Toegegeven: ik heb getwijfeld of ik in mijn titel “man” of “mens” moest schrijven. “Man” kan sommigen doen denken aan seks, en dat is hier niet de bedoeling. Het is toch “man” geworden omdat ik anders niet kon beginnen met deze inleiding. En vooral: omdat ik enkel intelligente lezers heb.
Toegegeven: ik ben een smeerlap. Een christelijke smeerlap. Af en toe kom ik iemand tegen die niet vriendelijk is; zich vijandig opstelt. Dat gebeurt niet veel, want ik kom weinig mensen tegen; maar soms dus wel. Ik beantwoord die vijandigheid dan met grote vriendelijkheid. Ah ja, want ik ben christen en neem ook het moeilijkste gebod ernstig: heb je vijand lief ! Ik verdrink haat in liefde.
Dikwijls brengt dat een oplossing: de vijandigheid smelt weg als sneeuw voor de zon. De vijand wordt ontwapend en ik eindig als de winnaar. Daarom is het ook smerig.
Maar het gebeurt ook dat mijn vriendelijkheid de vijand nog kwader maakt. Dan is er natuurlijk slechts één oplossing: ik peer hem op zijn bakkes. Daar heb ik op geoefend. Volgens Jezus zou ik zelfs met die aanhoudende vijandigheid vriendelijk moeten blijven, maar ik ben God niet.
De avond dat Jezus werd gevangengenomen in de hof van Gethsemani trok Petrus zijn zwaard en hakte een van de soldaten een oor af. Jezus raapte dat oor op en hing het terug aan de lelijke boeventronie van de smeerlap die hem kwam boeien. Ik kan dat niet. Ik kan iemand een oor aannaaien, maar ik denk niet dat Jezus tevreden zou zijn over mijn werk.
De kernboodschap van de evangelies en van Jezus is: God is liefde.
Wie bij mijn titel aan seks dacht zal nu misschien ook weer aan seks denken. Goddelijke seks. Of op zijn minst aan hartstocht. Vroeger zou bij liefde ook altijd dadelijk gedacht zijn aan kinderen kopen. Maar door het kapitalisme zijn kinderen nogal duur geworden en dus heeft een kapitalist de pil uitgevonden om winst te maken uit het feit dat mensen te weinig geld hebben om kinderen te kopen. Ik vind dat geniaal: de mensen geven het geld voor een kind nu aan een op winst beluste kapitalist. Dat heet feminisme.
“God is liefde” heeft dus niets te maken met feminisme. Niet alle liefde is goddelijk.
Mijn vrouw heeft een goddelijk lijf. Alles in de juiste proporties. Ze zou kunnen poseren voor Leonardo da Vinci. En ze weet dat lijf in de juiste omstandigheden opwindend te gebruiken. Ze is intelligent. Ik vind dat belangrijk. Ik kan niet houden van domme vrouwen. En ze heeft de juiste stem. Niet zoals het vrouwvolk dat tegenwoordig onze TV-en Radio bevuilt door ratelend geneuzel met stemmen die doen denken aan drilboren in overtoerental. Ze heeft alles om aantrekkelijk te zijn voor mij. Hoe zou ik niet van haar kunnen houden ?
Seks schept een band, maar breekt die na een tijd ook weer terug af en genot vraagt om afwisseling en dus wordt het gras aan de andere kant van de draad groener. Ik heb een vriend wiens vrouw bij een auto-ongeval zwaar verbrand is geraakt en verder moet in een rolstoel. Hij is van job veranderd en bijna professioneel rolstoelduwer geworden. Ik bewonder hem en natuurlijk vraag ik me soms af: zou ik dat kunnen ?
Neen, mijn liefde voor mijn aantrekkelijke vrouw is niet de liefde waar Jezus het over heeft. Jezus heeft het over de liefde voor wie niet aantrekkelijk is. Bij mijn vriend over de liefde voor wie niet meer aantrekkelijk is. Bij mij die aan de draad staat voor mijn vrouw die niet meer nieuw genoeg is.
Ik heb beslist om christen te zijn en dus spits ik mijn oren. Want ergens is er iemand die fluistert. God roept niet, want hij wil zich niet opdringen. Maar hij roept me wel fluisterend op om een beetje meer mens te worden naar zijn beeld en gelijkenis (Gen. 1,26); om mijn huidige zelf te overstijgen in de beleving van de liefde.
Mijn vrouw wekt mijn liefde door haar aantrekkelijkheid. Die geeft haar waarde voor mij.
De vrouw van mijn vriend heeft die aantrekkelijkheid niet meer, maar ze krijgt waarde doordat hij haar liefheeft.
God fluistert me toe: het gras kan wel groener zijn, maar de waardevolste vrouw van de wereld staat aan jouw kant van de draad. Je moet haar alleen maar zo waardevol maken door van haar te houden.
Is iedereen waard om bemind te worden ? Over die waarde van mensen kan je discussiëren. Maar als je stelt dat iemand waarde krijgt doordat hij bemind wordt wordt de plicht om te beminnen onvoorwaardelijk.
En neen, niet mijn vriend is God. Ook zijn vrouw niet. God is wat er gebeurt als hij haar rolstoel duwt.
God is liefde. Liefde is iets wat gebeurt. God is niet iets of iemand, ergens, overal, ooit, altijd. Hij is een gebeurtenis. Hij is daar waar hij gebeurt.
Iemand vroeg me ooit: kan je God zien ? Ja, natuurlijk: ik zie hem als mijn vriend de rolstoel duwt.
“Ubi caritas en amor, Deus ibi est…” zingt de Gregoriaanse hymne. Daar waar goedheid en liefde zijn, daar is God.
En Poetin ? Is God bij hem ? Is hij slecht genoeg om God nodig te hebben om er van te houden ?
Van mij mag je Poetin de slechtste mens op aarde noemen. Nog slechter dan Biden of De Croo. Maar wordt het niet tijd dat alle christenen hem liefdesbrieven schrijven ?
Met Poetin zou me dat nog wel lukken. Met De Croo zeker niet. Ik ben God niet.