Wilmès spreekt, maar zegt niet wat moet gezegd worden.

De Zondag

Paul Cobbaert

Vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) over de aankomende hete herfst in de Belgische politiek: “We moeten allemaal koelbloedig blijven”

Haar zus was in New York, toen de Twin Towers doorboord werden. Vandaag is Sophie Wilmès minister van Buitenlandse Zaken. Wij blikken terug op deze traumatiserende dag van twintig jaar geleden. We kijken ook vooruit naar een hete herfst voor de Belgische politiek. “Debat is noodzakelijk in een democratie, maar we moeten allemaal koelbloedig blijven”, zegt Wilmès, die ook vicepremier is, in dit zeldzame interview

Telkens opnieuw sta ik vol bewondering te kijken. Is het niet fantastisch hoe al die top-politiekers er in slagen in dit soort interviews als buitengewoon intelligent en integer over te komen. Uiteraard met de hulp van de journalisten die zich tot dit soort hoveningenarij lenen.

Schrijf het maar op: als ooit een steentje over Wilmès naar boven zou komen, zal blijken dat ze de zoveelste bedriegster van de bevolking is.

Kijk eens naar de carrière van Wilmès, met de belangrijke posten zoals zijzelf die ziet.

Ze is altijd al Minister van Buitenlandse zaken willen worden. Ah ja, want ze heeft nog op de dienst voor ontwikkelingssamenwerking van de Europese Commissie gewerkt.

Let op de parallel met De Croo die in de vorige regering ook nog minister van Ontwikkelingssamenwerking is geweest.

De eerste minister van ontwikkelingssamenwerking is er in belgië gekomen in 1960. Meryame Kitir is vandaag de 29ste minister (of staatssecretaris) van ontwikkelingssamenwerking.

In de eerste jaren ging die post voornamelijk naar christen-democraten.

Maar sinds 1977 hebben we 20 ministers (of staatssecretarissen) gehad van ontwikkelingssamenwerking. Daarvan waren er tien liberalen, een partij die bij verkiezingen nooit iets betekent !!!

1978 is een scharnierjaar, omdat toen opnieuw opstandelingen probeerden een van de rijkste ertsgebieden op deze planeet, Oost-Congo, vanuit Angola in handen te krijgen. Dan volgt hetzelfde scenario als in de jaren zestig waarbij belgische Para’s onder het mom van een humanitaire missie worden ingezet om de belgische belangen in dit rijk gebied te vrijwaren.

En telkens opnieuw duiken naast Etienne Davignon,  vriend aan huis in het koninklijk paleis, de namen De Croo en Michel op. Ik kan hier niet in detail ingaan op hun betrokkenheid bij de Congolese zaken, maar wie wat opzoekingswerk wil doen, kan er niet omheen: ze hebben grote belangen in Congo.

De De Croo’s zitten meer in de vastgoedsector. Half Kinshasha is van hen. De Michels zitten in de Forrestclan. Georges Forrest is actief in de ertsongtinning van het rijkste ertsgebied ter wereld: Oost-Congo. Kobalt wordt in de alternatieve energie van ongelooflijk belang. Oost-Congo is zowat de voornaamste leverancier ter wereld. Tot die Forrestclan horen ook Verhofstadt en De Gucht.

Forrest kan je ook situeren bij Albert Frère, overleden, maar wiens zoon nog niet zo lang geleden nog regent was van de Belgische Nationale Bank, en een van de rijkste belgen ooit. Willy Claes, socialist, de afgezette secretaris-generaal van de Navo kon niet tennissen wegens zijn voetprobleem, en speelde dan maar scheidsrechter bij de tenniswedstrijdjes op het buitengoed van Frère aan de Côte d’ Azur. 

Je moet de hele zaak zien als een verderzetting van het kolonialisme, maar dan niet meer in naam en belang van de belgische staat, maar wel voor privébelang.

Nu moet ik terugkomen op 1978. 

Ik moet eerlijk zijn, en het vraagt nog verder opzoekingswerk, maar het is precies in die periode dat Kabila greep krijgt op Oost-Congo, zonder daarom al Kinshasa in handen te krijgen. Dat zal pas gebeuren in 1997.

Deze Kabila is van belang. In 1979 gaf hij een toespraak op het stichtingscongres van de PVDA. Later werd Ludo Martens, stichter en goeroe van de voorganger van de PVDA, Amada, een van zijn raadgevers. De PVDA heeft dus een sterke band (gehad ? ) met Congo. Ligt daar de échte oorzaak waarom de PVDA zo belgisch nationalistisch is ?

Wat er ook van zij: na 1979 liggen de kaarten in Oost-Congo anders. Van de belgische politieke partijen had tot dan de CD&V, dienaar van het koningshuis, en grootste partij in belgië, de sterkste troeven in handen. Na 1979 zal de macht van het koningshuis en het grootkapitaal, daarmee verbonden, natuurlijk niet helemaal verdwijnen, maar daarnaast komen er dus die andere spelers waarbij Georges Forrest en de hele clan die ik zojuist vernoemde. En dus ook de belgische liberalen.

Zeker is dat de hele top van de belgische liberalen, Franstaligen, zowel als Nederlandstaligen, in de zak zitten en mee eten uit de ruif van Frère, Forrest…

Die liberale politiekers zijn de behartigers van de belangen van deze grootkapitalisten in de belgische politiek. Dàt is de reden van hun aanwezigheid in de politiek en dàt is waarom ze zo frappant oververtegenwoordigd zijn in het ministerie van ontwikkelingssamenwerking. Overigens is die oververtegenwoordiging er ook bij buitenlandse handel.

In dat lijstje van politieke pionnen van belgisch grootkapitaal, verbonden met Congo, hoort ook Wilmès thuis.

In het interview van Wilmès in De Zondag, is niet van belang wat ze zegt, maar wat ze verzwijgt.

Het is natuurlijk allemaal niet zo rechtlijnig en simpel. Uiteraard spelen ook de socialisten hun rol. Ik heb Willy Claes al vernoemd. Ook De Crem (CD&V) is betrokken. Of nog: ook in andere partijen heeft dat “Congolese” grootkapitaal zijn pionnen. Maar de liberalen vinden wel als partij in haar geheel hun bestaansreden in die belangenbehartiging.

Hier vind je ook de échte reden waarom het zo belangrijk is dat belgië blijft voortbestaan. belgië is het politieke vehikel van dat grootkapitaal.

Door de economische ontwikkeling van Vlaanderen is er ook in Vlaanderen een eigen grootkapitaal ontstaan, dat weinig of in ieder geval veel minder verbonden is met het Belgisch-Congolese grootkapitaal. Een Vlaamse onafhankelijkheid zou de politieke macht van het Belgisch-Congolese grootkapitaal sterk verzwakken.

Tijdens de laatste regeringsonderhandelingen was er een akkoord in de maak tussen Magnette en De Wever. Dat ging zo ver dat Magnette aan De Wever vroeg of hij er problemen zou mee hebben dat na de splitsing Wallonië en Brussel samen de naam belgië zouden behouden…

Om het in de context van deze blog concreet te maken: de belgische minister van ontwikkelingssamenwerking zou dan in Congo het arme Wallonië vertegenwoordigen. Hij zou daar niets betekenen. En de Vlaamse minister van buitenlandse zaken zou veel minder in Congo geïnteresseerd zijn.

Om het nog duidelijker te maken: eigenlijk gaat het om politieke invloed in Congo: de Congolese machthebbers moeten het belgische grootkapitaal goed gezind zijn. belgië koopt die welwillendheid via ontwikkelingshulp, interessante handelscontracten, politieke steun op het wereldforum… De financiering daarvan komt uit de belgische belastingpot: jouw en mijn geld. Door een splitsing van belgië zou die pot niets meer betekenen. Zeker niet als hij zou moeten gevuld worden door Wallonië. Het rijke Vlaanderen moet bij belgië blijven omwille van de belangen van de mensonterende uitbuiters van de Congolese kinderen in de mijnen van Oost-Congo.

Voorwaar een mooi land, dat belgië.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *