Het verhaal van de overspelige vrouw

Grisaille van Pieter Bruegel de Oude

Jezus zit in de tempel van Jerusalem en de Farizeeën brengen een vrouw binnen die betrapt is op overspel. Volgens de wet moet ze gestenigd worden. De Farizeeën vragen Jezus wat zijn gedacht is over die steniging. Als Jezus vasthoudt aan  zijn godsbeeld van de Goede Vader en die vrouw vrijspreekt, gaat hij in tegen de Wet en kunnen ze hem aanklagen.

Jezus omzeilt de valstrik. Hij spreekt de vrouw niet vrij. Hij veroordeelt haar ook niet. Door de stellen dat wie zonder zonde is de eerste steen moet gooien, creëert hij een situatie waarbij ook de Farizeeën hun veroordeling niet kunnen volhouden. De Farizeeën druipen af. Dan vraagt Jezus aan de vrouw: wie heeft u veroordeeld ? Zij antwoordt: niemand …

Het verhaal eindigt met de woorden van Jezus: “Ook ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig niet meer”.

Ik hoor de feministen nu al krijsen: en waar is de overspelige man ? Er kan geen overspelige vrouw zijn zonder overspelige man. Waarom wordt die man niet veroordeeld ? 

Maar Jezus is slimmer dan de feministen. Zoals wel meer in de evangelies draait hij ook hier de zaken om: de man moet niet veroordeeld worden omdat de vrouw veroordeeld wordt, maar de vrouw mag niet veroordeeld worden omdat de man niet veroordeeld wordt.

Och, ik weet ook wel dat Jezus waarschijnlijk niet echt zo gedacht heeft. Het feminisme was in zijn tijd nog niet uitgevonden. Maar het klopt wel: als ze een man zouden voorgeleid hebben, zou hij voor die man hetzelfde gedaan hebben als nu voor die vrouw. Zijn God oordeelt niet, man of vrouw maakt niet uit.

In dit verhaal komt een uitdrukking twee maal voor. Dat wijst er op dat de schrijver ze belangrijk vindt.

De Farizeeën zetten de vrouw in het midden om haar aan te klagen.

Later staat er een vreemd zinnetje: 

Toen zij dit hoorden, dropen zij (de Farizeeën) een voor een af, de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw, die nog midden in de kring stond. “

Blijkbaar werd de kring niet enkel gevormd door de Farizeeën, maar ook door andere mensen die niét de steniging eisten.

In het verhaal bestaat de samenleving niet enkel uit Farizeeën. Blijkbaar zijn er ook mensen die de vrouw in hun midden houden.

Dit verhaal wordt vandaag in de katholieke eredienst gelezen.

Bij alle heisa over de gerechtelijke uitspraak van de Leuvense student die een medestudente verkracht heeft, wordt dit verhaal echt wel actueel.

Natuurlijk is een verkrachting nog wel wat anders dan overspel. Maar toch.

Het is hier niet de plaats om in te gaan op de details van deze rechtszaak.

Pleit Jezus voor straffeloosheid ?

Om te beginnen heeft Jezus in doen en laten nooit  de bedoeling om rechtstreeks iets te zeggen over de mens. Zijn boodschap gaat over God. Ook hier maakt hij door zijn woorden en daden duidelijk wie en hoe God is. En hoe zijn relatie met de mens is.

(Trouwe lezers weten dat ik me bij het woord God altijd in een mythologische context begeef.)

En ja dus: de God van Jezus oordeelt en veroordeelt niet en bestraft niet.

Maar ik ben God niet en ik hoop dat jij je ook niet gedraagt alsof je God bent. Als je goed je best doet zal dat ooit wel lukken.

Ik probeer beroep te doen op mijn gezond verstand. En begeef me naar het niveau van de mens.

In een samenleving is een gerecht noodzakelijk. Er moeten uitspraken gedaan worden over schuld en boete.

Een verkrachting kan niet zo maar met de mantel van de liefde worden bedekt.

Maar moeten we naar aanleiding van dit verhaal toch ook niet even nadenken over de zin en onzin van straf ?

Jezus stelt tegenover deze vrouw een daad van liefde.

Waar zit in onze rechtspraak de liefde ?

Waar zit de liefde in onze bestraffing ?

Waar voelt de schuldige dat de straf bedoeld is voor zijn goed ? 

Een straf werkt enkel als de gestrafte kan geloven dat de straf geen wraak is, geen pesterij … maar bedoeld om hem te helpen om een beter mens te worden.

Als je de  verschrikkelijke commentaren leest in de sociale media op de gerechtelijke uitspraak in Leuven, dan zie je primitieve wraak van primairen – ik had bijna geschreven primaten, maar die zijn niet wraakzuchtig. Bij die primairen nogal veel studenten, toekomstige elite van onze samenleving. De toekomst van onze samenleving ziet er niet goed uit.

Misschien is de liefde niet mogelijk in de rechtspraak zelf, maar waar zit de liefde in onze samenleving nà de uitspraak van de rechter ?

Waar halen we de schuldige opnieuw in ons midden ?

Vermits Jezus het over God heeft, is hij altijd radicaal. Het begrip God – Allerhoogste – is nu eenmaal een radicaal begrip. Extremer kan niet.

Wij, mensen, moeten niet zo radicaal zijn. Maar als we er in zouden slagen om wat meer op Jezus te gelijken, zou onze samenleving er toch wat mooier uitzien.

Joh. 8, 2-11

‘s Morgens vroeg verscheen Hij weer in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Toen brachten schriftgeleerden en Farizeeën Hem een vrouw die op overspel was betrapt. Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot Hem: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt, terwijl ze overspel bedreef. Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar Gij, wat zegt Gij ervan?” Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop Hem ergens van de te kunnen beschuldigen. Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bij Hem aanhielden met vragen, richtte Hij zich op en zei tot hen: “Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.” Weer boog Hij zich voorover en schreef op de grond. Toen zij dit hoorden, dropen zij een voor een af, de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw, die nog midden in de kring stond.  Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: “Vrouw, waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?” Zij antwoordde: “Niemand, Heer.” Toen zei Jezus tot haar: “Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.”

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *