Over holocaust, menselijkheid en niet het doel maar de weg is belangrijk.

Grenzeloos

Alex de Jong

Een post-Auschwitz marxisme

Bij het IIRE is een nieuw boek van Enzo Traverso verschenen: Critique of modern barbarism, essays on fascism, anti-Semitism and the use of history. Het boek is samengesteld en van een inleiding voorzien door Alex de Jong. Grenzeloos vertaalde de inleiding. Een van de aforismen van Adorno’s Minima Moralia valt op als een van de weinige die gedateerd is; ‘herfst 1944’. [i] In de periode dat de verbannen denker zich bewust werd van de omvang van de misdaden van het nazisme, bespempelde Adorno ‘de gedachte dat na deze oorlog het leven ‘normaal’ zou kunnen voortgaan’ of dat de cultuur ‘wederopgebouwd’ zou kunnen worden als ‘idioot’

De lectuur van dit artikel vraagt wat concentratie en er worden wel begrippen gehanteerd die voor de modale mens niet alledaags zijn. Maar het is wel interessant omdat het het Marxisme-Leninisme, diepgaand in vraag stelt, zonder de oorspronkelijke idee van Marx verloren te laten gaan.

Maar laat me eerst even doordenken over de aanvangsidee: de holocaust is van een zodanige omvang en onmenselijkheid dat we na die verschrikking niet zo maar kunnen overgaan tot de orde van de dag. Het volstaat niet om ontzetting uit te drukken, en het voornemen te nemen dat dit nooit meer zal gebeuren. De holocaust is niet zo maar een accident op het parcours van de mensheid. Ze stelt de mensheid zelf in vraag.

Of liever ze stelt de mensheid in vraag zoals die zich nu voordoet. Nu is het natuurlijk altijd gevaarlijk om begrippen als “de mensheid” te hanteren, omdat het een generaliserende abstractie is, en je er dus vele kanten mee uit kan. Ik denk dat je het begrip mensheid hier niet kan hanteren als een verzameling van alle mensen. We moeten eerder denken in de richting van “het fenomeen mens” als onderdeel van de schepping. Dan leert de holocaust ons dat dit fenomeen mens zoals het zich nu voordoet, fundamenteel nog niet ver gevorderd is in menselijkheid. Dat betekent natuurlijk niet dat er geen menselijk hoogstaande mensen zijn, genre Jezus. En het gaat er ook niet om dat er ook menselijk zeer laagstaande mensen zijn, genre Hitler. Maar het gaat er wel om dat we er op dit ogenblik er niet zeker kunnen van kunnen zijn dat ook mensen die nu zeer hoogstaand menselijk zijn, kunnen vervallen in zeer laagstaande menselijkheid, precies omdat ze mensen zijn. Daarvan vinden we voorbeelden bij de nazi’s.

Als we de zaak extrapoleren van de mens naar de samenleving, dan is het kapitalisme dat niet geïnteresseerd is in menselijkheid een logisch gevolg van deze toestand van de mensheid op dit ogenblik.

Dat maakt dat mensen die streven naar een ommekeer in de opbouw van de samenleving, en die dus af willen van het kapitalisme zich moeten heroriënteren. Het marxistische denken is voorbijgestreefd.

We kunnen er niet onder uit: het kapitalistische systeem is eigen aan de toestand van de huidige mensheid. 

Ik denk dat dit de enige mogelijke visie is. Het is een realistische visie. 

Is dit een pessimistische visie ? Niet per se. Uiteraard is het een visie die ontmoedigend is voor de mensen die streven naar een echt hoogstaand menselijke samenleving en daarom strijden tegen het kapitalisme, en voor een samenleving waarin een holocaust onmogelijk is, want het betekent dat er geen hoop is op succes, zelfs op lange termijn, doch slecht op zéér lange termijn. Ik spreek dan over eeuwen. Het is ook ontmoedigend dat er waarschijnlijk binnen het kapitalisme geen duurzame en wereldwijde betere vormen van samenleving zullen mogelijk zijn. Ik denk dat het met het kapitalisme alles of niets is. Een samenleving zoals de onze na de tweede wereldoorlog met een goede sociale zekerheid en relatieve welstand voor iedereen, is een slechts tijdelijke toestand geweest die nu ten einde komt, en het is ook een in de ruimte beperkte toestand geweest, in feite beperkt tot West-Europa. 

In het artikel van Grenzeloos wordt opgeroepen om ondertussen de strijd te voeren tegen ‘uitbuiting, onrechtvaardigheid en ongelijkheid’. Uiteraard moet die strijd gevoerd worden. Maar daarbij zijn er twee kanttekeningen: die strijd moet gevoerd worden, met telkens opnieuw verwijzing naar het einddoel: een alternatief voor het kapitalisme. Het terugdringen van concrete toestanden van uitbuiting, onrechtvaardigheid en ongelijkheid binnen het kapitalisme mag een doel op zich zijn, maar moet toch ook altijd gezien worden als een bijdrage in de fundamentelere strijd voor een a-kapitalistische hoog-menselijke samenleving. Ten tweede: die strijd mag zich niet beperken tot zijn materialistisch aspect: het terugdringen van materiële noden (pensioenen, ziekteverzekering, armoedebestrijding…). Dat moet gebeuren, maar als er tegelijkertijd geen strijd wordt gevoerd voor een groeiende ethische verdieping bij de massa, is het een op voorhand verloren strijd. Of nog: solidariteit mag niet leiden tot profitariaat.

Is het einddoel in zicht ? Natuurlijk niet. Misschien is er buiten het einde van de mensheid wel geen einde aan het groeien in menselijkheid. Maar eigenlijk gaat het niet meer om het doel, maar om de weg. Ik voer de strijd niet met het oog op het doel, maar gewoon omdat hij moet gestreden worden. Ik kan toch geen mens zijn, zonder te strijden voor meer menselijkheid bij mezelf en bij mijn medemensen ?

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *