Otheo
Christenen moeten hoop leren herkennen voor het welzijn van allen
In zijn schitterende Hooglied (1 Kor. 13) zingt Paulus de lof van de liefde. Op het einde zegt hij: “… In tussen blijven deze drie bestaan: geloof, hoop en liefde. Maar de voornaamste daarvan is de liefde.” Hij heeft gelijk. Enkele verzen daarvoor geeft hij zelf aan waarvoor: “De liefde … Ze geeft het nooit op: zij blijft geloven, hopen en volharden.
De liefde houdt nooit op van bestaan …”
Voor een christen is de hoop verbonden met de liefde – zoals alles verbonden is met de liefde.
Als ik naar het wereldgebeuren kijk, zie ik niet veel moois … Zie ik géén moois. Alles wijst er op dat we afstevenen op een catastrofe. Ik zie vier grote wereldproblemen: het klimaat, de migratie, de manipulatie en de dreiging van de derde wereldoorlog. Voor geen enkel daarvan zie ik een oplossing.
Kan ik hopen als ik geen oplossing zie ?
Heeft ooit in de geschiedenis van de mensheid hoop een catastrofe voorkomen ?
De geschiedenis van de mensheid is een opeenvolging van oorlogen en rampen.
Ik focus nu op de oorlogsdreiging.
Telkens opnieuw slagen de machthebbers er in om de domme massa zover te krijgen dat ze ten strijde trekt voor vorst, voor vrijheid en voor recht … tetteketet.
We zien het nu in Gaza en Oekraïne (en zoveel elders in de wereld ! ) en onze reguliere media zijn al volop bezig met ons te bewerken zodat we de Russen als vijanden zien en bereid zijn om tegen hen ten oorlog te trekken. Het wordt ons nu al ingeprent als verdediging – zo kan zelfs iemand met een geweten zichzelf goedpraten. Binnenkort gaat het ook over de Chinezen.
Elke oorlog eindigt ooit met een vrede. Maar in elk einde van een oorlog ligt het begin van de volgende al ingebakken.
Ik wil hier niet gaan filosoferen over macht als oorzaak van die onzin, maar in ieder geval: zolang de machthebbers mensen zijn die uitzijn op macht is echte vrede niet mogelijk. Vrede is slechts een periode tussen twee oorlogen waarin machten zich opnieuw wapenen en voorbereiden op de volgende oorlog.
Ik wil maar duidelijk maken dat ik me niet overgeef aan de hoop zoals die gekoesterd wordt door mensen die de werkelijkheid niet willen zien. “Hoop tegen alles in” is zelfbedrog. Je moet niet hopen “dat het toch nog goed komt”. Het komt niet goed.
Als ik aan mijn kinderen en kleinkinderen denk en aan wat ze gaan meemaken word ik oneindig triest. Daar moet ik mee leven.
Dat soort hoop is ijdelheid.
Maar Paulus geeft iets belangrijks aan: hopen hoort bij “het niet opgeven”.
Voor een christen is hoop niet zo maar een geloof dat het toch nog wel goedkomt. Hopen is voor de christen geen passief geloof. Het is een opgave.
Het is daadkracht. Het gaat om daden van liefde tegen alle wanhoop in.
Hoop gaat over de toekomst.
Hoe leef je als je wéét dat de toekomst er niet goed uit ziet ?
Je gaat dan volop in het hier en nu leven.
Mensen zeggen dan: Profiteer er van, nu het nog kan !” Maar profiteren gaat altijd om kortstondige voldoeningen, die dus altijd leiden tot een jacht op de volgende voldoening. En het gaat altijd om streven naar het eigen genot – zelfs als dat genot wordt beleefd samen met anderen – en leidt finaal altijd tot diepe eenzaamheid. Het is vluchten, juist gelijk hoop een vlucht kan zijn.
Paulus leert ons dat “leven in het nu” omdat de toekomst er slecht uit ziet, over samen leven gaat; over mekaar geborgenheid bieden, mekaar lief hebben.
Nu kan ik je nog laten voelen hoe fel ik van je hou …
Dàt is de christelijk vorm van hopen: volharden in de liefde ook als gebeurtenissen in jou de neiging wekken om terug te vallen op jezelf, om jezelf te redden … als het gaat om “ieder voor zich”.
Hopen op een wereld zonder oorlog is naïef. Hopen op een wereld waarin mensen soms tegen alles in toch van mekaar houden is niet naïef: het hangt gewoon van onszelf af.
Voor de liefhebbers nog de volledige tekst van dit stukje wereldliteratuur:
Hooglied van de Liefde
Al spreek ik de taal van mensen en engelen:
Als ik de liefde niet heb, ben ik niets meer dan een galmende gong of een rinkelende bel.
Al kan ik voorspellen als een profeet en ken ik al Gods geheimen
En weet ik alles wat er te weten valt, en heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet:
Als ik de liefde niet heb ben ik niets.
De liefde is geduldig, vriendelijk en niet jaloers.
De liefde vervalt niet in stoer doen en doet niets voor het zich van de ander.
Ze is niet grof en handelt niet uit eigenbelang,
Ze laat zich niet kwaad maken en rekent de schuld van de ander niet aan.
Die liefde verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid,.
Ze geeft het nooit op: zij blijft geloven,hopen en volharden.
De liefde houdt nooit op van bestaan.
Het voorspellen van profetische boodschappen zal stoppen.
Het spreken in allerlei talen met de mooiste woorden, het zal verstommen.
Ook aan kennis en wetenschap komt een einde.
Want we zijn beperkt in wat we weten of kunnen voorspellen. Het is stukwerk.
Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het stukwerk afgedaan.
Toen ik een kind was, sprak ik als een kind,
Dacht ik als een kind en redeneerde ik als een kind.
Nu ik volwassen ben, heb ik het kinderlijke achter mij gelaten.
Nu kijken we nog in een spiegel, we zien raadselachtige dingen,
Maar straks zien we van aangezicht tot aangezicht.
Nu is mijn kennis beperkt, maar dan zal ik weten en zien zoals God mij kent.
In tussen blijven deze drie bestaan: geloof, hoop en liefde.
Maar de voornaamste daarvan is de liefde.
(Eerste brief van Paulus aan de christenen van Korinthië)