In het dorre Palestijnse landschap sjokken een man en een vrouw, op weg van Nazareth in het Noorden, naar Bethlehem, in het Zuiden van het land. De reden van hun reis heeft geen belang.
Hij is al wat ouder, zij nog een jonge vrouw, bijna een kind. En ze is zwanger. Maar niet van hem. De biologische vader is onbekend. En ze zit op een ezel. Dat is belangrijk, want de ezel houdt zijn ruiter laag bij de grond en nederig. Hij is de tegenpool van het paard dat de ruiter boven de gewone mensen verheft. Koningen krijgen ruiterstandbeelden, maar deze mensen hebben niets met koningen te maken, al zal het kind later wel koning genoemd worden. Maar dat is een leugen. Lees verder “Kerstmis”