Nonsens over rationele filosofie en religie

Doorbraak

Citaat:

Een beredeneerde catechismus

Van het ogenblik af dat religie de hulp van de filosofie inroept, is haar teloorgang onafwendbaar. Ze zoekt zich te verdedigen en zwetst zich almaar dieper het verderf in. Religie, zoals elk absolutisme, mag zich niet rechtvaardigen. Prometheus wordt aan de rots geketend door de zwijgende Kracht. Ja, Aischylos laat de gepersonifieerde Kracht geen enkel woord zeggen. Zij moet stom blijven. Zodra de religie een beredeneerde catechismus laat drukken, zodra het absolutisme een officieel staatsblad uitgeeft, is het voor allebei uit. Maar net dat is onze triomf, wij hebben onze tegenstanders tot spreken gedwongen en zij moeten ons te woord staan.

Vanfraechem heeft niet altijd ongelijk. Maar hier hangt hij de idioot uit. Het feit alleen al dat hij spreekt over “onze triomf” toont zijn onvolwassenheid. 

Op één punt ben ik het bijna met hem eens. Hij zegt: religie mag zich niet rechtvaardigen. Ik zou het helemaal met hem eens zijn als hij zou zeggen: religie moét zich niet rechtvaardigen. Voor de rest is heel zijn artikel inhoudelijk een opeenvolging van nonsens.

Neen, religie moet zich niet rechtvaardigen, want religie is een “aanname”. De religieuze mens neemt iets aan. Hij gelooft in een boodschap. Maar religie mag wel niet botsen met de rede. Ze is niet het gevolg van een redenering, maar moet wel redelijk zijn.

Vanfraechem vergist zich als hij denkt dat de historische benadering van de christelijke geschriften is ingegeven door de betrachting om haar een nieuw jasje te geven. De historische benadering is het gevolg van een evolutie in de wetenschap van de lezing van teksten. Ik geef één voorbeeld: men ontdekte dat men woorden en uitdrukkingen kon laten samenvallen met bepaalde streken en tijdvakken: in die tijd werd in die streek een bepaald woord gebruikt. In een andere tijd werd in diezelfde streek voor hetzelfde begrip een ander woord gebruikt. Zo kon men teksten gaan situeren in tijd en ruimte. Daarbij bleek dat er zelfs binnen één tekst dikwijls verschillende tijdperken – tradities – door mekaar liepen. Een typisch voorbeeld daarvan is het scheppingsverhaal. Dat spreekt zichzelf geregeld tegen, en dat komt omdat de schrijver verschillende tradities door mekaar gebruikt. En het interesseert hem niet dat die tradities niet altijd helemaal hetzelfde vertellen, als ze maar passen in de boodschap die hij wil meegeven. Als je die verhalen als historische verslaggeving leest, heb je er dus niets van begrepen: het zijn boodschappen die verwoord worden in verhalen. Een aantal hedendaagse romanschrijvers doet niet anders.

Degradeer ik nu Jezus tot een personage in een roman ? Neen, want 1. Hij is zelf de boodschap, en 2. Die boodschap is van een totaal andere orde dan waar mensen mee bezig zijn. Of nog:  de christelijke boodschap is een boodschap van God aan de mens die gebeurt in de persoon van Jezus. Wie nu God ziet als een vent met een baard in een hemel is natuurlijk een dwaas. Dat de boodschap goddelijk is, betekent dat ze alles overstijgend is. Alles. Dat is nog wat andere koek dan de boodschap dat we iets moeten doen aan het klimaat. Maar daarmee is dus inderdaad het historische aspect gedeeltelijk verdwenen. En dan ?

Maar het is niet helemaal weg. Er zijn mensen die beweren dat we geen enkel bewijs hebben dat de Jezus zoals Hij beschreven wordt in de evangelies echt heeft bestaan. Het zal mij worst wezen. Als dat morgen ook echt bewezen wordt, zal dat aan mijn geloof niets veranderen. Maar het is wel historisch zeker dat er op een bepaald ogenblik in een bepaalde streek een nieuw godsbeeld is ontstaan, en dat dit godsbeeld, dikwijls versluierd en verraden, op een of andere manier ook nu nog  leeft bij veel mensen.

Maar als Jezus misschien niet echt heeft bestaan, waarom spreek ik dan nog over Hem ? Het antwoord is simpel: de boodschap kan enkel bestaan als ze geïncarneerd is. Want het is een goddelijke boodschap: het is God die iets zegt over zichzelf en Hij zegt dat door de mens Jezus. Wat telt is de boodschap, maar zonder de figuur Jezus zoals we Hem kennen in de evangelies, is ze geen boodschap van God meer, maar de boodschap van een mens. En dat soort boodschappen hebben we al te veel gehoord. Ik heb het dan over de boodschap van Marx, of Nietzsche, of Freud, of Verhofstadt. Alhoewel dat is te veel eer voor Verhofstadt. En zeker over de boodschap van Vanfraechem. Ik kan het nog anders zeggen: de boodschap is naar ons gekomen via verhalen. Verhalen zij altijd rijker dan rationele teksten. Als we de boodschap enkel nog in rationele bewoordingen doorgeven, geven we sowieso een verarmde versie door. En dus blijven we vertellen over Jezus.

Vanfraechem stelt dan dat “men” Christus heeft ontdaan van zijn soevereine rechten en zo van hem een weliswaar brave privépersoon heeft gemaakt. Jezus is dan niet langer mederegeerder met God. Eigenlijk gaat het hier over de opvatting dat Jezus God, of goddelijk, was. Welnu, de goddelijke natuur van Jezus is een theologische constructie – inderdaad – van rationalisten die probeerden om de Joods geïnspireerde boodschap van Jezus te verzoenen met het Griekse denken, dat in die tijd (het Hellenisme) het denken in “onze” wereld beheerste. Die constructie was nuttig en nodig om in die tijd het geloof te verzoenen met de rede. Maar ook al heeft het Griekse denken tot nu invloed in de Westerse wereld, ons denken is geëvolueerd. Het Griekse denken was een denken in termen van essentie. Ondertussen hebben we het denken in termen van existentie ontdekt. In het existentialisme is het beeld van Jezus als van goddelijke natuur van geen nut meer. Maar dat verandert niets aan de kern van zijn boodschap.

Is die boodschap verarmd tot een gewoon moralisme ? Het kernwoord van die boodschap is “Liefde”. Welnu liefde heeft niets van doen met moraal.  Moraal gaat over de vraag: wat is goed en wat is kwaad ? Liefhebben is iets anders dan goed doen. Liefde is goed zijn. Laat het me op deze manier duidelijk maken: de verklaring van de rechten van de mens valt natuurlijk niet samen met moraal. Maar je kan ze wel zien als een morele aansporing: als je die verklaring toepast, doe je goed. Welnu, dat ik iemands rechten als mens respecteer, heeft er niets mee te maken of ik al dan niet houd van die mens.

Ja, Vanfraechem triomfeert. Maar zijn triomf is waardeloos, want hij triomfeert niet over waar het om gaat. Hij is even dom als een schutter die triomfeert omdat hij een rots heeft geraakt, terwijl hij op een mals reetje mikte.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *