Streven
En wat leren we hier uit ?
Een paradox is een schijnbare tegenstelling. “Schijnbaar” betekent dat de tegenstelling niet echt is en er dus een manier is om uit de schijnbare patstelling te geraken.
In de Giddensparadox is de tegenstelling: onze huidige werkelijkheid is slechts schijn. De wetenschappelijk gesimuleerde (catastrofale) werkelijkheid is echt.
Hoe kan wat is niet werkelijk zijn, en wat nog moet komen wel ? Eigenlijk is het dat wat Anuna en consoorten beweren. Hun oplossing bestaat er dan in dat we onze huidige werkelijkheid moeten veranderen om de toekomstige werkelijkheid te vermijden. Maar natuurlijk, als we die toekomstige werkelijkheid vermijden, wordt ze niet werkelijk, en zijn de wetenschappelijke simulaties dus niet juist. Grapje.
Om terug te keren tot de werkelijkheid: het geheel gaat er van uit dat de wetenschappelijke simulaties en daaruit voortvloeiende prognoses waar zijn. De huidige werkelijkheid kan je niet in vraag stellen (in sommige filosofieën wel, maar die laten we nu even buiten beschouwing). Maar die prognoses kan je wel in vraag stellen. Dat betekent dat de huidige werkelijkheid meer werkelijkheidsgehalte heeft dan de toekomstige werkelijkheid. Moet dat ons er niet toe leiden dat we in geen geval de huidige werkelijkheid uit het oog mogen verliezen ? Concreet gezien betekent dat dat we de prognoses constant moeten bijsturen vanuit de huidige werkelijkheid. Je zou dat een teruggekoppeld systeem kunnen noemen: de gemeten huidige waarden worden afgetrokken van de al dan niet gewenste waarden (van de toekomst), en op basis daarvan wordt bijgestuurd. Dat is noodzakelijk voor de oplossing van de paradox. Of nog, in de sfeer van het artikel van Walter Weyns: dat is nodig om de mensen toe te laten om in de huidige realiteit rekening te houden met de toekomstige.
Bij Anuna en consoorten mis ik dat bijsturingseffect.
De tweede paradox gaat er over dat wetenschap en techniek zowel het probleem als de oplossing zijn. Je zou dat ook als een circulus vitiosus kunnen omschrijven: factor A: de techniek veroorzaakt een probleem; factor B: de techniek lost het probleem op, maar wordt dan weer factor A en veroorzaakt het probleem. Je kan een vicieuze cirkel maar oplossen als je tegelijkertijd de twee factoren oplost. Want als je slechts één factor aanpakt, neem je de oorzaak niet weg. Het gaat er dus om om de techniek te veranderen, zodat hij geen probleem meer stelt. Dat wil dus zeggen dat het klimaatrealisme dat alle heil ziet in vooruitgang van de techniek geen oplossing kan bieden. We moeten de huidige techniek al veranderen. Maar dat kan niet binnen die techniek zelf, want die is wat hij is, net zoals de wetenschap is, wat ze is. Je kan niet tegen de wetenschap zeggen: wordt nu even anders. Het zal dus moeten gaan over de manier waarop we met die techniek omgaan. Of nog: windmolens en zonnepanelen en andere productiemiddelen van energie zijn nodig en nuttig, en we moeten daar op inzetten, maar ze zullen niet de oplossing bieden. Dat leidt Walter Weyns tot de noodzaak van soberheid en agalev. Ik ben het daar mee eens. Maar dat leidt tot een nieuwe circulus vitiosus. Want als we iets doen, enkel uit noodzaak, is dat utilitair. En het is precies dat utilitaire dat tot de noodzaak heeft geleid. Of nog: juist omdat we techniek en wetenschap hebben herleid tot nuttige toepassingen, zonder rekening te houden met andere factoren, is het probleem ontstaan. En als we nu sober gaan leven, enkel omwille van het nut, blijven we techniek en wetenschap herleiden tot nuttige toepassingen, en zullen ze onvermijdelijk tot nieuwe problemen leiden. Ik kan het nog anders stellen: techniek en wetenschap hebben tot de problemen geleid doordat ze in dienst stonden/staan van winstbejag. Als we dat winstbejag niet uitschakelen, zullen, wat we ook doen, de wetenschap en techniek voor problemen blijven zorgen. Dat sluit aan met de idee van de soberheid, want soberheid en winstbejag gaan niet samen.
Dat betekent dat we (ook) een andere motivatie dan enkel de noodzaak moeten hebben voor ons agalev en soberheid. En dan staan we niet meer enkel voor een andere manier van consumeren, (uit noodzaak) maar voor een andere manier van denken en leven, uit inzicht in menselijkheid en overtuiging. Kortom: de hele klimaatproblematiek kent geen oplossing zonder spiritualiteit. Dat element ontbreekt volledig in het discours van Anuna en wetenschappelijke consoorten. Je kan dat ook niet verwachten van wetenschappers, want zij horen thuis in de wereld van wetenschap en techniek, waarvan zojuist is gebleken dat die geen oplossing biedt.
Als de groenen nu eens opnieuw wat meer Agalev werden, zouden we al een stapje verder staan. Maar Agalev als spiritualiteit in de zin van de stichter jezuïet Luc Versteylen, gaat niet samen met een partij. Want een partij is een machtsinstrument, en de afwezigheid van macht is een essentieel element in de spiritualiteit. Dat kan je nu ook weer doortrekken naar de manier waarop we omgaan met wetenschap en techniek. Ze zijn een instrument van macht. Macht over de aarde, en macht over de mens. Enzovoort…