Knack
‘Discriminatie van dieren is een morele illusie’ ‘
Moraalfilosofen zijn in mijn ogen altijd minderwaardige filosofen geweest. Ik heb ze altijd enthousiast gediscrimineerd: hun gezelschap gemeden als de pest. Er waren er natuurlijk die wel interessant gezelschap waren als ze over hun seksleven vertelden, maar als ze er hun moraal bijhaalden, was het om zeep.
Als ik dit artikel van deze Stijn lees, hoort hij in de laagste klasse van zijn soort.
Ik denk wel dat de man intelligent is, maar hij heeft moraalfilosofie gestudeerd aan de U Gent. De filosofische faculteit in Gent heeft een hoog niveau gehaald in de tijd van Apostel, Kruithof … Natuurlijk was een Etienne Vermeersch een vlek op het blazoen, doch als geheel was die faculteit wel hoogstaand. Maar die mannen zijn er niet meer en hun opvolgers geraken nog niet aan hun hielen. Ik ben in een vriendelijke bui en ga hun namen dus niet noemen, maar onthoud: wees wantrouwig als een filosoof van vandaag zich beroept op een diploma van Gent.
Maar goed, het ging over moraalfilosofie en meer speciaal die van Bruers en zijn beestenrechten.
Die beestenrechten zijn natuurlijk afgekeken van de mensenrechten.
Ik ben een kind van mijn tijd en van de beschaving (beschaving ? ) waarin ik ben opgegroeid, en ik vind de mensenrechten de normaalste zaak van de wereld. Maar er zijn nogal wat andere beschavingen op onze planeet die die mensenrechten niet normaal vinden.
Nu kan ik natuurlijk beweren dat hun moreel besef nog niet zo ver is gevorderd als het mijne en dat ze ongelijk hebben, maar als ze me er op wijzen dat die mensenrechten eigenlijk puur liberaal individualistisch zijn, gaat er toch wel een belletje bij mij rinkelen. Neen, ik wil de mensenrechten niet zo maar laten vallen, maar misschien moet ik in mijn ethiek toch ook eens laten meetellen dat een mens individueel eigenlijk niets betekent en enkel mens kan worden binnen een gemeenschap. Dan komen ook de rechten van de gemeenschap in het vizier en de plichten van het individu.
Om in de termen van Bruers te blijven: als de mens een kuddedier is, kan je het toch niet enkel over de rechten van één dier hebben ?
Misschien gaat het niet zo maar over de rechten van die ene olifant, maar om de rechten van de kudde ?
In ieder geval zijn in mijn betoog nu toch al ook de plichten in het vizier gekomen.
Het woord plicht komt niet voor in het verhaal van Bruers. Nochtans is dit een basisgegeven: waar rechten zijn, zijn plichten en waar plichten zijn, zijn rechten.
Ik zou dus graag hebben dat Bruers het ook even heeft over de plichten van het dier.
De liberalen hebben het graag over vrijheid en dan geraken ze niet verder dan: mijn vrijheid stopt waar de vrijheid van de andere begint. Dat klinkt goed, maar is weer zo verschrikkelijk individualistisch dat het uit het oog verliest dat de mens maar mens is, niet enkel naast (de vrijheid van de andere), maar ook samen met de medemens. Als je dat medemenselijke meetelt wordt de leuze: mijn vrijheid stopt waar mijn verantwoordelijkheid begint. Ik moet niet enkel de vrijheid van de andere respecteren, maar ben ook verantwoordelijk voor hem en ik heb plichten tegenover de gemeenschap.
Wil Bruers me nu even uitleggen welke de plichten zijn van het dier ?
Ga je een dier ter verantwoording roepen als het bepaalde plichten niet vervult ?
Welke zouden die plichten dan wel zijn ?
Wel, als het dier geen plichten heeft, heeft het ook geen rechten.
Dat laat de mens natuurlijk niet zo maar toe om om het even wat aan te vangen met een dier.
Want al heeft het dier geen rechten, de mens heeft wel verantwoordelijkheid : al in het bijbelse scheppingsverhaal wordt de mens verantwoordelijk gesteld voor de dieren, en, meer algemeen, voor onze planeet.
Moreel besef is geen vaststaand gegeven.
Het is een van de verheugende vaststellingen bij het overlopen van de geschiedenis dat er een soort van vooruitgang van moreel besef in de mensheid is vast te stellen.
In de oudheid was de mens niet bekwaam tot een moreel besef dat hem er toe zou brengen om speciale zorgen te organiseren voor zwaar gehandicapten. De oude Grieken smeten hun gehandicapte kinderen van de rotsen in zee. Dat doen we niet meer.
Dat we dat meer fijngevoelig moreel besef niet altijd beleven is een andere zaak. Dat er zoals in alle evoluties ook periodes van regressie zijn, is ook waar. En we zitten nog altijd met een mensheid waarin macht als een normaal gegeven wordt beschouwd en de macht in handen is van mensen met een laag moreel besef die ons dan ten oorlog voeren.
Maar globaal gezien is het moreel besef verfijnd.
Ik vind het dus normaal dat ook ons gevoelen van verantwoordelijkheid tegenover dieren is verfijnd.
Het hangt ook samen met de mogelijkheden.
De primitieve mens had niet veel keuze: het was dat beest of hij, hoe wreed hij ook moest zijn. Tegenwoordig hebben we technologische mogelijkheden en kennis die ons toelaten om dieren minder te doen lijden. Het past dat ons moreel besef daarmee samen opgaat.
En de evolutie van het verleden mag natuurlijk vandaag niet stoppen. Ik veronderstel dat we ooit tot het moreel besef kunnen komen dat we dieren niet meer mogen gebruiken als voedsel. In die zin wil ik vegetariërs of veganisten als voorlopers zien.
Maar de evolutie van de mensheid gaat traag. Zo ook de groei in moreel besef. Van mij mag je proberen die groei te bevorderen (ik doe het ook, – op andere vlakken), maar als je die groei oplegt, verzand je in perversie.
Ja dus : ik pleit voor een groeiende verfijning in ons besef van verantwoordelijkheid
Maar dat is heel wat anders dan gelul over dierenrechten.
Of nog: als je het dier gelijk stelt aan de mens, stel je de mens gelijk aan het dier, en dan verdwijnt elke verantwoordelijkheid en kom je terecht in de wet van de jungle. Je kan jezelf dan gedragen als een vreedzame plantenetende koe. Maar wie kan je dan verwijten dat je jezelf ziet als een gnoe-verslindende hyena ? Of hoort die hyena niet bij de dieren ? Om het in de termen van Bruers te zeggen: waar haal je dan het recht om de hyena te discrimineren ?