Streven
Nynke van Uffelen studeerde wijsbegeerte en politieke wetenschappen aan de KU Leuven. Ze is gepassioneerd over politieke filosofie en filosofie van de opvoeding en het onderwijs. Favoriete thema’s zijn burgerschap, het syndroom van Down en sociale rechtvaardigheid. Momenteel werkt ze als projectcoördinator ethiek & economie en onderwijs bij UCSIA (Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen). Ze is geboren in 1996 en dus nog een jonge snotter, maar straalt toch al grote wijsheid uit.
Hier brengt ze een uitdagende tekst. Ik heb lang getwijfeld of ik hier wel commentaar bij zou (kunnen) schrijven.
Laat het vooraf duidelijk zijn dat ik geen geval wil oordelen en veroordelen. Hierbij is het principe van de draagkracht essentieel. Ik stel het simpel:
1. Een mens moet streven naar het goede.
2. Het goede vraagt inspanning; vraagt het overwinnen van moeilijkheden, zowel binnen de persoonlijkheid als in het dagelijkse concrete leven.
3. Niet iedereen heeft evenveel kracht om deze moeilijkheden aan te kunnen.
4. Je mag van mensen niet meer verwachten dan wat ze aankunnen.
5. Tegelijkertijd moet je mensen wel stimuleren en steunen om volgens hun volledige draagkracht te leven en te handelen.
Wat is het goede bij vragen rond het leven ? Voor mij is het duidelijk: het is goed om het leven te bevorderen en te verdedigen. Dat klinkt misschien evident, maar is het niet. Als je naar de werkelijkheid kijkt, is er geen enkel verbod dat zo veel wordt overtreden als: doodt niet. En het rare is dat die overtreding zo dikwijls niet als een overtreding wordt aanzien omdat mensen denken een goede reden te hebben om het gebod te overtreden. Dan heb ik het niet dadelijk over passionele moorden of moorden uit hebzucht, maar ook over zaken zoals abortus, euthanasie, Merk op dat ik bij abortus, euthanasie, oorlogen, het woord moord vermijd. Dan heb je ook nog het massale doden bij oorlogen of andere commerciële belangen. Dat is erger dan moorden. En toch vindt de mens een manier om dit doden als aanvaardbaar en zelfs nodig voor te stellen. Het is dus belangrijk om het principe “verdedig het leven” los te maken van de al dan niet rationele constructies die het doden verantwoorden. Dat betekent dat die constructies telkens opnieuw in vraag moeten worden gesteld en geconfronteerd met het principe. Voor mijn part is die confrontatie zelfs niet nodig. Het principe is duidelijk.
Het is niet uitgesproken en daarom des te gevaarlijker: we leven in een tijd waarin de mens wordt voorgehouden hoe hij moet zijn. Er is een onderstroom die de mens wil boetseren naar een beeld en gelijkenis, niet van een God (Gen. 1: 27,27) maar naar een mens die past in deze samenleving. Dat is waarschijnlijk van alle tijden, maar nu hebben we zoveel meer middelen om dat efficiënt te doen.
Je vindt dit zeer duidelijk terug in de mode, in ideale maten en gewichten. Wie de mode niet volgt telt niet mee. Het technische hulpmiddel hier is de reclame. Een totaal perverse uitwas zijn de zogenaamde influencers. Gisteren had ik het over de hedendaagse mens zonder diepe identiteit. De “volgers” van de influencers zijn daar een prototype van. Ze belichamen de persoonlijkheid als leegte. Maar, door weinigen opgemerkt: ook de menswetenschappen staan in dienst van het mensbeeld. Wat is pedagogie anders ? Eergisteren had ik het over studentenpsychologen. Wat doen zij anders dan proberen om de student te modelleren naar het model van de succesvolle student ?
Nu kan je op zich natuurlijk niets hebben tegen pedagogie. Maar reclame, pedagogie, psychologie,… zijn ook machtsinstrumenten. En als je goed kijkt, zie je dat die instrumenten ook worden gebruikt. Ze worden gebruikt om mensen te reduceren tot producenten en consumenten.
En dan vallen mensen met down uit de boot. Hun enige bestaansrecht in die maatschappelijke context ontlenen ze aan het feit dat ze ook consumeren. Overigens geldt dat ook voor oude mensen. Zolang er een middenklasse is die sterk genoeg is om via de sociale zekerheid die mensen toe te laten om (nog) te consumeren, zal er voor deze mensen “gezorgd worden”. Het neokapitalisme zal deze sociale zekerheid afbreken. De middenklasse zal meer en meer opsplitsen in een groeiende lagere middenklasse die flirt met de armoedegrens, en een krimpende hogere middenklasse. Daardoor verdwijnt de draagkracht voor een sociale zekerheid: en zullen er meer en meer constructies worden opgezet om het doden aanvaardbaar te maken.
En dan kom ik die mens met down tegen. Of zijn ouders hem bewust als down-kind hebben laten komen, of dat hij onverwacht zo geboren is, maakt niets uit: zijn ouders hebben hem aanvaard; hebben hem lief en hebben al hun draagkracht aangesproken om zijn leven waardevol te maken. Soms hebben ze het gevoelen gehad dat het hun draagkracht te boven ging. Maar precies in hun liefde hebben ze de kracht gevonden om verder te gaan en bergen te verzetten.
Deze mensen met down zijn een aanklacht tegen de machten en machthebbers die de mens instrumentaliseren. Ze zijn gewoon niet instrumentaliseerbaar. En in ieder geval zijn ze meer mens dan de machthebbers.
Voor een overtuigd christen is het zelfs geen kwestie van goed of kwaad. Het is geen ethisch probleem. Christendom gaat in essentie over liefde. Liefde gaat niet over ethiek. Ze overstijgt de vraag naar goed of kwaad. Een moreel dilemma ? De liefde geeft geen antwoord. Ze maakt dat de vraag zich niet stelt. En ook: ze rekent niet.
Christus gaf zijn leerlingen slechts één gebod mee: heb elkander lief. Heb lief wie zwak is; niet heeft; onmachtig is; niet veel kan betekenen voor een materialistische samenleving… Hij betekent alles voor de God die Liefde is. Op die liefde zullen we geoordeeld worden. Het staat letterlijk zo in het Nieuwe Testament.