MO*
De war on drugs is eigenlijk een war for drugs
‘Ik spreek uit ervaring: de “war on drugs” bestaat niet’
Bericht uit Mexico. Wie een beetje nadenkt moet op zijn minst vermoeden dat wat daar in Mexico in het groot gebeurt, ook in Antwerpen in het klein gebeurt. Ik denk niet dat Bart De Wever of zijn schepen van financiën geld verdienen aan de drugshandel. Maar dat er geen “hooggeplaatsten” bij betrokken zouden zijn, lijkt onwaarschijnlijk. Tenslotte gaat het altijd over veel geld en hebben de drugsbaronnen geen enkele scrupule om mensen te bedreigen. Wat zou je zelf doen als je vrouw en kinderen bedreigd worden ? Overigens lijkt het evident dat je de betrokkenen moet zoeken in de top van de douane, de politie, en andere instanties die effectief invloed hebben. Als ik burgemeester van Antwerpen was, zou ik zo iets niet zeggen, want daardoor creëer je een onwerkzame sfeer. Maar in mijn onschuldige blogs mag ik me wat meer permitteren.
De drugsbaronnen en hun beschermers moeten dus worden aangepakt. Met andere woorden: de war on drugs moet worden gevoerd. Maar als ik dit artikel van Arthur Debruyne lees denk ik inderdaad dat De Wever gelijk heeft als hij stilaan tot de overtuiging komt dat die oorlog niet te winnen is. Met alleen repressie zullen we er niet komen.
Ik heb het altijd een zwaktebod gevonden, maar geraak stilaan overtuigd van het nut en de noodzaak van legalisering van een aantal drugs. Tenslotte zijn sommige drugs niet (veel) schadelijker dan alcohol. (Het alternatief is dat je ook alcohol verbiedt.) Dit geldt niet voor alle drugs. Sommige zullen wel illegaal moeten blijven. Maar misschien mogen we er van uitgaan dat het feit dat er op de markt tegen “schappelijke” prijzen aanvaardbare drugs van gecontroleerde productie op de markt zijn, er toe zal leiden dat de interesse voor de echt gevaarlijke drugs op zijn minst fel zal verminderen.
Eigenlijk is de aanpak van het probleem aan de aanbodzijde nog het gemakkelijkste.
Er is ook de vraagzijde: de mensen die de drugs gebruiken. Die kant van de zaak lijkt me veel moeilijker aan te pakken.
Als ik nu over drugs spreek, hoort daar ook alcohol bij. Je kan het ook omdraaien: onze aanpak van drugs zal sterk lijken op onze aanpak van alcohol.
Ik denk dat we een onderscheid moeten maken tussen drie categorieën van gebruikers.
Eerst heb je de harde verslaafden die door hun gebruik problemen hebben met hun functioneren in de samenleving.
Ten tweede heb je gematigde gebruikers maar die wel zoveel gebruiken dat het hun gezondheid schaadt.
Ten derde zijn er ook de mensen die op een verantwoorde manier kunnen omgaan met genotsmiddelen, ook al zijn ze min of meer verslavend.
Overigens denk ik dat het verslavende van een genotsmiddel soms meer verbonden is met de persoonlijkheid van de gebruiker dan met het genotsmiddel zelf, of dat het “in de familie zit”. Dat betekent dat er altijd wel een groep mensen problemen zal hebben.
Alcohol is verslavend, maar blijkbaar niet voor iedereen. Sommige genotsmiddelen kunnen dan wel zo verslavend zijn op zich dat ze bij iedereen verslavend werken. Waarschijnlijk zullen we hiermee moeten rekening houden bij de opstelling van de lijst van legale drugs.
Meer ten gronde is de vraag naar de manier waarop we omgaan met genotsmiddelen.
Uiteraard is er niets op tegen om te genieten van het leven en van de aangename vruchten van onze aardkloot.
Maar als ik kijk naar de lockdown feestjes, naar het party leven waarbij mensen wekelijks de drang voelen om uit de bol te gaan, dan stel ik me toch vragen. Zeker als je die mensen zich dan laveloos ziet drinken of aangeschoten het meest stupide en op zin minst onnozele gedrag ziet vertonen. Het lijkt er op dat een relatief grote en groeiende groep mensen er echt nood aan heeft om zichzelf en de hele boel te vergeten en weg te vluchten uit de werkelijkheid. Die groep mensen omvat zowel “gewoon volk” als een rijke elite.
Ik kan er niet aan doen, maar als ik hoor van het aantal jongeren dat moet worden opgenomen in het ziekenhuis na uit de hand gelopen gebruik, dan denk ik terug aan de tijd van de industriële revolutie die gekenmerkt wordt door een onmatig alcoholgebruik bij de arbeiders, met daarbij de verhalen van de arbeider die zijn loon ontvangt en rechtstreeks naar de kroeg gaat om het daar op te zuipen. Je kan stellen dat die mensen zich niet goed in hun vel voelden bij hun arbeidsomstandigheden en, meer algemeen, bij het reilen en zeilen van de samenleving in die tijd.
Maken we nu iets gelijkaardigs mee ? Uiteraard kan je de toestand van toen en nu niet zo maar vergelijken. Maar als het allemaal zo goed gaat, vanwaar komen dan het stijgend aantal depressies, burn outs … mensen met allerlei psychische problemen ? Is er een verband met het druggebruik ?
We leven niet meer in de armoede van toen. We lijden geen honger meer, maar blijkbaar is een zekere welstand niet genoeg om mensen zo maar toe te laten om volledig in de realiteit gelukkig te zijn, zodat ze daaruit willen wegvluchten of er gewoon aan ten onder gaan.
Voor mij ligt de oorzaak in een gevoelen van zinloosheid. Van de ene kant worden we er van doordrongen dat we hard moeten werken voor geld, comfort en genot. En we gaan daarin mee. Van de andere kant is er toch ergens iets dat knaagt en ons zegt: dat kan het leven toch niet zijn…
Wie kan daar iets aan doen ? Wat kunnen we daar tegen doen ? Lees mijn boek Eutopia.
PS Je kan Eutopia gratis lezen en/of downloaden op deze website, ook in ebook formaat.