Doorbraak
Heilig Hart als remedie tegen ‘onmenselijke’ algoritmes
Neen, echt niet, ik hou niet van de stroperige kitschdevotie die in de negentiende en en de eerste helft van de twintigste eeuw het Rijke Roomse Leven kenmerkte.
Als de paus daarnaar terugwil, klopt hij bij mij aan het verkeerde adres.
Dit is dus geen oproep om terug beelden van het Heilig Hart op de schouw boven de stoof te zetten.
En ik zie mezelf niet mediteren, opkijkend naar zo ’n beeld terwijl de tranen over mijn wangen vloeien als ik tot mijn hart laat doordringen hoe dit liefdevolle hart van Jezus, omslingerd door een doornenkroon heeft geleden voor mijn redding en zieleheil.
Een spiritualiteit van het offer is me totaal vreemd. Als de katholieke kerk terug volk naar haar liturgie wil krijgen, moet ze beginnen met het altaar als offerplaats naar de kelders te verhuizen, of cadeau te doen aan vintage slagers.
En, laat me duidelijk zijn: ik doe altijd opnieuw beroep op de uitspraak van de apostel Johannes in zijn eerste brief: God is Liefde. Het is voor mij de beste samenvatting van de christelijke boodschap en omvat het enige wat telt.
Maar die samenvatting betekent niet dat er ergens, nergens, overal – en toch hier boven – altijd iets of iemand is die van ons houdt en mijn en jouw naam geschreven heeft in de palm van zijn hand en bewaart in zijn voor ons bloedende hart.
Als God liefde is, is hij niet iets of iemand, maar een gebeurtenis. Liefde is een gebeurtenis. God is als liefde, hij gebeurt. Ubi caritas et amor, Deus ibi est. Waar goedheid en liefde zijn, daar is God.
Natuurlijk kan je nu zeggen dat ik zelf God toch wel voorstel als iemand, want ik gebruik het voornaamwoord “Hij” om hem (!) aan te duiden.
Sorry, maar ik heb geen andere woorden dan menselijke woorden. Ik heb geen andere begrippen, dan menselijke begrippen.
Ik probeer te spreken over dingen die per definitie mijn menselijke begrippen te boven gaan: de allesomvattende transcendentie. Transcendentie – overstijgende – betekent nu eenmaal: te hoog gestegen voor mij. Ik kan dus niet anders dan aan antropomorfisme doen.
Net zoals mijn tante haar hondje toespreekt alsof het menselijk is, kan ik niet anders dan over God spreken alsof het een mens is.
Atheïsten vallen daarover. Ze zijn dan ook dom.
Dat priesters en bisschoppen ons verkondigen dat God ons liefheeft en dat we kracht moeten vinden in het geloof dat de hele wereld ons kan minachten, maar dat er altijd iemand zal zijn, God, die van ons houdt, is even dom.
Maar terug naar de paus. Het is een smet op zijn pleidooi dat hij in zijn brief beroep doet op een hysterische non uit de zeventiende eeuw, maar in de kern van de zaak heeft hij gelijk.
Ik ga hier niets zeggen over andere culturen en andere werelddelen – ik weet er te weinig over.
Maar onze welvaartsmaatschappij gelijk ze is opgebouwd in het West-Europese socialisme – Rijnlandmodel – met onze systemen van sociale zekerheid faalt zeker door gebrek aan “hartelijkheid”. Eerst en vooral is dat socialisme puur gericht op materiële welstand. Het gaat over lonen, werkloosheidsuitkeringen, pensioenen, terugbetalingen van ziekenzorg …
Natuurlijk is er ook aandacht voor werkomstandigheden, gezondheid … maar als je daarop doordenkt, blijft ook dat materialistisch.
Dat materialisme is ook totaal doorgedrongen in de zogenaamde culturele wereld, de wereld van de geest, van de kunst …
De cultuur van nogal wat mensen vindt haar hoogtepunt tegenwoordig op massa-festivals, gekruid met geestesverruimende middelen.
Alles, maar ook letterlijk alles is vercommercialiseerd.
Ja, er zijn natuurlijk nog mensen die hart hebben voor anderen. Denk aan mantelzorgers of aan Vlamingen die spontaan ter hulp snellen als Walen verzuipen.
Sorry, ik kan het niet laten, het is echt niet slecht bedoeld. Ik heb een hart voor Walen.
Nu zal zeker heel wat van die liefdadige actie zijn ingegeven door de drang om zich een goed mens te voelen. Dikwijls zit er een egocentrisch kantje aan. Om zich goed te voelen hebben mensen het nodig om goed te zijn.
Maar meestal zal het een mengsel zijn van egocentrisme en pure naastenliefde. Soms wat meer egocentrisme, soms andersom. Maar ik ben er wel blij mee. Een goed hart moet niet altijd puur zijn om nog altijd goed te zijn. Wij zijn God niet.
Ik wil me vastklampen aan de goede harten die toch nog kloppen in onze wereld.
Maar onze samenleving als zodanig is dat hart wel kwijt geraakt.
En de paus heeft groot gelijk als hij waarschuwt voor de huidige ontwikkelingen met de artificiële intelligentie, de “menselijke” robots, de algoritmen die de gang van zaken bepalen.
Ouden van dagen kunnen misschien troost vinden in vriendelijke robots, maar die dingen hebben wel geen goed hart. Ze hebben gewoon géén hart. Ze hebben een batterij.
Ik zou het toejuichen als de geborneerde genieën die zulke dingen ontwerpen er zouden in slagen om een robot met een echt hart te maken.
Alhoewel: waarom zouden ze zich daar mee bezig houden ? We hebben toch de mens al ?
En dus ja: laat die prenten en beelden van Jezus met het bloedende hart maar waar ze thuis horen: tussen de spinnenwebben.
Maar de oproep van de paus om onze wereld te hervormen en opnieuw een goed hart te cultiveren, niet enkel in ons eigen hart, maar ook in de wereld is wel de aandacht waard, die het van onze areligieuze media niet krijgt.
De areligieuze media vinden een hartelijke wereld niet belangrijk.
En daarmee heb ik ook al aangegeven: zonder religieuze spiritualiteit is een hartelijke wereld niet denkbaar.