Kaapstad is mooi. Tom Lanoye hoort daar niet.

Doorbraak

Mathieu Cockhuyt

Tom Lanoye gebuisd voor begrijpend lezen

Open brief aan Tom Lanoye

De Morgen bracht Tom Lanoye, Luc Tuymans en Tom Barman samen voor een zoveelste rondje Vlaanderen bashen. In weerwil van het feit dat ze met hun discours alleen maar de kloof tussen de BV in zijn villa en de Vlaming in zijn stamcafé vergroten, blijven ze zowat de helft van het Vlaamse electoraat in het strafhoekje van het fascisme plaatsen. Qua azijnpissers kent deze smaakpolitie momenteel zijn gelijke niet. Lanoye begon spontaan over mijn column over Urbanus, waarin ik pleitte om wars van rechts of links, de Vlaamse identiteit te omarmen en te stoppen met de Kulturkampf. Volgens de gouden boekenuil was deze verzoenende taal gewoonweg ‘zielig’. Bij deze richt ik mijn eerste open brief – open brieven zijn hip tegenwoordig – aan u, meneer Lanoye. Hier gaan we

Eigenlijk ben ik de discussies over identiteit kotsbeu. Er komt geen einde aan, en niemand slaagt er in een ander te overtuigen. De stellingen zijn ingenomen en argumenten tellen niet. 

Ik vind Tom Lanoye een goed schrijver en een arrogante klootzak. Als je iemand anders arrogant noemt, moet je oppassen om zelf niet arrogant te zijn. Maar ik zeg het toch: eigenlijk schijnt niemand echt te weten waar de discussie over gaat. Ik wel.

Nationalisten benadrukken de identiteit als bron voor natievorming en dus voor een gemeenschap die samen valt met een staat. Linksen zien identiteit als een bron van verdeeldheid: als een Vlaming zijn identiteit benadrukt creëert hij verdeeldheid met iedereen die niet Vlaming is. En dus weigert links identiteit te erkennen. Beide standpunten zijn fout.

Laat me eerst stellen dat identiteit onmiskenbaar bestaat. Dat geldt zowel voor individuele identiteit, als voor gemeenschappelijke identiteit. Wie zich tot de pvda bekent, heeft een andere identiteit dan een donkerblauwe liberaal. Die identiteit is natuurlijk niet gans anders, want identiteit is gelaagd. Maar alle pvda-ers hebben wel een gemeenschappelijke laag die ze onderscheidt van alle donkerblauwe liberalen. Dat is gemeenschappelijke identiteit. Links of rechts zijn is slechts één laag. Bij de ene mens is die laag al wat dikker dan bij de andere. Bij mij is de laag van de linksheid redelijk dik. Mijn zus is niet geïnteresseerd in al dat links rechts gedoe, maar enkel in het lot van haar kinderen. Dat juist is een van de dingen die haar anders maakt dan ik. Hier gaat het over individuele identiteit.

Identiteit is anders zijn. Dat ik anders ben onderscheidt me van anderen, en onderscheiden betekent ook scheiding. Maar tegelijkertijd is anders zijn ook een voorwaarde voor ontmoeting. Zonder een ik en een jij is er geen ontmoeting. Zonder scheiding is er ook geen naar mekaar toe komen.

Als links vanuit ideologisch denken dus identiteit ontkent, is dat een vorm van ideologische blindheid. Die blindheid ontstaat uit het feit dat in de ideologische strijd links te maken krijgt met het rechtse nationalisme dat de identiteit benadrukt. Ik hou niet van de nationalistische identiteit en daarmee bevestig ik mijn linksigheid. Maar omdat ik strijd voer tegen de nationalistische identiteit wil dat nog niet zeggen dat ik strijd moet voeren tegen elke identiteit. Links gooit het kind met het badwater weg.

Of ik het wil of niet; of ik me zo voel of niet, ik ben Vlaming, belg, Europeaan. Ik haat belgië, maar ik heb geen probleem met mijn belgische identiteit zolang het maar niet over nationalistische identiteit gaat.

Nationalistische identiteit is een kunstmatige constructie in dienst van het grootkapitaal van een staat. Die identiteit wordt de mensen als een gevoelen aangepraat. Eigenlijk is ze het resultaat van manipulatie. Het gaat dan over een nationale hymne en vlag, een aanbeden koningshuis, standbeelden, een succesvolle voetbalploeg, Eddy Merckx… De Fransen voeren dan ook de Académie Française op. Die heeft belgië niet. Ook Napoleon is symbool van de Franse superieure identiteit, al is hij finaal een looser. Dat alleen al toont de stupiditeit aan van dat nationalisme. De Vlamingen herdenken nog altijd de Guldensporenslag, een geschiedkundig fait divers. 

Het mag duidelijk zijn dat ik het belgische nationalisme gewoon belachelijk vind. Maar dat geldt ook voor het Vlaamse. De canon van De Wever is een poging tot kunstmatige creatie van een nationalistisch identiteitsgevoelen.

Tot hiertoe ben ik het volledig eens met mijn linkse vrienden. Alleen spijtig dat hun afwijzen van het Vlaamse nationalisme niet consequent wordt doorgetrokken tot het afwijzen van het belgische nationalisme.

Eerst en vooral is de Vlaamse identiteit dus gewoon een onmiskenbaar feit, maar ze is ook belangrijk want een gezamenlijke identiteit vormt ook gemeenschap, en gemeenschap is nodig voor solidariteit.

Dàt is waarom links de belgische identiteit blijft omarmen, want links houdt vast aan de solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië. Ik weet niet in hoeverre linksen bewust het verband leggen tussen de noodzaak van een gezamenlijke belgische identiteit voor die belgische solidariteit, maar in ieder geval is het aanvoelen juist. Alleen is de belgische identiteit voornamelijk een nationalistische identiteit. De Vlaamse identiteit is een beduidende werkelijkheid, ook buiten een nationalistische context, al was het maar omwille van de taal. De belgische identiteit buiten de nationalistische context is reëel, maar verwaarloosbaar. De geschiedenis van dit onland is er een van steeds meer uit mekaar groeien. Als je het in die termen wil stellen: van afbraak van een gezamenlijke identiteit. Het gemeenschapsgevoelen waarop de belgische solidariteit zou moeten stoelen is kunstmatig geworden. Er is geen identiteit en geen gemeenschap meer om de sociale zekerheid op te baseren. Moet dat een ramp zijn ? Ik heb eerder al aangegeven dat ik de staat als organisator van solidariteit niet geschikt vind, zeker niet binnen het kapitalisme waarin de politiek per definitie in dienst staat van het kapitaal.

Toch nog dit: uiteraard is identiteit geen vaststaand gegeven. ik ben niet meer dezelfde als die van de tijd van toen. De Vlaming van nu is niet meer de Vlaming van in de tijd van Conscience. Bij de gestadige opbouw van de Vlaamse identiteit zullen moslims, Turken, Marokkanen… enz. een steeds sterkere rol gaan spelen. De strijd van vele Vlaamse nationalisten voor een pure Vlaamse identiteit, gesitueerd in het verleden, is een achterhoedegevecht.

Nu, wat er ook van zij, als ik me situeer binnen een groepsidentiteit geldt dezelfde regel als voor mijn (ultiem belangrijkste) persoonlijke identiteit: wij-zij mag niet gericht zijn op wij-tegen-zij, net zoals ik-jij moet het gericht zijn op ontmoeting en wederzijdse verrijking van identiteit.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *