Grenzeloos
Echt Groen – niet dat van Tinne – komt onvermijdelijk uit op vermindering van menselijke last op de aarde en dus op “ontgroeiïng” van de economie.
Het is niet moeilijk: elke productie vraagt om grondstoffen en energie en de aarde heeft daarvan slechts een beperkte voorraad. Het is duidelijk dat de mensheid op dit ogenblik al de draagkracht van de aarde overschrijdt. Méér kan er niet meer bij.
Vergroening van de energie of de economische klimaattransitie veranderen daar niets aan. Dat we weggaan van olie of steenkool voor onze energiewinning kan goed zijn voor het klimaat, maar verandert fundamenteel niets aan de belasting op onze aarde.
Neen, Tinne van der Straeten zit niet op dat juiste spoor. Ze blijft steken in vergroening die er in bestaat de ene belasting te vervangen door de andere, waarbij de nieuwe belasting dan wel klimaatvriendelijker is. Misschien kan je het haar zelfs niet verwijten. Als je een advocatenkantoor leidt dat zowat alle energieleveranciers als klant heeft, kàn het niet anders of je gaat denken volgens de schema’s van die bedrijven, en die zijn gericht op groei. Dat Tinne toen ze minister werd, ontslag heeft genomen uit haar kantoor verandert daar niets aan. In een gezonde samenleving zou iemand als Tinne nooit minister kunnen worden omwille van een vermoeden van belangenvermenging. Of die er al dan niet is, is niet terzake.
Wie ook nog een beetje sociaal is ingesteld zal er ook voor pleiten dat de nu nog arme bevolking van de planeet grote stappen vooruit zet in consumptie en comfort. Beeld je de impact op onze aarde in als heel Afrika onze levensstijl zou bereiken.
Een beperking van de groei van de wereldbevolking zou dus zeker ook een thema moeten zijn.
Maar ook als we er in zouden slagen om op een redelijke termijn de groei van de bevolking terug te dringen, en we zouden slagen in een verbetering van de levensomstandigheden van, bijvoorbeeld, Afrika, gecombineerd met versobering bij ons, blijft de onbeperkte groei de aarde overbelasten.
Ik lees overal meningen van mensen die dit inzien en dan op zoek gaan naar manieren om die groei in te dijken zonder te raken aan de fundamenten van het kapitalistisch systeem. Het artikel op Grenzeloos geeft daar een summier overzicht van. Goed bedoeld, maar zinloos. Het kàn gewoonweg niet binnen het kapitalisme. Soms vraag ik me af of die goedbedoelende dwalers wel goed weten wat het kapitalisme eigenlijk is.
Je zou daar een boek kunnen over schrijven. Marx heeft het gedaan.
Ik ga het hier niet doen, maar ik hanteer een relatief eenvoudige maar operationele bepaling die teruggrijpt naar de essentie van het systeemaspect.
Het kapitalisme wordt gekenmerkt door concurrentie als motor van het economisch gebeuren; door winstbejag; en door de privé-eigendom van de productiemiddelen (kapitaal) waardoor de winst naar de kapitalist gaat.
Deze factoren maken dat het kapitalisme onvermijdelijk leidt tot onbeperkte en niet te beperken groei.
De basisfactor is de concurrentie.
Door de concurrentie op de vrije markt met de wet van vraag en aanbod is de kapitalist verplicht om zo goedkoop mogelijk te produceren. Zo goedkoop mogelijk betekent zo veel mogelijk op zo kort mogelijke tijd. Door de technologische vooruitgang worden de mogelijkheden om zo veel mogelijk te produceren op zo kort mogelijke tijd al maar groter, wat constante groei betekent. Door de concurrentie zijn overal ter wereld de slimste wetenschappers bezig met de zoektocht naar die technologische vooruitgang, efficiëntere productieprocessen… Er is een wereldwijde wedloop aan de gang van de slimsten om de productie zo snel mogelijk te laten groeien. Daar moet verder geen tekeningetje bij.
Winstbejag zou je kunnen zien als een morele houding en je dus zou kunnen denken dat dit aspect op dat terrein kan aangepakt worden. Maar in het kapitalisme is het geen morele houding, maar een verplichting, door het systeem opgelegd. Want de concurrentiepositie van de kapitalist wordt bepaald door de winst die hij maakt. Wie het meest winst maakt, kan het meest investeren in wetenschappelijke vooruitgang, betere productiemethodes. De kapitalist moét dus pogen om zoveel mogelijk winst te maken. Winst betekent ook mogelijkheden tot schaalvergroting en dus ook weer tot groei. Verplichting tot zoveel mogelijk winst houdt zoveel mogelijk groei in.
Concurrentie leidt tot winnaars en verliezers. Maar ook die winnaars moeten mekaar dan weer beconcurreren, en opnieuw de winnaars van de winnaars enz. Dat leidt tot een groeiende accumulatie van kapitaal in handen van enkelen. Dat kapitaal vraagt er om om weer geïnvesteerd te worden wat weer tot nieuwe slagvelden van concurrentie en tot nieuwe groei leidt.
Besluit: onbeperkte groei is eigen aan het systeem en binnen het systeem kan de groei dus niet beperkt worden. Of nog: zolang we de concurrentie, het winstbejag en de kapitalist als eigenaar van de winst aanvaarden, is er geen oplossing.
Het is misschien interessant om op te merken dat we nu in een fase zitten van enorme kapitaalaccumulatie. De cijfers zijn hallucinant: 1% rijksten in de wereld bezitten zo’n 48% van de totale rijkdom op deze aarde. Of: ruim 2.000 miljardairs zijn samen rijker dan de 4,6 miljard mensen die 60 procent van de wereldbevolking uitmaken. Of: Jeff Bezos bezit 200 miljard dollar. Dat is meer geld dan een normaal mens zou hebben wanneer hij 250.000 dollar per dag had verdiend sinds de dag dat Jezus geboren werd.
Dat kapitaal vraagt er om om weer geïnvesteerd te worden, en dus om groei. Op dit ogenblik vindt dat “overschot-kapitaal niet meer genoeg kansen op winstgevende investering. Bezos en Branson geven het dus maar uit aan duur speelgoed dat hen in de ruimte brengt. De privatiseringsgolf van de Vlaamse regering kadert ook in die zoektocht naar nieuwe investeringen. (Dalle en zijn sociale woningen). Een andere mogelijkheid tot investering ligt in het militair-industrieel complex waar de overproductie aan wapens een rechtstreekse oorzaak van oorlog wordt.
En dat heeft niets vandoen met persoonlijke slechtheid van kapitalisten. Het is gewoon het systeem.
Het kapitalisme onttrekt zich aan elke ethische reflectie. Dat alleen al zou een reden moeten zijn om het wegens misdaden tegen de menselijkheid af te wijzen. Er zijn goedwillende kapitalisten die proberen om ethisch te ondernemen. Dat is mooi, maar in het geheel van het systeem betekenen ze niets. Het systeem verdraagt ze zolang ze een randnoot zijn.
Maar terug naar de groenen, onze aarde, het klimaat: binnen het kapitalisme is er geen oplossing.
Er is geen oplossing voor de aarde, geen oplossing voor de armoede.
En vermits het systeem invloed heeft op het voelen, denken en willen van mensen, maakt het de mensen moeilijker om echt mens te zijn. Het is een wonder dat er, niettegenstaande het kapitalisme, nog zoveel goede mensen ronddwalen op onze planeet.