Bartimeüs

Vandaag wil ik het hebben over een op het eerste zicht redelijk banaal verhaal. Jezus doet een wonder ! 

Banaal omdat Jezus in die tijd niet de enige rondtrekkende prediker was. Het krioelde toen in Palestina van de ietwat gestoorde figuren die zichzelf uitriepen als de Messias, door God gezonden om het grote heil te brengen. De meesten waren gewoon charlatans; de meest gestoorden meenden het echt. En allemaal deden ze mirakels tegen mekaar op. Voor de meeste toeschouwers van het spektakel was dit dan ook slechts een gratis goochelnummer. Vooral Amerikaanse tv predikers boeken nog altijd veel succes met dit soort onzin.

Maar ziehier de tekst:

Nu kwamen ze in Jericho. Maar toen Jezus vergezeld van zijn leerlingen en een flinke menigte weer uit Jericho wegtrok, zat een blinde bedelaar, Bartimeüs, de zoon van Timeüs, langs de weg. Zodra hij hoorde dat het Jezus de Nazarener was, begon hij luidkeels te roepen: “Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!” Velen riepen hem toe te zwijgen, maar hij riep nog veel harder: “Zoon van David, heb medelijden met mij!” Jezus bleef staan en zei: “Roep hem eens hier.” Ze riepen de blinde toe: “Heb goede moed! Sta op. Hij roept u.” Hij wierp zijn mantel af, sprong overeind en kwam naar Jezus toe. Jezus vroeg hem: “Wat wilt ge dat Ik voor u doe?” De blinde antwoordde Hem: “Rabboeni, maak dat ik zien kan!” En Jezus sprak tot hem: “Ga, uw geloof heeft u genezen.” Terstond kon hij zien en hij sloot zich bij Hem aan op zijn weg. (Mc.10, 46-52)

Banaal ? Zoals Marcus het vertelt is het dat niet.

Het eerste wat opvalt: Jezus doet dit mirakel niet in eigen naam,  voor eigen succes. Er zit veel meer achter.

Dikwijls ook worden mirakels gebruikt om te bewijzen dat Jezus de Zoon van God is. Niks van: Hij zegt: uw geloof heeft u gered. Het lijkt er op alsof Jezus zelf niets heeft gedaan. In dit verhaal gaat het niet om de wonderlijke genezing of om iets te bewijzen, maar om de boodschap die er achter zit.

De teksten in de evangelies gaan altijd over God en over zijn relatie met de mensen.

Wat zegt dit mirakel over God ?

Wat later zullen de Farizeeën en Wetgeleerden Jezus aanklagen omwille van die boodschap want Jezus zet zich af tegen de hunne. 

De gangbare visie op God in die tijd zag God als een rechtvaardige rechter die goed leven (volgens de wet) beloonde met gezondheid en welstand en overtredingen van de wet bestrafte met ziekte en armoede.

Voor de rijken was die boodschap interessant, want als iemand arm was, was dat omdat God hem strafte en dus moest niemand het in zijn hoofd halen om te gaan ijveren tegen armoede. Hoogstens mocht je zo ’n terecht arme een aalmoes toewerpen. Dat gold ook voor iemand als Bartimeüs die blind was; volgens de gevestigde macht omdat hijzelf of een van zijn voorouders de wet serieus had overtreden en de Rechtvaardige Rechter in actie had doen komen.

Jezus stelt tegenover de Rechtvaardige Rechter het godsbeeld van de Goede Vader. Over die Goede Vader vertelt Jezus elders het verhaal van de zondige zoon die terugkeert naar het ouderlijke huis en daar met een feestmaal wordt ontvangen. Niets geen straf !

Door de genezing van de zogezegd zondige Bartimeüs brengt Jezus een godsbeeld in beeld dat de gevestigde macht niet graag ziet, want het opent de weg naar opstand tegen haar rijkdom die dus geen beloning van God is (weg met Calvijn en het Hollandse protestantisme ! ), terwijl de armoede geen wil van God is.

Neen Jezus predikt die opstand niet. Daar is hij niet mee bezig. Hij is bezig met God en zijn relatie met de mensen.

Er zitten in dit verhaal ook nog enkele interessante details.

Ik heb in de tekst het woord roepen dik gezet. Zes maal “roepen” in enkele zinnen. Dit is niet zo maar het verhaal van een genezing. Dit is een roepingsverhaal.

In die context krijgt dan ook een ander detail betekenis: “hij kwam naar Jezus toe”. Dat lijkt niet zo evident. Je zou verwachten dat Jezus naar Bartimeüs toe gaat. Bartimeüs gaat in op de roep van Jezus om naar hem te komen. Hij gaat op weg naar Jezus. Wat verder zal ik moeten terugkomen op het thema van de weg.

Daarbij past het andere detail: Bartimeüs werpt zijn mantel af. Waarom is dat zo belangrijk dat het absoluut moet vermeld worden ?

De mantel was toen het enige bezit van een blinde bedelaar. Om naar Jezus toe te gaan moet Bartimeüs afstand doen van het weinige dat hij nog bezit.

Mag ik nu verwijzen naar mijn blog van vorige zondag met het het verhaal van de rijke jongeling en de woorden: “Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” Niet toevallig staan beide verhalen in het zelfde hoofdstuk van het evangelie van Marcus.

Zou Bartimeüs ook zijn gaan zien als hij zijn mantel niet had afgeworpen ?

Maar goed: het verhaal gaat over zien of niet zien.

Het gaat er over dat we door het geloof ziende worden.

Sorry voor mijn ongelovige vrienden, maar het zijn blinden die zich vastklampen aan hun triestige mantels. Misschien zijn ze materieel rijk, maar ze strompelen door het leven, blind voor waar het leven echt om draait.

Toegegeven: dat geldt ook wel voor mij, want ik durf niet van mezelf zeggen dat ik tot echt geloof gekomen ben en mijn mantel volledig heb afgeworpen.

Tenslotte moet ik het dus ook nog hebben over het laatste detail: de weg.

In het begin van het verhaal zit Bartimeüs “langs de weg”. Als je het zo leest is het een onbetekenend, onopvallend detail. Natuurlijk zit hij naast de weg !

Maar op het einde van het verhaal staat een detail dat wel opvallend is: “hij sloot zich bij Hem aan op zijn weg”. Er had even goed kunnen staan: “hij sloot zich bij Hem aan”. En zo krijgt ook het detail van hierboven diepere betekenis

Van “langs de weg”, geraakt Bartimeüs door zijn geloof op weg naar Jezus en vandaar “op de weg”. De weg van Jezus.

Het gaat om horen en zien. En stappen.

Horen we de oproep van de fluisterende God en zien we de weg van Jezus ? En stappen we ?

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *