JOHANNES 13,31-33A.34-35
In die tijd zei Jezus tot de leerlingen: ‘Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en God is verheerlijkt in Hem. Als God in Hem verheerlijkt is zal God ook Hem in zichzelf verheerlijken, ja, Hij zal Hem spoedig verheerlijken. Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn. Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben; zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.
Hitler was een “Heer”. Want hij was de baas en had het voor het zeggen. Als we nu “mijnheer” zeggen, betekent dat eigenlijk niets meer. Maar in de tijd van Jezus had het woord “heer” nog zijn volle betekenis van machthebber.
Ver-heer-lijken wordt dan: iemand de macht geven.
Wordt Jezus hier dan aangesteld als Heer ? Wordt hij een dictator ? Ja, dan zitten we wel met een probleem, want als hij de macht heeft over de wereld, kan je hem moeilijk een “goede” dictator noemen. Dan heeft hij er een regelrechte ramp van gemaakt. Net zoals Hitler. Vraag het maar aan de sukkelaars in het Noord-station.
Ik ben echt niet gelukkig met de keuze van deze pericope omdat ze totaal voorbijgaat aan de omstandigheden waarin Jezus deze woorden uitspreekt. Want Jezus zegt dit tijdens het laatste avondmaal, de avond voor zijn dood, en nadat hij de voeten van zijn leerlingen had gewassen.
Dit was ongehoord. Iemands voeten wassen, was de taak van een slaaf. En eigenlijk mocht die slaaf zelfs geen Jood zijn. Geen eigen volk a.u.b. We zitten hier in dezelfde sfeer als toen Jezus Jerusalem binnentrok, gezeten op een ezel. (Zie mijn blog van 14 april 2019). Jezus maakt dus duidelijk wat dat “heer -zijn” voor hem eigenlijk inhoudt: het is geen over-heer-sing, maar dienstbaarheid. Geen macht, maar machteloosheid. En die machteloosheid wordt verklaard in het tweede gedeelte van de pericope: de liefde die geen macht duldt.
Toch ook nog even deze bedenking. Ook hier weer verrast Jezus (of Johannes) ons als hij zegt dat ver-heer-lijking van Jezus door de voetwassing ook God, de Vader, verheerlijkt. Of nog: ook de Vader kan alleen nog machteloos zijn, precies omdat hij liefde is.
Ik kom wel eens mensen tegen die vinden dat een machteloze God geen zin heeft. Bijvoorbeeld: waar dient hij voor als hij niets kan doen aan het lijden in deze wereld ?
Eerst en vooral: God dient nergens voor. Als hij ergens zou voor dienen, zou hij niet de allerhoogste zijn, dat of die waarvoor ik wil leven. Als God dat of die is waarvoor ik wil leven, en hij zou de machtige zijn, zou ik dan moeten gaan leven voor de macht ? Er zijn mensen die dat doen, maar daar wil ik niets mee te maken hebben. En ik ken geen enkele machthebber die het probleem van het lijden heeft opgelost. Integendeel. Neen dus: God lost het lijden van de mensheid niet op. Maar via Jezus zegt hij ons wel: er is niets belangrijker dan mekaar lief te hebben. Misschien is dat de enige oplossing ? Misschien moeten we dat eindelijk eens gaan geloven ?