In Antwerpen begint de bouw van de kathedraal al goed op te schieten en is het tijd om te beginnen aan de beeldhouwwerken die het gebouw zullen verfraaien. Op het plein voor de bouwwerf zitten steenkappers met een matje waarop ze een stuk steen bewerken.
Ik ging daar graag eens een kijkje nemen en er viel me een steenkapper op die echt keihard en snel aan het werk leek.
En dus vroeg ik hem waarom hij zo hard werkte.
“Ja, zei hij, je moet weten dat ik per stuk word betaald. Hoe sneller ik werk, hoe meer ik verdien …”
De kapper even verder werkte toch ook wel met overtuiging. Zijn motivatie was anders. “Zie je die man daar ? Hij is de baas hier. Hij heeft mij de stiel geleerd en ik kijk op naar hem. Voor mij is het belangrijk dat hij tevreden is over mijn werk …”
De volgende had weer een heel ander verhaal. “Allez, kijk eens goed rond en vergelijk de beelden van die anderen met dat van mij. Wat zie je ? Geen slecht woord over die anderen, het zijn echte vakmannen. Maar ik ben een kunstenaar. Ik leg mijn ziel in mijn werk ! In mijn werk word ik mezelf … !”
Ja, dat vond ik mooi.
En toen kwam ik bij de laatste. Op mijn vraag waarom hij zo hard werkte, antwoordde hij: “Kijk eens naar dat gebouw. Dat gaat een prachtige kathedraal worden waar zelfs de heidenen van de een en twintigste eeuw nog met bewondering zullen naar kijken. En ik zal daar aan meegewerkt hebben … Waarschijnlijk zal niemand zich mijn naam herinneren, maar dat doet er niet toe: ik maak deel uit van dit prachtige kunstwerk !”
Moeder, waarom studeren wij ?
Aan onze jeugd wordt verteld dat ze haar best moet doen op school om een diploma te halen en later geld te verdienen. Natuurlijk moeten mensen door arbeid hun kost verdienen. Maar die eerste steenkapper wilde zoveel mogelijk verdienen …
Moeten we proberen om zoveel mogelijk te verdienen ? Arm is hij die daar mee bezig is. Hij zit op het eerste niveau van motivatie: beloning en straf. Het is het voornaamste niveau dat aan onze jongeren wordt voorgehouden. Het is ook het laagste niveau; hetzelfde niveau als dat van mijn hond die leert zitten als hij een koekje krijgt. Wie zijn kinderen op dat niveau motiveert, behandelt ze gelijk beesten.
Mensen worden ook gemotiveerd door “aanzien”; door de waardering van anderen. Dikwijls gaat dat samen met een vorm van concurrentie. Om in de tijd van het jaar te blijven: als mijn buren op een chique strand hebben gelegen, mag ik niet achterblijven als na de vakantie de verhalen worden verteld.
Het niveau van motivatie is al wat hoger dan dat van beloning of straf, en het is menselijk. Maar de uitdrukking “dat is menselijk” is verontschuldigend …Je vindt deze manier van denken ook terug in de tiktok culturen: het gaat er om wie het meeste likes krijgt. Het kweekt egocentristen en narcisten.
De twee niveaus zijn extrinsiek: ze komen van buiten.
De twee volgende niveaus zijn intrinsiek. Ze komen van binnen.
De steenkapper als kunstenaar kan je vertalen naar jongeren die studeren om hun talenten te ontwikkelen; om zichzelf te vormen, zichzelf te verwerkelijken.
Maar die ontwikkeling van talenten krijgt pas echt zin in het hoogste niveau: door de ontwikkeling van talenten wordt de mens bekwaam om iets te betekenen voor anderen, voor de samenleving.
Dat niveau vind ik zelden terug als ik luister naar leerlingen of leerkrachten.
Het is ver gekomen als artsen in opleiding al zitten te berekenen hoe ze zo snel mogelijk “rijk” kunnen worden. Maar het is wel wat er tegenwoordig gebeurt.
Het zal wel zijn dat het niet goed gaat met onze samenleving.
Op dit vlak ligt er een verpletterende verantwoordelijkheid bij ons onderwijs en die verantwoordelijkheid wordt niet opgenomen. Integendeel: ook goedmenende leerkrachten blijven in de motivatie van hun leerlingen steken op het niveau van de beesten.
Sommige leerlingen zullen nog presteren omwille van een leerkracht die ze “graag hebben”.
Van zelfverwerkelijking hoor ik nergens iets. Frans leren wordt als nutteloos beschouwd. We hebben toch het Engels, nietwaar ? Als het enkel om het nut gaat, kan je het denken overlaten aan een robot.
Het hoogste niveau is al helemaal afwezig.
De motivatie om bekwaam te worden om iets te betekenen voor anderen en voor de samenleving kan nog naar een hoger niveau getild worden.
Als christen zie ik mijn bestaan als ingebed – in gebed ! – in transcendentie.
Dan wordt mijn bijdrage aan de samenleving daarin opgenomen, net zoals de verbinding met mijn medemensen.
Wie het in mythologische taal wil uitgedrukt zien kan zeggen dat ik moet leven naar Gods wil (niet zijn bevel !) En in die wil is de verbinding tussen mensen cruciaal: God is Liefde (1 Joh. 4,8).
Dàt is wat we onze jongeren thuis en op school moeten meegeven als we willen dat ze gelukkige mensen worden.
Een samenleving die dat niet doet krijgt een jeugd, getekend door een motivatie die goed is voor de economie, maar slecht voor de samenleving; of gewoon door gebrek aan motivatie en dan verzandt in drugs, depressies, psychische problemen allerhande.
Kortom: onze jeugd van tegenwoordig.
Hallo, zogezegd katholiek onderwijs ?