De islam en wij

Doorbraak

Nadenken als ketterij

Eddy Daniels: ‘Als het Westen op het punt staat te islamiseren, dan zal dat niet bewerkt worden door terrorisme, maar door het verlangen op te houden met denken.’ 

Wetenschappelijke ontdekkingen en technologische innovatie zijn geen termen die men gemakkelijk met de islamitische wereld associeert. Alle beweringen over het islamitische ‘gouden tijdperk’ ten spijt, het is geen hol vooroordeel.

Om te beginnen: ook in het katholicisme moest een gelovige nog niet zo lang geleden aannemen dat de bijbel geschreven is door God.

Pas in de tweede helft van de vorige eeuw probeerden progressieve katholieke theologen in het openbaar voorzichtig te poneren, dat het niet God zelf was die geschreven had, maar dat God wel de pen had vastgehouden van de mensen die de bijbel hebben geschreven. Later werd dat: God heeft mensen geïnspireerd.

Ook de katholieke kerk heeft geworsteld met de wetenschap.

De zaak Galileï is alom bekend. 

Het is niet moeilijk te begrijpen: oorspronkelijk vielen geloof en wetenschap samen. De “gelovigen” van de tijd dat het scheppingsverhaal werd geschreven, waren er van overtuigd dat het zo gebeurd was. De wetenschap wist nog niet veel en voor alles wat de mensen niet begrepen, verwezen ze naar God.

Donder en bliksem waren voor het verstand van toen onbereikbaar. Het waren krachten die de mens niet kon bedwingen, en dus kwam er een god van de donder en een van de bliksem.

Als de wetenschap dan later toch met een verklaring kwam, verdween er een stukje God.

De ontwikkeling van de wetenschap was een bedreiging voor het geloof in een god die niet meer nodig was als verklaring.

Tot zover kan je overeenstemming zien van christendom met islam.

Het verschil ligt er in dat het christendom tegen alle conservatisme in toch de ontwikkeling van de wetenschap heeft aanvaard. Dat is niet gebeurd in de islam.

De oorzaak ligt in een verschillende culturele bedding.

Het christendom is gevormd binnen drie culturele tradities: het Jodendom, het Hellenisme,  en Romeinse cultuur. De aanvaarding van deze drie culturen is vanaf het begin eigen aan het christendom.

Zowel Jodendom als Hellenisme als Romeins zijn belangrijk voor de ontwikkeling van de wetenschap.

Dat dat geldt voor het Hellenisme hoeft geen betoog: de namen Aristoteles, Euclides, Democritos … zeggen genoeg.

De Romeinen dachten utilaristischer maar hebben op hun manier zeker ook het wetenschappelijke denken bevorderd.

Het Jodendom is vooral belangrijk omwille van de visie op de tijd.

Ik rond veel te snel te veel bochten, maar bijvoorbeeld in nogal wat Aziatische culturen werd/wordt de tijd gezien als een rad. Alles kwam terug.

Bij de Joden was de tijd een opgaande lijn: hun geschiedenis keek (en voor gelovige Joden: kijkt) uit naar de komst van de Messias.

Als de tijd een rad is, is er geen echte vooruitgang. Bij een lijn is er een toekomst waar naartoe kan gewerkt worden.

Het spreekt voor zichzelf dat de lijn ontwikkeling van wetenschap bevordert. Het rad doet dat niet.

Hiermee heb ik niet gezegd dat er in culturen die de tijd als een rad zagen, géén wetenschappelijke ontwikkeling is geweest, maar het is onweerlegbaar dat als je de geschiedenis van de mensheid overloopt, de wetenschappelijke ontwikkeling zich voornamelijk heeft afgespeeld in de westerse wereld, de wereld die gedomineerd is door het christendom met zijn judaïsche, hellenistische en Romeinse inslag.

Al was de theologie een rem op de wetenschappelijke ontwikkeling in het christendom, tegelijkertijd was dit christendom ook een versterking van het wetenschappelijke denken.

De big bang theorie is ontwikkeld door een priester.

De islam wordt enkel gekenmerkt door de arabische cultuur. In de westerse cultuur kennen we de “klok-tijd” en we plannen onze daden binnen die tijd. In de Arabische cultuur kent men de “evenemententijd”. Men plant een evenenement en stelt dan vast hoeveel tijd dat gevraagd heeft. Dat leidt tot een ingesteldheid die weinig haast kent.

Er is veel te zeggen voor deze manier van tijdsbeleving. Ze sluit ook aan bij de Oosterse: niet het doel is belangrijk, maar de weg.

Of, zoals de Afrikanen (ook Afrika heeft weinig bijgedragen tot de ontwikkeling van de wetenschap) tegen de blanken zegden: “Vous avez l’horloge, nous avons le temps”.

Het zou niet slecht zijn als we in onze beschaving wat meer volgens dat tijdsbesef zouden leven. Maar het stimuleert wel niet de wetenschappelijke ontwikkeling die gericht is op vooruitgang. Het kan leiden tot groeiende kennis, maar dat is iets anders dan wetenschap zoals wij die opvatten.

Door dit tijdsbesef is de statische religieuze visie in de islam, anders dan in de christelijke wereld niet gecorrigeerd door de wetenschap.

De kritisch-historische lezing van de religieuze teksten die onder invloed van de taalwetenschap is doorgedrongen in onze benadering van de bijbel, krijgt in de islam geen kans.

De Gentse imam Khalid Benhaddou probeert oprecht om de islamitische cultuur en de onze met elkaar te verbinden. Hij heeft weet van de kritisch-historische benadering van religieuze teksten. Maar bij mijn weten slaagt hij er niet in om die toe te passen op de Koran. Het is mogelijk dat hij intellectueel wel al zo ver is, maar wordt afgeremd door de druk uit conservatieve islamitische hoek die zelfs geweld tegen “afvalligen” niet schuwt. Feit blijft dat zelfs de meest vooruitstrevende stem van de islam bij ons vast blijft zitten in een vorm van letterlijke lezing.

Zelf zegt Benhaddou: Je moet de Koran lezen om na te denken over je eigen leven. Ik lees nu verzen die ik tien jaar geleden helemaal anders interpreteerde. We geloven dat de Koran het goddelijke woord is, maar vergeten onze menselijke interpretatie.”

Dat is een een vorm van exegese die waardevol is en die ik in mijn zondagse blogs ook wel toepas op de lezing van de bijbel. Maar het is niet kritisch-historisch waarbij de teksten niet meer aan God worden toegeschreven, maar aan mensen die gebeurtenissen hebben geïnterpreteerd. Die laatste benadering doet recht aan de religieuze waarde van de teksten, maar brengt ook een vrijheid die nodig is voor de beleving van het geloof in onze tijd, onze beschaving en de huidige stand van de wetenschap.

De islam past dus niet in onze tijd en onze beschaving en er is geen vooruitzicht dat dit binnen afzienbare tijd wel zo zou zijn.

Maar nog eens voor de zoveelste keer: mijn afwijzing van de islam valt niet zo maar samen met een afwijzing van de moslim. Moslims zijn mensen en moeten altijd als mensen benaderd en behandeld worden. Er zijn niét zoveel islams als er moslims zijn – er is slechts één islam – maar er zijn wel zoveel manieren van beleven van de islam als er moslims zijn en ik zie dat een aantal moslims hun islam beleven op een manier waarmee ik kan leven.

Ik kan of mag die mensen niet veroordelen.

Maar de islam is onaanvaardbaar.

Daniëls heeft gelijk: als we weigeren om dat intellectueel in te zien, komen we vroeg of laat in veel grotere problemen dan wat losgeslagen moslimjongeren die auto’s in de fik steken.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *