dood nu eenmaal niet zaken die aan onze ratio ontsnappen ? Is het niet verschrikkelijk dat de hedendaagse mens ook geboorte en dood zo rationeel benadert ? Is niet elke verwondering bij geboorte en verdriet bij sterven een teken dat de ratio hier tekort schiet ? De rationele mens is nuttig. Maar is hij ook volledig mens ?

Of nog: leven zal er hopelijk niet zijn na de dood, want leven is essentieel verbonden met kwetsbaarheid en dus pijn en lijden. Maar vermits ik het kan denken is het niet ondenkbaar dat er ook andere vormen van bewust bestaan mogelijk zijn dan het menselijke leven; vormen van totaal geluk.

Een Jezuïet vertelde me ooit dat na de dood de hemel komt, de plaats van het volmaakte geluk, maar dat we daarom nog niet moeten verlangen naar de dood want dat we aan de eeuwigheid toch niets kunnen toevoegen, aan ons aardse leven wel.

Maar misschien ben ik nu mijn verhaal aan ’t kapot filosoferen. Misschien moeten we gewoon kijken naar de beelden van de tuinman … de tuin …

Beelden zeggen soms meer dan uitgekiende gedachten.

PS Deze blog is geschreven een week voor de Israëlische interventie in Ispahan. Ik heb daar niets mee te maken.

JHWH

Mozes vraagt aan God hoe hij God moet noemen bij het volk.
God antwoordt:  JHWH

(Exodus 3,13 e.v.)

Allereerst: merk op dat er in  die naam geen klinkers staan. De Joden schreven toen enkel medeklinkers. Bij de invulling van de klinkers zijn er dus verschillende mogelijkheden.

Een mogelijkheid is JaHWeH. 

Een andere mogelijkheid is JeHoWaH , Jehova. Lees verder “JHWH”