Pasen

Voor de onwetende ongelovige die zegt dat het niet waar kan zijn: het is niet gebeurd zoals het verhaald wordt, maar het is wel waar.

Het verhaal vertelt niet zo maar een gebeurtenis, het bevat ook een diep inzicht.

Het is een getuigenis en geeft ons inzicht in de beleving van de apostelen.

Het is een mythe. En juist daardoor zo waardevol.

Je kan Pasen niet begrijpen zonder Kerstmis en Goede Vrijdag.

Goede Vrijdag en Kerstmis geven een beeld van totale machteloosheid. Een pasgeboren kind en een stervende.

Die machteloosheid is gekoppeld aan “vrede”.

Bij Kerstmis zingen de engelen “Vrede op aarde …”

De Goede Week begint met Palmzondag: Jezus die Jerusalem binnentrekt, gezeten op een ezel (net zoals bij Kerstmis), symbool van vrede. (Herlees mijn blog van vorige zondag.)

Vrede kan niet – nooit – bewerkstelligd worden door macht.

Het thema is actueel.

Het wordt tijd dat de idioten die zich opwerpen als onze leiders en ons naar de derde wereldoorlog voeren, zich eindelijk bekeren en laten inspireren door Jezus.

Jezus predikt geweldloosheid en het loslaten van macht als enige weg naar vrede.

En ja, dus ook als “de andere” me wél met macht en geweld tegemoet komt.

Ja, dat is Goede Vrijdag: als de andere geweld tegen je gebruikt en je je niet verzet, eindig je op het kruis.

Dat wekt weerstand op. Blijkbaar zijn we (nog ?) niet in staat om die weerstand te overwinnen, want de geschiedenis van de mensheid is er een van een opeenvolging van oorlogen, alsmaar meer vernietigend. 

De kruisdood van Jezus wordt een symbool van het faillissement van zijn boodschap.

Voor zijn leerlingen was zijn sterven een geweldige ontgoocheling. Ze hadden alles achtergelaten om hem te volgen en de hele onderneming eindigde in een totale mislukking. Als volgelingen van de veroordeelde, vergingen ze van de schrik om als medeplichtige aangepakt te worden, en ze trokken zich terug op een veilige plek om zo weinig mogelijk op te vallen.

Maar de vrouwen liepen minder risico en durfden toch nog buitenkomen en naar het graf van Jezus gaan. Dat treffen ze leeg aan. De verrijzenis begint met leegte. 

Laat nu de boeddhisten en mystiekers maar los.

De apostelen zijn vol geweest van Jezus. Ze blijven achter met een grote leegte. Die leegte is belangrijk: ze moeten zich eerst ontledigen van ijdele hoop. Daardoor komt er plaats voor iets wonderlijks: er ontstaat bij hen een gevoelen van weigering. Neen, het kàn niet, het màg niet en het zàl niet zijn dat we de strijd om de vrede opgeven. Vrede moét mogelijk zijn. Misschien niet vandaag. Maar ooit. Het is zeker dat ik ze niet meer zal meemaken. Maar ooit zal de wereld vrede kennen. De verrijzenis van Jezus wordt het symbool van dit geloof en nieuwe hoop en kracht voor de liefde. De verrijzenis is een mirakel: het is een mirakel dat de hoop op vrede levend blijft tegen alle oorlogen in.

Er is nog een andere dimensie: naast de grote boze wijde wereld, is er ook nog mijn innerlijke wereld.

In een Duitse dom hangt een Romaans kruis. Voor mij een meesterwerk omwille van de sereniteit in het gelaat van Jezus. Een afbeelding er van staat op mijn werkplek. Ik hoef me geen verrijzenis in te beelden: ik zie ze al in het gelaat van Jezus op het kruis.

De kerk laat veertig dagen tussen Pasen en Hemelvaart – voor Joden en christenen is veertig een belangrijk getal.

Maar Verrijzenis en Hemelvaart zijn één beweging. De hemelvaart van Jezus is de voortzetting van de verrijzenis. 

In de mate dat in mij innerlijke vrede stijgt, stijg ik mee op ten hemel.

Er zijn mensen die de verrijzenis belachelijk maken. Maar ze gebeurt. Ze is bezig in mij. Allez, toch een klein beetje.

Nabijheid

Eenzaamheid is gebrek aan nabijheid.

Mist de eenzame iemand die hem nabij is ?

Of mist hij dat hij iemand nabij is ?

Een mens moet niet wachten tot iemand hem nabij komt.

Hij moet zelf een ander nabij zijn.

Nabijheid krijg je als je nabijheid gegeven hebt.

De hongerigen te eten geven

De wereld zit niet juist in mekaar. 

Mensen die ongelooflijk hun best doen en keihard werken, leven in armoede terwijl anderen zwelgen in rijkdom. Zelfs als ook die anderen ongelooflijk hun best doen en keihard werken, is het niet juist. 

Alles wat jij hebt, kan ik niet hebben. Als wij beiden even hard ons best doen en even keihard werken, is het nog niet juist dat jij zoveel meer hebt omdat je wat slimmer bent, of godbetert: wat meer geluk hebt. En al zeker niet als ik niet alleen minder heb, maar zelfs niet genoeg om fatsoenlijk te kunnen leven.

Als mensen evenveel en even hard werken, moeten ze evenveel verdienen. Dan is herverdelen zelfs niet meer nodig.

De PVDA met haar eis om het geld te halen bij de rijken – herverdeling – is een club van pussies.

Neen, de wereld zit niet juist in mekaar. Daar kunnen we iets aan doen. Het probleem is dat het juist de rijken – en dus machtigen – zijn die er iets kunnen aan doen. Maar die willen het niet.

Sommigen willen wel wat afstaan van hun rijkdom – liefdadigheid – omdat ze schrik hebben van de opstand der horden. Maar geen enkele wil naar een samenleving waarin rijk worden niet meer betamelijk is. Ze slagen er zelfs in om de idee dat rijk worden wél betamelijk, en zelfs na te streven is, ingang te doen vinden bij mensen die nooit rijk zullen kunnen worden, hoezeer ze ook streven.

Totale gelijkheid is niet mogelijk. Ze is ook niet nodig.

Ok, het is met veel “zouden”, maar de wereld zouden we kunnen verbeteren.

Ja, ik ben voor een betere wereld.

Tegelijkertijd ben ik misantroop.

Als ik die maagden met hun kopvod over straat zie paraderen, heb ik de neiging om hen toe te roepen dat ik zo geweldig geil word van hun vod.

Als ik de bilspleet van die vette bouwvakker aanschouw, zou ik hem een schop willen geven zodat hij met zijn lompe kop in de cement stort. Natuurlijk doe ik dat niet, want dat vertraagt mijn bouw.

En toch: mijn God is Liefde.

Ik heb lang gedacht dat je dat zinnetje niet zo maar mag omdraaien: de liefde is mijn God. Van de andere kant staat er niet dat God mij liefheeft. Hij “is” Liefde. Als Hij dat “is”, dan is Liefde ook God.

Als ik tegen mijn lief zeg dat ze mijn godin is, bedoel ik daarmee dat ze àlles is voor mij; het belangrijkste in mijn leven.

“God is Liefde”, betekent in ieder geval dat de liefde voor mij het belangrijkste is – moet zijn – in mijn leven.

Dat is niet simpel, want ik ben misantroop.

Hoe kan ik zeggen dat ik christelijk gelovig ben als ik niet kan houden van kutwijven met een kopvod en bilspleettonend vette bouwvakkers ?

Wat is dat eigenlijk die Liefde van het christelijk geloof ?

Ze is goddelijk. Dus niet zo maar menselijk.

Als ik wél zou houden van de kopvoddige en de bouwvakker, dan zou dat menselijke liefde zijn.

Dat zou natuurlijk mooier zijn, en zelfs ook mijn eigen leven aangenamer maken. Van misantropie word je niet blij.

Maar dàt is niet de liefde die God van mij vraagt.

In het verhaal van het Laatste Oordeel geeft Jezus ons een beeld van die Liefde.

“… Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld.  Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen,  Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht.  Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven?  En wanneer zagen wij U als vreemdeling en hebben U opgenomen, of naakt en hebben U gekleed?  En wanneer zagen we U ziek of in de gevangenis en zijn U komen bezoeken?  De Koning zal hun ten antwoord geven: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan. (Mt. 25, 31-40)

Die goddelijke, christelijke liefde heeft dus niets vandoen met romantiek.

Als Jezus nu zou terugkomen zou hij van Marx gehoord hebben en een sociale zekerheid prediken.

Of, beter: vermits God per definitie extreem radicaal is, zou hij een samenleving prediken waarin een sociale zekerheid zelfs niet nodig is.

Vergeleken met Jezus is Hedebouw een pathetische CD&V-er.

In dit verhaal mis ik natuurlijk de menselijke nabijheid.

Mensen moeten niet alleen te eten hebben, ze moeten ook niet eenzaam zijn.

Maar daarvoor hebben we dan de menselijke liefde.

Die moet niet universeel zijn. Ik kan niet de hele wereld nabij zijn. Maar als ik de mensen rondom mij nabij ben en zij de mensen rondom hen, geven we wel wereldwijd nabijheid door.

Er zijn natuurlijk gradaties in nabijheid. Mijn poetsvrouw ben ik anders nabij dan mijn lief. Maar ik wil ook mijn poetsvrouw nabij zijn in de mate van het mogelijke. En de vrouw – het zijn altijd vrouwen – achter de kassa. En mijn loodgieter. 

Ok, het is moeilijk bij de parkeerwachter die me een boete bezorgt.

Niettegenstaande Jezus zeker voorstander zou zijn van een sociaal rechtvaardige samenleving, zou hij toch ook streven naar een samenleving die nabijheid koestert. Dat is wat de sociaal rechtvaardige samenleving van de socialisten mist.

Een sociale zekerheid lost de eenzaamheid niet op.

PS Morgen een korte bezinning over nabijheid en volgende zondag over de Barmhartige Samaritaan die hierbij aansluit.

Lijden

Kerknet

Saskia van den Kieboom

Commentaar bijbellezing ‘Jezus en de wilde dieren’ Evangelie: Marcus 1, 12-15

In die tijd dreef de Geest Jezus naar de woestijn. Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door, terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten. Nadat Johannes was gevangen genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde Gods Blijde Boodschap. Hij zei: ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.

Saskia van den Kieboom is niet dom en ze vertaalt het verhaal van het evangelie naar symbolische taal. Lees verder “Lijden”

Schrijf een prachtig verhaal

Bezieling

Erik Borgman

Mysterieus antwoord

Erik Borgman kijkt terug naar zijn eerste column voor deze website. Het brengt hem tot overpeinzingen over de mysterieuze verborgenheid van de verhalen die wij uiteindelijk zijn, de ruimte die daarvoor wordt gelaten en de mystiek als sleutel om het belang hiervan te zien

Religies … houden het besef levend dat er altijd een nog niet verteld, verborgen verhaal is. In elk mensenleven, in elk leven, in alles wat bestaat.”

Een verhaal is geen verhaal als er niet ergens iets mis loopt. Geen enkel mens loopt enkel over rozen. Altijd zijn er ook de doornen. Niet elk verhaal loopt uit op een gelukkig einde. Maar zolang dat einde er niet is, is er de hoop. Anders zouden we het verhaal niet beluisteren tot zijn einde.

Een goed verhaal is gelaagd. Er gebeurt van alles tegelijkertijd. Terwijl er iets mis loopt, is er toch ook altijd iets wat goed gaat. Of andersom.

Het leven wordt soms voorgesteld als een lijn die op en af gaat. Dat is toch een beetje te simpel: er zijn altijd verschillende lijnen. Terwijl de ene lijn naar boven gaat, kan een andere naar beneden gaan. 

Bach heeft in zijn fuga’s daarvan muziek gemaakt. Misschien is het wel juist daardoor dat zoveel mensen zoveel houden van Bach.

Hoe ouder ik word, hoe meer lijnen ik begin te zien.

Alle lijnen zijn niet altijd even dik. We hebben de neiging om te focussen op wat op dit ogenblik de dikste lijn is; op de bovenlijn. Maar als we ten volle willen leven moeten we op een of andere manier zoveel mogelijk lijnen in het vizier houden.

Wie bij Bach de benedenlijn uit het oog verliest, verliest de samenhang.

Die benedenlijn van Bach doet me denken aan een ander beeld; dat van een diepe rivier.

Aan de oppervlakte kan het water door weer en wind woelig zijn. Maar in de diepte is er een onderstroom die gestaag, rustig, onverstoorbaar, zijn weg zoekt naar zee.

Bij oppervlakkige mensen kan je je afvragen of er wel een diepe onderstroom is.

Spiritualiteit is een creëren van zo’n onderstroom, een zoektocht er naar, een poging om in contact te blijven er mee.

Zich goed of slecht voelen speelt zich af aan de oppervlakte. 

Het geluk ligt in de onderstroom.

Maar terug naar onze verhaallijnen.

En ja dus: ook als het niet goed gaat, is er ook altijd nog iets moois. Het is belangrijk om dat mooie in het oog te blijven houden.

Andersom is natuurlijk ook weer waar. Als het wél goed gaat, is er ook altijd iets wat minder is. Of dat mindere zit er aan te komen.

Het is belangrijk om ook als het goed gaat, besef te hebben van dat mindere.

Neen, dat maakt me niet depressief. Integendeel: het vergroot de dankbaarheid voor het goede.

Karnaval is een feest waarbij mensen uit de bol gaan. Ze weigeren nog te denken aan het triestige.

Ik gun hen dat het lukt. Misschien is het soms echt wel nodig. Maar het echte geluk ligt in de aanvaarding dat geluk nooit volmaakt is en het besef dat ongeluk nooit totaal is.

Streven naar het volmaakte geluk staat gelijk met streven naar de volmaakte mens. Dat is nogal hoogmoedig. Ik ben God niet.

Natuurlijk mag ik streven naar zoveel mogelijk geluk. Maar als ik dat “zoveel mogelijk” vergeet, zal ik nooit menselijk gelukkig zijn.

In het zinnetje waarmee ik deze blog begonnen ben, gaat het over een “nog niet verteld, verborgen, verhaal”. Dat gaat over de toekomst.

Ook dat verhaal in de toekomst zal gelaagd zijn. Maar de idee houdt wel in dat er altijd een toekomst is.

In de religie wordt die toekomst nogal ver doorgetrokken. Tot in de eeuwigheid. 

Tot in zee.

Je kan een en ander herkennen in het verhaal van Jezus met een extreem dieptepunt: zijn kruisdood. Extremer konden de Joden niet bedenken.

Tegenover dat extreem dieptepunt moest dan ook het extreme hoogtepunt staan: de verrijzenis.

In een vorige blog heb ik gesteld dat ik niet weet of er leven is na de dood. Zelfs als religieus mens ben ik niet verplicht om zo extreem te denken.

Maar religie is zelf ook een verhaal en als dat verhaal me er toe brengt om de kern van de zaak in het oog te krijgen, is religie waardevol, ook al is dat extreme niet dadelijk op mij van toepassing.

Het klinkt misschien raar: maar als ik niet het extreme dieptepunt moet beleven zoals Jezus, waarom zou ik dan kunnen rekenen op het extreme hoogtepunt ? Herlees mijn blog van 11 februari.

In mijn blog van vandaag, van tot hier 722 woorden, heb je al gelezen: “focussen”, “in het vizier houden”, “in het oog houden”, “beseffen” …

Dàt is spiritualiteit: een vorm van geestelijke discipline die een focus blijft vasthouden. In religie is dat de focus op menselijkheid, ingebed in transcendentie. Wat ik hierboven schreef is daarvan een toepassing.

Wie die toer wil opgaan mag van mij spreken over een “meta”perspectief, een vogelperspectief. Voor de absolute hedentendager: een droneperspectief.

De muziekliefhebber mag het ook hebben over een “Bach”perspectief. 

Borgman gaat in zijn column naar een vorm van natuurmystiek: “Jezus … vroeg aandacht voor de schoonheid van de bloemen van het veld en de overlevingskracht van vogeltjes …”

Welnu, wie de geestelijke discipline ontwikkelt die hem toelaat om ook in barre tijden nog te kunnen focussen op de schoonheid van een bloem en een vogeltje, schrijft een lijn in zijn verhaal die het rijker maakt. Maak er een fotootje van.

Jezus kende Bach nog niet. Maar wie ook in barre tijden nog kan focussen op Bach verrijkt zijn verhaal.

Die lijn heft de negatieve lijn niet op, maar ze maakt wel dat er niet enkel meer de triestigheid is. En vermits de lijnen van het leven op en af gaan, zal ooit de vogeltjes- of Bachlijn weer de bovenlijn worden.

Voor mijn part mag je die vogeltjes of Bach ook vervangen door de liefde voor of van een beminde; een kind bijvoorbeeld. Misschien zijn ze er wel alle drie.

Ontwikkel een spiritualiteit. 

Focus. 

Meta-perspectief. 

Transcendentie. 

Zo schrijf je een prachtig verhaal, ook al is het soms droevig.

PS. Morgen nog een bijpassende bedenking.

Klei

Ignis

Jolanda leert haar onvolmaaktheid omarmen door pottenbakken

Sinds kort leert Jolanda pottenbakken. Het blijkt een spirituele ontdekkingsreis. De woorden ‘Stof zijt gij en tot stof zult ge wederkeren’ spreken nu op een andere manier tot haar

Vandaag vieren we de eerste zondag van de vasten.

Ik ben wel geen fan van het Rooms gedoe, maar dat de kerk door haar kerkelijk jaar de tijd ritmeert van de mensen die er voor open staan, is natuurlijk een goede zaak. Lees verder “Klei”

Soberheid

Vroeger was soberheid een deugd.

Het kapitalisme heeft die afgeschaft. Niet goed voor de commerce.

Voor de minder ontwikkelden onder jullie: een deugd is een houding die deugd doet.

Eeuwenlange ervaring heeft geleid tot het inzicht dat die houding bijdraagt aan geluk.

Ja, natuurlijk weet ik ook wel dat de katholieke parasiterende kliek in Rome die deugd ook gepropageerd heeft om de domme massa verzoend te houden met haar armoede. 

Maar dat doet niets af aan de intrinsieke wijsheid er van.