Bestaat Sinterklaas ?

Otheo

Valérie Kabergs

Woordkracht – God als Opa

Het beeld van God als Hoogbejaarde zet onze samenleving op zijn kop, want hoe vaak voelen oudere mensen zich niet aan de kant geschoven

Bestaat Sinterklaas ?

De woke-onnozelheid klaagt aan dat wij onze kinderen beliegen. We maken ze iets wijs. We maken ze wijs dat Sinterklaas bestaat. 

Ik herinner me de tijd toen ik door kreeg dat Sinterklaas niet bestaat. Het viel me op dat mijn nonkel nooit in de kamer was als Sinterklaas plots de deur op een kier opende en zijn hand naar binnen stak om niknakjes te gooien. En toen zag ik de duim van de goedheilige man met hetzelfde litteken als dat van mijn nonkel.

Mijn vader heeft het dan maar bekend: Sinterklaas bestaat niet !

Was ik ontgoocheld ? Ja, maar niet omdat Sinterklaas niet bestond, maar omdat hij niet meer bestond. Daarvoor had hij bestaan. Het bewijs waren de niknakjes.

Natuurlijk is Sinterklaas een verhaal. Maar een verhaal over een werkelijkheid: ouders die goed willen zijn voor hun kinderen.

Natuurlijk zijn ouders ook goed voor hun kinderen buiten de Sinterklaastijd. Maar in de Sinterklaastijd wordt die goedheid verpakt in een verhaal. Dat is een verrijking.

Mijn goede ouders gaven me ook na de bekentenis nog wat niknakjes. Maar die smaakten niet even lekker als die van Sinterklaas.

En dus: ja ! Sinterklaas bestaat !

Ja maar, zeggen de woke-onnozelen, Sinterklaas bestaat enkel in onze verbeelding.

Ja ? En dan ?

De menselijke geest werkt op verschillende vlakken. Ik ben geen specialist, maar ik zie duidelijk een puur rationeel vlak, het intellectuele niveau, het wetenschappelijke denken, de logica.

Op dat vlak bereik ik een gedeelte van de werkelijkheid. Het is nuttig en nodig.

Maar waar haalt iemand het om de werkelijkheid tot dat vlak te herleiden ?

Iedere poëet, schilder, beeldhouwer, musicus … benadert de werkelijkheid op een ander vlak. Hij gebruikt woorden, beelden, klanken … om iets over de werkelijkheid te vertellen dat door onze logisch denkende geest niet te vatten is.

Je kan daar de esthetica bij zetten.

Boven onze autostrades of kanalen bouwen we bruggen. Soms zijn die bruggen pure nuttigheid. Maar dikwijls heeft de architect er ook een element van esthetica ingestoken. Misschien kost die brug dan wat meer. Maar dat we bereid zijn om dat meer te betalen toont de kracht van dat vlak van onze menselijke geest. Het gaat over kunst.

Eigenlijk ben ik iets aan’t aantonen dat geen aantonen nodig heeft; behalve voor de woke-onnozelen.

Er is ook nog het religieuze vlak. Je zou kunnen stellen dat het dan gaat om een benadering van een aspect werkelijkheid dat eveneens niet te vatten is door onze logisch denkende menselijke geest, maar nu specifiek gericht op de transcendentie, op het besef dat de werkelijkheid ons overstijgt, dat niet ik of wij – de mensheid – het centrum van de wereld zijn.

Om het in de bijbelse taal van het scheppingsverhaal te zeggen: dat de mens net zoals water, land, planten, dieren … een schepsel is; geschapen. Slechts een schepsel.

En net zoals op het vlak van kunst schieten de woorden van onze dagdagelijkse doe de afwas wereld tekort.

Natuurlijk schieten ze tekort, want transcendentie gaat nu eenmaal per definitie over “iets” waar wij niet aan kunnen …

En dus vallen we terug op beelden en verhalen.

Onlangs las ik een interview van een bekende mediafiguur wiens naam me is ontschoten wegens totaal onbelangrijk. Hij verklaarde dat hij ongelovig is want er is geen hemel met daarin een oude man met een baard.

Natuurlijk is er wel een hemel met een oude man met baard ! Alleen reikt de geest van die hooggeschoolde niet hoog genoeg om tot in de hemel te geraken.

Anders gezegd: hij heeft niet begrepen dat verhalen misschien niet werkelijk gebeuren, maar wel om een werkelijkheid kunnen gaan.

In de aanhef van de blog van Valérie Kabergs staat dan ook dat belangrijke woord: beeld. Het beeld van God.

Ook Jezus werkt met beelden. 

De Farizeeën en wetgeleerden van het Jodendom zagen God als een rechtvaardige rechter.

Jezus stelt daartegenover het beeld van een goed vadertje. Kabergs heeft liever een opaatje. Voor mij niet gelaten als er maar paatje in voorkomt. Of maatje.

Het overstijgende in de werkelijkheid kunnen wij uiteraard niet vatten. We kunnen niet anders dan het binnen trekken in onze menselijke werkelijkheid. Om het beeldend te zeggen: binnen trekken is hier ook omlaag trekken, vermenselijken. We moeten God vermenselijken om over hem te kunnen spreken. Er zijn mensen die daarover vallen en beweren dat God dus niet bestaat.

Als het mij overstijgt, gaat het over “iets” dat mijn bestaan bepaalt; dat de zin van mijn bestaan is; waar ik mij moet aan overgeven.

Wie geen aanvoelen van transcendentie heeft – de mens die werkt om terrasjes te kunnen doen – kan zich er ook niet aan overgeven. Maar de religieus-gevoelige mens koestert dat overgeven.

De vraag is dan: benader ik die transcendentie – God – positief of negatief ? Optimistisch of pessimistisch ?

Oude Romeinen hadden het over het fatum, het lot, het noodlot. Het is een pessimistische visie van de transcendentie. Ik ga hier niet dieper in op het aspect “determinisme”.

Het vadertje van Jezus en het opaatje van Kabregs zijn de positieve benadering. Ze getuigen van een diepgeworteld optimisme; van geloof in het leven.

In het bijbelse scheppingsverhaal komt geregeld dat zinnetje terug: … en God zag dat het goed was …

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *