Doorbraak
‘Universiteiten zijn geen ‘safe space’
Els van Doesburg is van de n-va. En dus zullen een aantal linksen al van op voorhand weten dat het niet waar is wat ze zegt; daarmee bewijzend dat ze gelijk heeft.
Er zit een eigenaardig zinnetje in haar verhaal: ze klaagt aan dat de universiteiten “safe spaces” zijn geworden waar je het recht hebt om niet beledigd te worden.
In strikte zin is een belediging een krenkende uiting die iemands eer en goede naam aantast. (Wikipedia) Maar wat is eer ? Ook hier weer geeft wikipedia een antwoord: eer is het persoonlijke of maatschappelijke aanzien dat men heeft. Zowel belediging als eer hebben een objectieve kant: je kan vaststellen of anderen je “minachten”. Er is ook een subjectieve kant: je kan boven de minachting van de anderen staan en je dus niet beledigd voelen, of je er niet door geraakt voelen.
Ik heb een goede vriend die echt ros is. Uiteraard leidt zo ’n opvallend uiterlijk kenmerk tot pesterijen. Het rare was, dat er wel pesters waren, maar geen pesterijen omdat mijn vriend zei dat hij inderdaad ros was en dat hij dus ook rosse mocht genoemd worden.
Mag ik van iemand zeggen dat hij dom is ? Het hangt er natuurlijk van af wat ik onder dom versta. Maar als het gebeurt in een schoolomgeving waar een bepaald soort intellect “gemeten” wordt en iemand dan onderaan de ladder staat, mag ik dan zeggen dat de gasten die bovenaan staan slimmer zijn, en hij dommer ? Is hij dan niet dom vergeleken bij die slimmen ? En mag ik dat dan niet zeggen ? Hij weet zelf toch ook wel dat hij dommer is ? Waarom zou hij zich dan beledigd moeten voelen ? Zelfs als ik het beledigend zou bedoelen ?
Nu weet ik ook wel dat het galanter is om die mens niet dom te noemen, maar “intellectueel anders begaafd”. En ik ben het er volledig mee eens dat we naar dat elegantere taalgebruik moeten streven. Maar ondertussen zou het wel van mentale kracht getuigen als die domme mens zich niet aangevallen zou voelen als een reële eigenschap wordt benoemd. En daar valt dus het belangrijke woord: mentale kracht.
Els van Doesburg valt de (zogezegde) linksen en progressieven aan die onverdraagzaam te keer gaan tegen iedereen die niet in hun kraam past. Ik denk dat ze dat terecht doet.
Juist voor ik het artikel van Els las, las ik een artikel van Meryame Kitir op Knack waarin ze precies hetzelfde zegt als Els, maar dan over rechts. Ik denk dat ze dat terecht doet. Ik kom het voortdurend tegen: mensen die een aantal zaken aanklagen (terecht) en dat dan gebruiken om hun stelling kracht bij te zetten, terwijl je even goed een aantal andere zaken kan aanklagen om de tegenovergestelde stelling te verdedigen. Eigenlijk doen zowel Els als Meryame hetzelfde als de mensen die ze aanvallen.
Het is een algemeen verschijnsel, eigen aan de mens van deze tijd. Zeg nu niet dat niet iedereen zo is. Dat weet ik ook. Ik ben zelf een voorbeeld daarvan 🙂 Maar je kan er niet omheen dat je dit verschijnsel van polarisatie overal tegenkomt, zodat je kan stellen dat het algemeen is.
Ik heb me zitten afvragen waar de oorzaak daarvan ligt. En dan kom ik inderdaad uit op mentale kracht. Het gaat er over dat de moderne mens niet sterk genoeg meer is om te kunnen twijfelen; om zichzelf in vraag te stellen. Het gaat er om dat de moderne mens gebrek heeft aan intrinsieke identiteit, die het resultaat is van interiorisatie. Meryame heeft gelijk als ze het heeft over de morele factor.
Ik herinner me dat ik als zestienjarige in opstand kwam tegen de tien geboden en verboden. Alles wat te maken had met geboden en verboden wees ik af. Tegelijkertijd besefte ik dat een samenleving zonder geboden en verboden gewoon niet mogelijk is en vanuit dat standpunt ben ik dan begonnen met die geboden en verboden te onderzoeken, te overdenken, en me eigen te maken. Tot dan waren geboden en verboden voor mij extrinsieke gegevens. Door interiorisatie werden ze intrinsiek en deel van mijn identiteit. In de tijd van mijn jeugd was dit proces van interiorisatie nog een evidentie, al was ook toen al de afbraak begonnen. In de huidige tijd is er weinig dat aanzet tot interiorisatie. De identiteit van mensen is “flou” geworden. Je hebt een sterke identiteit nodig om met zelfvertrouwen de ontmoeting/confrontatie aan te gaan met andere persoonlijkheden, andere opvattingen, andere ideologieën. Wie dat zelfvertrouwen niet heeft kan niet anders dan zich afsluiten voor de andere. En zo krijg je polarisatie en is een mens niet meer bekwaam om te leven met “beledigingen”.
Bij de oorzaken van het ontstaan van deze “nieuwe” en zwakke mens, moet je zeker de teloorgang van het religieuze geloof rekenen. Religie geeft identiteit. Vraag het maar aan onze moslims die wegvluchten in religie om hun identiteit te zoeken en te bewaren die wordt aangetast doordat ze “vreemd” zijn. Spijtig dat het een religie is die niet aanzet tot openheid voor de andere en ingebed zit in een cultuur die een pervers eergevoel stimuleert. Maar dat verandert niets aan de essentie van het proces. De religie is weggevallen en het atheïsme heeft niets in de plaats gebracht.
Maar zeker zo belangrijk is de commercialisering die tot in de kleinste uithoeken van ons leven is doorgedrongen. Tegenwoordig kan je met àlles geld verdienen. En geld verdienen wordt voorgesteld als het ultieme ideaal. Noem het maar gerust kapitalisme. Als (zoveel mogelijk) geld verdienen het bestaan van mensen gaat bepalen, wordt opportunisme de lege kern van de persoonlijkheid, die geen weerbaarheid meer heeft en de andere enkel nog als een bedreiging kan zien en zich dus verschanst in egelstellingen.
Het ziet er niet goed uit, want er is geen enkel signaal dat de commercialisering terug gedraaid wordt. Dat betekent dat de polarisatie nog zal versterken. Dat kan niet anders dan leiden tot een grote confrontatie.
Pessimisten aller landen, verenigt u !