Over Flup Flatul, De Croo, de corrupte Brusselse PS, en serieuze praat over onze democratie

Doorbraak

Luckas Vander Taelen

Verlos ons van het kwaad: menselijke bom in Brussel Joost

Vandecasteele schrijft non-fictie fictie Het minste dat je van ‘Verlos ons van het Kwaad‘ van Joost Vandecasteele kan zeggen is dat het uitermate goed gedocumenteerd is. Dat is geen geringe verdienste, want de materies waarmee de auteur omgaat zijn allesbehalve transparant of eenvoudig. Vandecasteele combineert het verhaal van twee personages wiens bestaan bepaald zal worden door hun obsessies

Flup Flatul. Zegt die naam je iets ? De kans is klein. Er is nochtans een algemeen bekende uitspraak die op hem slaat: “hij kan het niet”. Die woorden komen van de vroegere hofmaarschalk Herman Liebaers in een interview met Yves Desmet van 1991. In die tijd ging iedereen er van uit dat Liebaers daarmee bedoelde dat Philippe van Saksen-Coburg niet bekwaam was om koning te zijn. Ik vond dat toen al een rare uitspraak, want wat moet je eigenlijk kunnen om koning te zijn ? Nu hebben mensen die als kind lid waren van de scoutsgroep waar ook Philippe deel van uit maakte hun mond voorbijgepraat: de totemnaam van Philippe bij de scouts was Flup Flatul. Hij kreeg die naam omdat hij een onbedaarlijk schetenlater was. Meer nog: hij was gewoon niet bekwaam om zijn scheten binnen te houden. Hij kon het niet. Om koning te zijn moet je niet veel kunnen, maar je moet wel je scheten kunnen beheersen. Stel je maar eens voor dat je ontvangen wordt door de paus of door de president van de VS en als je die mensen een hand geeft plots een trompettend achtergrondgeluid de deftige ruimte doorklieft…

Ondertussen heeft Flup Flatul wel veel vooruitgang gemaakt. Mits grote inspanning en concentratie lukt het hem wel. Het is die spanning en concentratie die je opmerkt in zijn oogopslag en ietwat starende blik. Heb je ooit gezien hoe iemand kijkt die zijn pis laat lopen in zijn incontinentiemateraal ? Zo iets. Je hebt ook zijn houding waarvan ik vroeger dacht dat ze te maken had met chronische constipatie.

Waarom vertel ik dit ? Welnu, het thema van deze blog is het algemeen belang en onze verwachting dat onze “gezagdragers” het algemeen belang behartigen.

De eerste waarvan je zou verwachten dat hij het algemeen belang behartigt is toch de koning ? Maar hoe zou hij dat kunnen als zijn leven gedomineerd wordt door analige stoten: windstoten ?

Ik ben geen royalist, maar hier moet ik toch de koning uit de wind zetten: anders dan bij anderen, heeft hij tenminste een excuus om niet het algemeen belang te dienen.

De Croo heeft dat excuus niet. Als eerste minister wordt hij verondersteld de eerste te zijn die het algemeen belang vooropstelt. Maar De Croo is geen premier om het algemeen belang te behartigen, maar wel om de belangen van het familiefortuin te verdedigen. En daarvoor heeft hij de staat belgië nodig, want dat familiefortuin situeert zich vooral in Congo en hangt af van de corrupte goedwil van de Congolese machthebbers, waarmee we op het niveau van de internationale politiek komen. belgië is het politieke vehikel in dienst van het familiefortuin. Voor De Croo is het voortbestaan van belgië van levensbelang. Daarvoor is Vivaldi opgericht. Het is dan ook niet voor niets dat ook het ministerie van buitenlandse zaken – en buitenlandse handel ( ! ) – in handen is van een Wilmès, een compane van De Croo bij Congolese belangen.

Overigens geldt dit ook voor de vorige premier Michel, nu voorzitter van de Europese Raad.

Natuurlijk zal een De Croo ook wel iets doen voor het algemeen belang. Hij moet de schijn ophouden, en misschien is hij in het diepste van zijn hart wel een goed mens die ook wel echt iets goeds wil doen – niet dat ik dat geloof – maar daarvoor is hij geen premier geworden.

Hoe je het ook draait of keert: het gaat hier gewoon om verraad van de behartiging van het algemeen belang.

Je kan dit verraad tot nu toe terugbrengen tot persoonlijke belangen.

Erger is het structurele verraad, ingebakken in een democratie met politieke partijen.

Politieke partijen zijn machtsinstituten. Ze streven er naar om aan de macht te komen.

Nog niet zo lang geleden sprak ik met een echt idealistische jongere die in de politiek wilde gaan om de maatschappij ten goede te veranderen en zich de vraag stelde: bij welke partij ? Je moet natuurlijk een partij vinden die past bij je overtuigingen. Maar hij besefte ook dat hij pas iets kon veranderen als hij aan de macht kon komen. Bij welke partij was de kans het grootst om aan de macht te komen ?

Over de vraag wat er zou gebeuren als de macht van de partij zou botsen met het algemeen belang had hij nog niet nagedacht.

We leven in een rare tijd: de overgrote meerderheid van de partijen zitten in overlevingsmodus: er moet niet veel tegenslaan of ze worden betekenisloos. Het kàn dus niet anders of die partijen zijn meer bezig met hun overleven, of met het verwerven van macht dan met het algemeen belang. Hun streven naar macht staat niet in dienst van het algemeen belang, maar in dienst van de partij als instituut.

Dan zijn er mensen verwonderd dat het niet goed gaat met onze democratie.

In de huidige concrete situatie is het democratisch deficit van een democratie met politieke partijen overduidelijk. Maar ook in “betere” tijden blijft het democratisch probleem: het zit ingebakken in het systeem: politieke partijen zitten verwikkeld in een machtsstrijd en onvermijdelijk speelt het aspect macht op zich een negatieve rol bij het nastreven van het algemeen belang.

In Brussel speelt ook een uitbundige verrotting haar rol: de door en door corrupte PS is op alle terreinen en in alle geledingen aanwezig en onvermijdelijk besmet ze ook mensen van de andere partijen. Dit leidt tot de verschrikkelijke wantoestanden die we nu kennen, tot en met de oorlogstoestand aan het Noordstation waar de burgemeester het leger wil inzetten. Maar op zich is het veel minder belangrijk dan de fundamentele constructiefout van onze democratie: het bestaan van politieke partijen.

Ter attentie van mijn linkse vrienden: een democratie die functioneert in een concurrentiestrijd tussen partijen, sluit volledig aan bij het kapitalistisch systeem dat functioneert in een economische concurrentiestrijd. Onze democratie is de politieke vertaling van het kapitalisme. Of nog: binnen ons democratisch systeem is een echt linkse samenleving niet mogelijk.

PS Het verhaal van Flup Flatul heeft geen historische gronden. Het is het resultaat van mijn onvermogen om te stoppen met uit mijn duim te zuigen. Aan jullie om uit te maken wat het ergste is: niet afgeraken van flatulentie of niet afgeraken van duimzuigen.

Tenslotte: ik ken Philippe van Saksen-Coburg niet als persoon. Misschien is het wel een aangename en goedwillende man – niets op aan te merken. Het is dus ook niet mijn bedoeling om hem als persoon aan te vallen of te kwetsen. Maar ja, hij is ook koning, nietwaar ?

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *