Bezinning op zondag. Zoek de steen

Kruistocht

LUCAS 9,51-62         

Toen de dagen van zijn verheffing hun vervulling naderden aanvaardde Jezus vastberaden de reis naar Jeruzalem en zond boden voor zich uit.
Dezen kwamen op hun tocht in een Samaritaans dorp om er zijn verblijf voor te bereiden.
Maar de Samaritanen ontvingen Hem niet, omdat Jeruzalem het doel van zijn reis was.
Toen de leerlingen Jakobus en Johannes dit gewaar werden, vroegen ze:
“Heer, wilt Gij dat wij vuur van de hemel afroepen om hen te verdelgen?”
Maar Hij keerde zich om en wees hen op strenge toon terecht.

Jezus trekt op naar Jeruzalem. Vastberaden. Hij weet wat hem daar te wachten staat. Als hij consequent is met zichzelf en zijn boodschap, kan het niet anders of de machthebbers moeten hem liquideren. Halfslachtigheid en bereidheid tot compromissen kunnen zijn leven redden. Maar dan moet hij zijn goddelijke boodschap verloochenen. En precies omdat ze goddelijk is, kan dat niet. Want God is de allerhoogste. 

Normale Joden reizen niet door Samaria, maar steken de Jordaan over om de heidense Samaritanen te ontwijken. Het gevoelen is wederzijds, want voor de Samaritanen zijn Joden ongewenste vreemdelingen.  Ideologische blindheid maakt menselijke ontmoeting onmogelijk. Daar trekt Jezus zich niets van aan. Dat lijkt tegenstrijdig in de context van zijn onverzettelijkheid als het over zijn boodschap gaat. Maar als die boodschap er een van liefde is, moet hij altijd de mens blijven zien, ongeacht zijn ideologie.

Ook bij zijn volgelingen is er ideologische blindheid en bereidheid tot geweld. De katholieken, hadden deze tekst beter wat meer bemediteerd. Dat geldt  recent ook voor andere godsdienstige groeperingen.  

Daarop vertrokken zij naar een ander dorp.
Terwijl zij onderweg waren zei iemand tot Hem:
“Ik zal u volgen, waar Gij ook heen gaat.”
Jezus sprak tot Hem:
“De vossen hebben holen en de vogels hun nesten,
maar de Mensenzoon heeft zelfs geen steen waar Hij zijn hoofd op kan laten
rusten.”

Er zijn nog al wat mensen die troost en kracht zoeken in het geloof. Ik gun het hen. Maar Jezus maakt hier duidelijk dat hem volgen en de radicale en consequente beleving van de liefde, keihard is.

 In Rome vereren ze de steen die Jezus niet had om zijn hoofd op te        leggen. Op mijn schouw ligt ook zo’n steen, een keiharde herinnering en oproep om consequent mijn christendom te beleven. Spijtig dat ik zelf niet zo keihard ben.

Mohammed en de zwarte steen                                        

  Tot een ander sprak Hij:
“Volg Mij.”
Deze vroeg:
“Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven
Jezus zei tot hem:
“Laat de doden hun doden begraven; maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods.”
Weer een ander zei: “Ik zal U volgen, Heer, maar laat mij eerst afscheid
nemen van mijn huisgenoten.”
Tot hem sprak Jezus:
“Wie de hand aan de ploeg slaat
maar omziet naar wat achter hem ligt,
is ongeschikt voor het Rijk Gods.” 

Ik herken mezelf in deze  passage. Altijd opnieuw vind ik – jullie ook ! – een reden om even niet consequent te zijn. Om uit te stellen. Om achteruit te kijken, niet om te zien of daar alles in orde is, maar om niet vooruit te moeten kijken. Normaal is dat niet erg. We zeggen dan: dat is menselijk. Maar hier gaat het niet om het menselijke, maar om het goddelijke. En, nog eens, dat is precies de betekenis van goddelijk: allerhoogste. Daarover onderhandel je niet. Onze actie voor het Rijk Gods moet dus compromisloos zijn, anders horen we bij de doden…

Nog al wat mensen situeren dit rijk in het hiernamaals. De katholieke kerk heeft het de mensen voorgehouden: wees nu maar braaf en schik je in je armoede en later, in de hemel zal je loon des te groter zijn. Maar het rijk Gods van Jezus is niet dat van de hemel, maar van de aarde. We zullen niet geoordeeld worden op onze liefde voor de zwakke in de hemel, maar voor onze liefde, hier en nu. Hier op aarde moet het loon van alle mensen naar Gods wil zijn. En dat is niet de wil van de kapitalist. De hemel is geen beloning, maar een voltooiing. En dus moet ik niet ongelukkig zijn als ik moet toegeven dat zelfs ik niet voldoende bijdraag aan de komst van Gods rijk ? Neen, natuurlijk niet, want ik ben God niet, en heb dus recht op zwakheid in de compromisloze inzet. Dat lijkt in tegenspraak met de radicale inzet. Maar er is een verschil tussen de wil voor enerzijds radicale inzet en de onvolmaakte beleving ervan, en anderzijds een gebrek aan besef van radicale inzet. En dus werk ik vanuit mijn christelijke inspiratie bewonderenswaarig dapper verder aan deze website.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *