De verkiezingen en het Rijk Gods

Vandaag mogen we gaan stemmen. Mensen voelen zich geroepen om ons een betere wereld te beloven als we hen maar aan de macht te brengen.

Ik geloof niet dat macht een betere wereld kan creëren.

Neen, ik ga je dus vanuit geloof in de boodschap van Jezus geen stem advies geven. Misschien zijn er nog politici die zich ernstig door deze boodschap laten inspireren, maar ik ken ze niet, en in ieder geval denken ze dat ze er beter aan doen om zich niet te veel te verbinden met alles wat naar christelijk geloof (ik heb het zelfs niet over de kerk) neigt.

Ze kiezen nog liever de kant van het geloof in Allah.

De overgrote meerderheid van de kiezers zijn totaal onverschillig voor de boodschap van Jezus. Ze interesseert hen niet; ze kennen ze niet; ze begrijpen ze niet. Ik wel.

Die onverschilligheid heeft natuurlijk te maken met de geschiedenis van de kerk die er niet in geslaagd is om de boodschap te kaderen in het hedendaagse denken; die is blijven steken in voor de hedendaagse mens alsmaar legere rituelen; en die gekozen heeft om het goddeloze communisme te bestrijden en het al even goddeloze kapitalisme te omarmen. Daarbij heeft dat kapitalisme door zijn plat materialisme – nog platter dan het communistische materialisme – het geloof veel efficiënter kapot gemaakt dan het communisme ooit gekund heeft.

En de kerk is opportunistisch de cultus van God de probleemoplosser blijven aanbieden (Scherpenheuvel !) terwijl die rol veel efficiënter is overgenomen door de wetenschap.

Nu, waarschijnlijk zou zelfs een kerk die zich engageerde om het geloof uit te zuiveren, daar grandioos in mislukt zijn. Tegen het egocentrisme en narcisme dat door de kapitalistische spiritualiteit wordt ontwikkeld, is geen kruid gewassen.

Als je naar mensen kijkt zie je nog veel goedheid. Maar “de wereld” is een overstroomd tranendal waarin alle dammen en dijken zijn doorgebroken; zoals de klimaatwetenschappers het hebben voorspeld.

Sociaal-economische uitbuiting, oorlog, terrorisme, een groeiende welvaartskloof … getuigen van de onvoorstelbare bekwaamheid van de menselijke soort tot zonde en zelfvernietiging. 

Juist de mensen die uitblinken in die bekwaamheid tot vernietigen komen aan de macht.

Naast het nihilisme van de Westerse mens, leeft het achterlijke fanatisme van de moslimwereld en de gelatenheid van het Verre Oosten.

Gelukkig zijn er nog de Chinezen. Vergeef me mijn cynisme.

Wie hoopt op beter is dom naïef. Op menselijk niveau is er geen hoop.

Het alternatief voor hoop bij de decadente massa is de concentratie op de onmiddellijke behoeftenbevrediging en genot.

Hoop gaat over de toekomst. We hopen op iets dat komen gaat.

Niets in onze wereld en in onze mensheid voedt deze hoop.

En toch moéten we op een of andere manier blijven hopen. Lijden zonder hoop is nog veel erger dan lijden mét hoop.

De behoefte aan hoop in lijden zit diep ingebakken in de mens. Als mensen in het lijden bij een over-lijden zeggen dat ze mekaar terug zullen zien, is dat een vorm van beleving van hoop.

Of die hoop realistisch is, is niet terzake.

Zelfs als er geen hemel bestaat, is het goed dat mensen tegen alles in blijven hopen. Want zonder hoop is er niets meer: geen toekomst en dus geen waardevol heden.

We hebben een wanhopige nood aan bemoediging, sterker dan die welke kan groeien uit de huidige situatie. (Dorothee Sölle)

Er is geen menselijke voedingsbodem voor die absoluut nodige hoop. Dit hopen vraagt een bovenmenselijke inspanning; een inspanning die het menselijke overstijgt. Daarom spreekt het evangelie over het Rijk Gods.

En neen, dat Rijk is niet ergens boven, maar hier op aarde.

In het Scheppingsverhaal gaat het over  het Aards  Paradijs.

Dàt is de roeping van de christen: tegen alles en iedereen in blijven hopen en werken aan de komst van het Rijk Gods. Enthousiast werken aan hopeloze zaken.

Tegenwoordig wordt er nog al spottend gedaan over de zogenaamde “wereldverbeteraars”. Nu is er natuurlijk wel reden voor spot over bepaalde vormen van wereldverbetering. Maar fundamenteel is de wereldverbeteraar wel nodig en eigenlijk hoort de wereld verbeteren gewoon bij menselijk mens-zijn. Of wat denk je van iemand die de wereld niét wil verbeteren ?

En dus neen: geen stem advies.

Ik ben er van overtuigd dat er zeker nog politici zijn die het oprecht goed menen. Het zijn niet allemaal De Croo’s. En hun werk is noodzakelijk.

Maar als we echt een betere wereld willen zullen toch (veel) meer mensen de oren moeten spitsen om de oproep van de fluisterende God te horen.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *