JHWH

Mozes vraagt aan God hoe hij God moet noemen bij het volk.
God antwoordt:  JHWH

(Exodus 3,13 e.v.)

Allereerst: merk op dat er in  die naam geen klinkers staan. De Joden schreven toen enkel medeklinkers. Bij de invulling van de klinkers zijn er dus verschillende mogelijkheden.

Een mogelijkheid is JaHWeH. 

Een andere mogelijkheid is JeHoWaH , Jehova.

De getuigen van Jehova die Jehova stellen tegenover Jahweh hebben er dus weer eens niks van begrepen.

Maar wat betekent Jahweh ? Hoe vertaal je het ?

Over de term Jahweh zijn er ingewikkelde linguïstische ideeën ontwikkeld.

Maar als je de context van het verhaal in het boek Exodus in rekening brengt, dan is de inhoudelijk rijkste vertaling: Ik ben die er is voor u. 

God is er voor zijn volk.

Hij zal het wegleiden uit de slavernij in Egypte naar het Beloofde Land van melk en honing.

Tot zover de Oudtestamentische benadering.

Ook voor Jezus is God Jahweh: Hij die er is voor ons.

Maar zoals steeds, trekt hij de zaak open. Jezus is een radicalist: hij radicaliseert het goede.

Voor hem is Jahweh er niet meer enkel voor het Joodse volk, maar voor alle volkeren. Voor àlle mensen.

De Joden zijn nog altijd gefocust op het eigen volk. Ze zijn blijven steken in de tijd van de Farao’s.

Als de Israëli’s in Jezus zouden geloven, zou er nu geen probleem Israël zijn.

Die Jahweh van Jezus is dus “God die er is voor u”.

In een andere tekst van het Oude Testament, in het boek Genesis staat dan weer in het scheppingsverhaal: “En God schiep de mens naar zijn beeld en gelijkenis”.

Dit is niet zo maar iets uit het verleden. Het omvat een opdracht, nog altijd, voor de mens van nu: mens worden naar Gods beeld en gelijkenis. Neen, gelijkenis betekent niet dat we gelijk moeten worden aan God – wij zijn God niet – maar wel dat in we ons mens-zijn moeten pogen om op God te gelijken. Dat die poging nooit helemaal tot gelijkheid kan leiden, is van geen belang.

“God is er voor u !” wordt dan een opdracht voor mij: er zijn voor het volk. Bij Jezus: voor alle mensen.

Natuurlijk is dat niet doenbaar. Het is praktisch niet doenbaar, maar ook mentaal niet.

Binnen mijn familie en vriendenkring is er kans dat ik er kan zijn voor hen. Daarbuiten wordt al serieus moeilijker.

Toch slagen mensen er in. Wie het wil zien, ziet hoeveel goeds er leeft onder de mensen; hoeveel belangeloze inzet, zorg … God lééft.

Dat mag ons niet blind maken voor de slechtheid.

Want daar waar we van nature wel zo in mekaar steken dat we solidariteit bouwen met de leden van de eigen kleine kudde, is dat niet zo als we buiten de kudde gaan.

Dat is de kracht van het “eigen volk eerst” van het vlaams blok: door de term volk wordt aangegeven wie er tot de kudde behoort …

En dus moeten we onze “natuur” overstijgen om ook buiten de kudde er te kunnen zijn voor anderen.

En ja dus: juist dat is religie: overstijgende verbinding (religare = verbinden).

Dat is de betekenis van dat zinnetje van Johannes (1 Joh. 4, 8): God is liefde, waarbij God staat voor het overstijgende en liefde voor verbinding.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *