VRTNWS
Met oude economische recepten geen duurzame toekomst
Het gebeurt niet veel, maar ik ben het in alles eens met Dirk Holemans. Zeker als hij het heeft over Voka. Dat is iets om af te schaffen. Alleen zegt hij niet alles.
Ik haal er twee elementen uit: een economie die niet meer gericht is op groei; en opvattingen over welvaart en welzijn die minder afhankelijk zijn van materiële consumptie.
Is een economie die niet gericht is op groei mogelijk ? Ja, natuurlijk, maar niet in onze huidige economie. Holemans heeft het over een ander economisch systeem. Hij heeft gelijk. Maar het is niet genoeg om te zeggen dat dit ander economisch systeem niet meer gericht mag zijn op groei. Holemans moet dan ook zeggen in welke basisprincipes dat ander systeem moet verschillen van het huidige. En dat zegt hij niet.
Ik zal het wél zeggen. De vraag hierbij is eigenlijk simpel: wat zijn de basisprincipes van het huidige systeem, en wat is hun verband met een onafwendbare economische groei ?
De basiselementen van het huidige systeem zijn de concurrentie die samengaat met de vrije markt; de privé-eigendom van de productiemiddelen en dus ook van de producten; daaraan verbonden de winst als doel van de activiteit.
Laat me met dit laatste beginnen: in het huidige systeem is de productie niet gericht op het voldoen van noden, maar op winst.
Als er geen winst te rapen is, zal er niet geproduceerd worden, ook niet als er nood is aan het product (denk aan medicijnen). Daarbij is het opvallend dat de meeste mensen dat normaal vinden. (Behalve voor medicijnen.) Maar er zullen wél producten op de markt gebracht worden die eigenlijk niet nodig zijn, maar waarvoor men een winstgevende markt kan creëren, onder andere door reclame. Als de productie enkel gericht is op winst, zal er zoveel mogelijk geproduceerd worden zolang er winst te rapen valt. Als bij een product de winst wegvalt, zal de eigenaar op zoek gaan naar een ander product om winst te maken en daarbij weer zo veel mogelijk gaan produceren. Als je daarbij de menselijke hebzucht in rekening brengt, kàn het systeem niet anders dan leiden tot groei.
De concurrentie op de vrije markt eist dat de maakprijs van een product zo laag mogelijk is. Dat maakt dat waar enigszins mogelijk zal overgegaan worden tot massaproductie. Verschillende producenten gaan dan tegen mekaar op aan massaproductie doen. Dat leidt tot overproductie met als bijkomend gevolg ook de wegwerpmaatschappij. Maar het voornaamste gevolg is een steeds sterker wordende groei.
Privé-eigenaars hebben er geen enkel belang bij om de groei tegen te gaan. Als ze vanuit maatschappelijke bekommernis toch bereid zouden zijn om minder te groeien, kunnen ze dat niet waar maken zolang er anderen zijn die wel willen blijven groeien, want dan verliezen ze de concurrentiestrijd.
De maatschappij zou de privé-eigenaren moeten verplichten om de groei te matigen. Als alle producenten daartoe verplicht worden, zouden de kansen gelijk blijven. Maar de maatschappij kan zo ’n verplichting niet opleggen omdat de macht bij de privé-eigenaren ligt. In het kapitalisme ligt de macht bij het kapitaal en staat de politiek in dienst van dat kapitaal. Onze representatieve parlementaire democratie waarin de partijen een essentiële rol spelen is er precies om de macht bij het kapitaal te houden en de burger te paaien met de dooie mus van het stemrecht. Bedenk hierbij dat de partijen hetzelfde principe van concurrentie hanteren als de economie. Binnen deze vorm van democratie is een andere economie niet mogelijk.
Wie hieraan zou twijfelen moet enkel naar de werkelijkheid kijken: ook in onze streken met sterke vakbonden (die elders in de wereld zelfs niet bestaan ! ) zijn de vakbonden er niet in geslaagd om het neoliberalisme buiten te houden, en is er geen enkel signaal dat ze een verder doordringen van het neoliberalisme kunnen tegenhouden, hoe hard ze ook roepen. Denk hierbij aan de invoer van de flexi-jobs; de uitzend-arbeid; het groeiend aantal mensen dat in de armoede zit ondanks een full-time job. De linkse bewegingen klagen terecht de groeiende armoede aan. Maar die armoede blijft wel groeien, wat de onmacht van links duidelijk maakt. Bedrijven die grote winsten maken, herstructureren toch en smijten werkvolk op straat. Links schreeuwt moord en brand, er worden wat paletten in brand gestoken, maar de herstructureringen gaan gewoon door.
Dàt is de werkelijkheid.
Welaan dan, Dirk Holemans: hoe ga je de concurrentie afschaffen, het bezit van de productiemiddelen in handen geven van gemeenschappen, een democratie installeren zonder politieke partijen ?
Hoe ga je de bevolking ertoe brengen om uit vrije wil soberder te gaan leven als het systeem de mensen dag en nacht met reclame bestookt en manipuleert om steeds meer te consumeren en daarbij hebzucht en zucht naar genot schaamteloos cultiveert ? Hoe ga je de reclame uitschakelen ?
De green deal van Ursula von der Leyen slaagt er in om de roden en groenen in het Europese parlement tot uitbarstingen van enthousiasme te bewegen omdat die green deal zou leiden tot duurzaamheid, het terugdringen van de CEO2, kortom tot vergroening van de economie. Maar die green deal is tegelijkertijd extreem gericht op groei. Zodus…
Niettegenstaande de globalisering leven de meeste mensen in een relatief klein wereldje met een beperkte bevolking. Dat is ook zo voor linksen en groenen. Zeker bij groenen is dat dikwijls een elitair wereldje van hoog opgeleiden. Zij zien in hun wereldje allerlei hoopgevende signalen, van zelfoogst-velden, burgercoöperaties voor windmolen-energie, winkels voor her-gebruik, tot comités tegen vestiging van industrie in bosgebied. Ik zelf draag bamboe-ondergoed. Maar ik zeg je: zolang de gewone mensen die nu vlaams blok stemmen niet bereid zijn tot soberder leven, haalt het allemaal niets uit.
Pessimisten aller landen, verenigt u !