Toen ik nog geen koning was, zei de prins – de prins sprak altijd in de verleden toekomstige tijd – wilde ik nooit koning worden, want toen ik nog een prins was, was ik gelukkiger.
En dus werd hij koning, want je kan geen prins zijn zonder koning te worden.
De kardinaal koppelde hem aan een freule die verstand had van allerlei mentale dinges en ze kregen vier kinderen en deden alsof, zoals het koningsparingen past. Lees verder “De koning sprak”