Gisteren heb ik aangegeven dat alle menselijk handelen terug te brengen is tot het streven naar genot en het streven naar overleven; en dat dit via het streven naar macht onvermijdelijk tot oorlog leidt, zeker in het kapitalisme.
Ook in mijn bezinning van 23 februari kwam dat streven naar genot en naar overleven al aan bod.
Ik wil dit thema hier even verder uitdiepen.
Het probleem ligt bij het woordje “menselijk” in “alle menselijk handelen is terug te brengen tot …”
Want dat menselijk handelen vind je even goed terug bij de dieren.
Er zijn natuurlijk mensen die er geen graten in zien om de mens gewoon als een dier te beschouwen, maar ik hoop dat jullie niet meegaan in dat verhaal en de mens niet zien als een beest met alleen maar wat meer hersenen.
Mag menselijk echt menselijk betekenen ?
Een en ander zou inhouden dat de mens dus nog wel dierlijke trekken heeft, maar tegelijkertijd ook geroepen is om te groeien in menselijkheid.
Is de menselijke soort gewoon een “voltooide” soort of zit er groei in naar dieper bewustzijn en besef van diepere menselijkheid ? Kan de toepassing van de evolutietheorie de menselijke soort nog “verfijnen” ?
Ik weiger me neer te leggen bij de fatalistische houding van “de mens is nu eenmaal gelijk hij is, en daar is niets aan te veranderen”.
Als je de mens aanvaardt als dier, aanvaard je hem als schaamteloos egocentrisch. Voor mijn part vertaal je dat dierlijke egocentrisme naar narcisme op het niveau van de menselijke soort.
En daar komt religie in het spel, meer bepaald de religie van die Jezus van Nazareth.
Zou het toeval zijn dat het narcisme in onze samenleving geweldig stijgt, juist in een tijd van onverschilligheid of zelfs vijandschap tegenover religie ?
Begrijp me niet verkeerd: er is overweldigend kritiek te geven op wat mensen van religie hebben gemaakt. Ik wil het hier niet hebben over de islam, ook de katholieke kerk die zich beroept op Jezus heeft er een stinkend potje van gemaakt. Die afwijzing is terecht.
Maar als je doordenkt op de diepere betekenis van religie wordt het toch anders.
Religie is het aanvaarden van transcendentie; het besef dat de mens niet het centrum is. Dat ik niet het centrum ben.
Ik ben slechts een minimaal deeltje van een oneindige werkelijkheid die een geheel vormt; waarin alles met alles is verbonden. Religie komt van het Latijnse werkwoord “religare”, verbinden.
Religie betekent dat ik me verbonden voel met het grote geheel van de schepping in het besef van mijn kleinheid.
Mijn kleinheid is echter geen excuus om niet een waardevol deeltje te zijn. Uiteraard ben ik misbaar, maar dat wil niet zeggen dat ik zonder betekenis ben.
Vergelijk het met een huis. Ik ben een onbeduidende baksteen en perfect vervangbaar. Maar zolang ik in de muur zit, draag ik wel bij tot het in stand houden van het huis.
Jezus stelt de liefde als essentiële, onvoorwaardelijke opdracht voor de mens. Hij vertrekt van de verbondenheid van de schepping en trekt die door naar de verbondenheid van de mensen.
Zo wordt stilaan duidelijk dat die Jezus ons oproept om het niveau van genot en overleven te overstijgen; om deel te nemen aan de transcendentie.
Theologen zullen nu graag verwijzen naar God die in Jezus mens wordt en Jezus die bij God wordt opgenomen, waarbij het begrip God dan kan vertaald worden naar transcendentie.
Je zou die theologie kunnen zien als een mythologische verwoording. Voor mijn part niet gelaten. Maar ik heb genoeg aan de overweging van die Jezus zoals hij ons wordt voorgesteld in de evangelies.
De fundamentele vraag is dan: kunnen wij groeien van het dierlijke naar de menselijkheid van Jezus ?
Of is de mens gewoon een dier en zal dat altijd zo blijven ?
In eerdere blogs heb ik me voorgesteld als een gemotiveerde tegenstander van het kapitalisme dat je zou kunnen terugbrengen tot de toepassing van het streven naar genot en overleven binnen een economisch systeem.
Als je de mens als dier aanvaardt, is er geen alternatief voor het kapitalisme; voor de benedenmenselijkheid van de oorlog.
Een en ander betekent dat op dit ogenblik een menselijk alternatief voor het kapitalisme niet mogelijk is. De mensheid is er niet klaar voor.
Daar ligt ook de oorzaak van de mislukking van alle vormen van alternatief – communisme, waarbij ook door de afwijzing van religie natuurlijk een essentieel element voor het lukken van het communisme buitenspel werd gezet.
Ik kan niet zeker weten dat de mens ooit genoeg mens zal zijn; of zelfs dat hij geroepen is om te groeien in menselijkheid.
Maar als ik kijk naar het lijden in een oorlog; naar mensen die mekaar gelijk beesten afslachten, weiger ik om aan te nemen dat we de mens gewoon moeten aanvaarden als een dier.
Alleen al het feit dat ik de onmenselijkheid van de dierlijke mens besef, moet mij er toe aanzetten om te geloven.
Er is op dit ogenblik geen alternatief voor het kapitalisme, en mijn strijd er tegen kan dus zinloos lijken. Maar als ik mijn strijd tegen het kapitalisme laat samengaan met strijd voor religie, aanvaarding van transcendentie, geloof in de boodschap van Jezus … ben ik toch al op weg naar dat alternatief.
Of sta jij liever stil ?