Mens of beest ?

Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten. Als iemand u op de ene wang slaat, keert hem ook de andere toe … Lc. 6, 27 e.v.

Ja, ik wil wel. Maar ik heb slechts twee wangen. Als hij een derde keer slaat, mag hij zich wel aan een lelijke doef van mij verwachten.

Ah ja, want ik ben ook maar een mens.

Als binnen enkele weken Jezus gevangen zal genomen worden, veroordeeld en gekruisigd, zal hij zijn woorden van vandaag zelf wél waar maken.

Hij zal Petrus terecht wijzen die het oor van een soldaat die Jezus gevangen nam afhakte en dat oor wonderbaarlijk terug aan man’s kop hangen. Voor de soldaten die hem kruisigen zal hij bidden: Vader vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen …

Was Jezus dan niet zwak menselijk zoals ik ?

Juist omdat hij onze zwak-menselijkheid oversteeg wordt hij Zoon van God genoemd.

Ok, dat is mythologische taal. Ook nu nog kunnen wij niet zonder mythologische taal om te spreken over wat ons overstijgt. De Joden van de tijd hadden gewoon géén andere taal.

In onze tijd kan ik proberen om het toch in meer hedendaagse taal te verwoorden.

Alle menselijk handelen vertrekt vanuit twee fundamentele strevingen: de drang om te overleven en de drang naar genot. Zeg me om het even wat je doet, en ik kan het tot een van die twee (of allebei) terugbrengen.

Je vindt deze drang terug bij de dieren.

De mens die zich door deze fundamentele strevingen laat leiden, leeft op het niveau van de dieren.

Mijn leraar biologie had gelijk: de mens is een zoogdier.

De vraag is dan: wat is het verschil tussen mij en het dier ? Is er eigenlijk wel verschil ? Moet ik niet gewoon aanvaarden dat ik een beest ben, alleen gezegend met een wat groter hersenvolume ?

Ok, we zijn in normale omstandigheden beleefd voor mekaar. Er zijn zelfs mensen die er in slagen om zich “voornaam” te gedragen. Maar dit kan je terugbrengen tot de drang naar overleven en de drang naar genot, want als we beleefd zijn, slaan we mekaar niet dood en het maakt het leven ook aangenamer – genot.

Maar ook de beleefde en voorname mens zit dus nog altijd op het niveau van de dieren. Dat geldt nog duidelijker voor de wetenschappelijke mens. 

Wat is geloof ? Je zou geloof kunnen omschrijven als een oproep om het dierlijke niveau te overstijgen, richting de God van Jezus. Vermits we per definitie niet tot bij God kunnen geraken, blijven we steken in menselijkheid; échte menselijkheid, maar niet meer beestig.

Het geloof roept ons op om echt mens te worden.

Sta me toe om het wat concreter te maken met een bedenking over arbeid.

Waarom – waarvoor – werkt een mens ?

Het eerste antwoord is natuurlijk: om (goed) zijn kost te verdienen. Je kan “zijn kost verdienen” dan zien als overleven en “goed” als genot.

Een leeuw jaagt, een mens werkt.

Maar ik kan mijn motivatie ook zoeken op een hoger niveau: ik kan mijn werk ook zien als dienst aan anderen. Als een meubelmaker voor een klant een mooie kast maakt en die kast aan de klant presenteert kan hij beseffen dat hij die klant heeft blij gemaakt. Hij kan zijn werk met liefde gedaan hebben.

Er zijn mensen die koken met liefde. Maar dat is bij Valentijn en telt niet mee.

Ik kan mijn werk ook zien als een bijdrage aan de opbouw van samenleving; van gemeenschap.

Het drama van de industriële evolutie bestaat er in dat voor een mens in een autofabriek – aan de band – het psychisch onmogelijk is om het verband te leggen tussen zijn werk en de liefde voor de mens die later met die auto gaat rijden. Voor mijn part noem je dat vervreemding; of verbeesting.

Het komt er op neer dat de organisatie van de arbeid de mens belet om tot ware menselijkheid te komen.

Ik denk dat dit een van de factoren is die hebben meegespeeld in de verheidensing van onze samenleving.

Ik laat het nu aan jou over om de toepassing te maken op andere levensterreinen dan de arbeid.

Maar laat het duidelijk zijn: wie enkel werkt om veel geld te verdienen, zit, althans op dat vlak van het leven, op een dierlijk niveau.

In de mythe wordt Jezus voorgesteld als zoon van God; als goddelijk. De theoloog zegt dan dat Jezus zowel menselijk als goddelijk is.

Maar als ik de mythe achter me laat is Jezus niet God, maar gewoon echt mens.

Jezus roept de mensheid op om te groeien in menselijkheid.

En ja, als Jezus oproept om de vijand lief te hebben is dat veel extremer dan werken om iemand dienst te bewijzen. Maar Jezus kan niet anders dan extreem zijn: alles wat met God te maken heeft is per definitie extreem. We zouden al veel verder staan als we maar een klein beetje weg naar dat extreme zouden afgelegd hebben.

Wie nu kijkt naar de toestand van de wereld ziet ons totaal de andere kant op gaan. We zien beesten die mekaar bevechten met de hoogtechnologische middelen van het menselijke beest.

Misschien toch maar eens wat beter naar Jezus luisteren ?

Lc. 6, 27-28 

Tot u die naar Mij luistert zeg Ik: Bemint uw vijanden, doet wel aan die u haten, zegent hen die u vervloeken en bidt voor hen die u mishandelen. Als iemand u op de ene wang slaat, keert hem ook de andere toe; en als iemand uw bovenkleed van u afneemt, belet hem niet ook uw onderkleed te nemen. Geeft aan ieder die u iets vraagt, en als iemand wegneemt wat u toebehoort, eist het niet terug. Zoals gij wilt dat de mensen u behandelen, moet gij het hun doen. Als gij bemint wie u beminnen wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars beminnen wie hen liefhebben. Als gij weldoet aan wie u weldaden bewijzen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Dat doen de zondaars ook. Als gij leent aan hen van wie ge hoopt terug te krijgen, wat voor recht op dank hebt ge dan? Ook de zondaars lenen aan zondaars met de bedoeling evenveel terug te krijgen. Neen, bemint uw vijanden, doet goed en leent uit zonder erop te rekenen iets terug te krijgen. Dan zal uw loon groot zijn, dan zult ge kinderen zijn van de Allerhoogste, die immers ook goed is voor de ondankbaren en slechten. 

Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is. Oordeelt niet, dan zult ge niet geoordeeld worden; veroordeelt niet, dat zult ge niet veroordeeld worden; spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden. Geeft, en u zal gegeven worden; een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal men u in de schoot storten. De maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken.’ 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *