Trouw (Nl)
Boekbespreking: Adrien Candiard, De brief aan Filemon, gedachten over christelijke vrijheid
Hoe je mensen uit vrijheid het goede kunt laten doen
Neen, Paulus is niet mijn geliefde apostel. Eigenlijk is hij zelfs geen echte apostel want hij heeft Jezus nooit persoonlijk gekend. Hij was een actief vervolger van de christenen tot hij zich bekeerde. Daarna heeft hij zich ontpopt tot een even actief verkondiger van de christelijke boodschap, maar ook tot een theoloog: hij heeft gepoogd om die boodschap in een soort intellectueel keurslijf te dwingen, wat in mijn ogen de boodschap sterk verzwakt. Als hij begint over offers en lijden dat nodig was voor de redding van de mensheid, haak ik af. Het zal wel interessant geweest zijn voor de mensen in zijn tijd. Maar als je de evangelies leest en op zoek gaat naar de kern van de boodschap van Jezus werkt het meer verduisterend dan verhelderend.
Dat betekent niet dat hij geen waardevolle teksten heeft nagelaten. Zijn Hooglied van de Liefde in 1 Kor. 13 is wereldliteratuur en van ongeëvenaarde diepte en schoonheid.
En ja, in zijn Brief aan Filemon hanteert hij een begrip van vrijheid dat veel dieper gaat dan het algemeen aanvaarde liberale begrip: kunnen doen (of zeggen) wat je wil. Eigenlijk is dit begrip van vrijheid van een ongelooflijke banaliteit. Als dàt vrijheid is, bestaat vrijheid niet. Dan is de dag één opeenvolging van onvrijheden, af en toe afgewisseld met een moment van illusie. Natuurlijk kan je de bepaling verfijnen tot: vrijheid bestaat er in dat een ander mens mij laat doen wat ik wil. Maar ook dan nog blijft het ongelooflijk simpel. In die bepaling zou het volstaan om zich terug te trekken in eenzaamheid om vrij te zijn. Ik kan het anders uitdrukken: als de mens een relationeel wezen is, bestaat er volgens deze bepaling geen vrijheid, want de aanwezigheid alleen al van de andere maakt dat ik niet meer kan doen wat ik wil. Om het toe te passen in deze tijden: ook als de regering ons de vrijheid terug geeft om op café te gaan, zal ik als verantwoordelijk mens nog altijd rekening moeten houden met de anderen en niet zomaar kunnen doen wat ik wil. Als ik mijn vrijheid wél op eis, gedraag ik mij als een slecht mens.
In deze bepaling wordt elke andere een inperking van mijn vrijheid en verzeil ik in de bepaling van Sartre: l’ enfer, c’est les autres. De liberale vrijheid kan een momentaan goed gevoelen geven, maar maakt in de diepte een mens ongelukkig.
In deze context wil ik wél meegaan in een negatieve bepaling van vrijheid: ik ben vrij wanneer een ander me niet dwingt om te doen wat ik niet wil. Maar als je er over nadenkt blijft ook deze negatieve bepaling onvoldoende. Binnen een zekere oppervlakkigheid is ze juist en de dwang van anderen maakt een mens natuurlijk echt wel ongelukkig. Maar maakt de afwezigheid van die dwang een mens wél gelukkig ? Mensen die vrij komen uit de gevangenis zijn natuurlijk wel blij. Maar zijn ze gelukkig ?
Vrijheid moet een mens gelukkig maken. Dat kan enkel bij innerlijke vrijheid: als ik me ontdoe van de innerlijke ketens die me beletten om goed te zijn. Of: als ik egocentrisme en egoïsme overwin en zo bekwaam en bereid wordt tot lief hebben.
Dàt is de vrijheid van Paulus: hij roept Filemon op om goed te zijn. Hij roept hem op tot broederlijkheid tegenover Onesimus.
Daarvoor moet Filemon buiten het normale denken van zijn tijd treden waarin een slaaf nu eenmaal een slaaf is. Hij moet hebzucht overwinnen. Een slaaf is bezit en betekent rijkdom. Misschien zelfs moet hij wrok overwinnen: boosheid om de vlucht van de slaaf. Subtieler: veronderstel dat hij zijn slaven goed behandelde, dan zou hij zich gekwetst kunnen voelen door de vlucht van zijn slaaf.
Paulus gaat naar de kern van de zaak: enkel innerlijke vrijheid van Filemon kan Onesimus echt bevrijden door de broederlijkheid. En in die broederlijkheid zullen Filemon en Onesimus liberale vrijheid vrijwillig opgeven omdat ze de innerlijke vrijheid nastreven om goed te zijn voor mekaar.
Intellectueel links Vlaanderen vereerde Etienne Vermeersch. Alvast als het over religie ging was dit clubidool een idioot. Hij was in- en uitgetreden bij de paters Jezuieten. In zijn denken over religie is hij blijven steken in zijn wereldje van toen. Zijn interpretaties van de teksten en de boodschap zijn die van een twintigjarige. Nooit heeft hij zich hiervan kunnen bevrijden. Hij ging door voor een vrij denker. Als het over religie ging was hij dat zeker niet.
Een van zijn argumenten tegen het christendom was dat Jezus zich niet verzet had tegen de slavernij. Inderdaad, ook Paulus pleit in zijn brief niet voor de vrijlating van alle slaven van Filemon of voor de afschaffing van de slavernij in het algemeen. De slavernij behoorde nu eenmaal tot de denkwereld van toen. De afschaffing er van lag buiten de denkwereld van Paulus. Maar als volgeling van Jezus ging hij veel dieper dan de afschaffing van de slavernij: hij pleitte voor broederlijkheid.
Egalité, liberté, fraternité… Gelijkheid en vrijheid zijn tegenwoordig modewoorden van een kaste heidense verlichten. Het is typisch dat deze bende niet verder is geraakt en niet aan fraternité toekomt. Hallo jongens, wordt eens wat meer innerlijk vrij !
Neen, ik ben niet vrij. Maar ik kan wel groeien in vrijheid.
PS Ik beken: als ik het over Vermeersch en de kaste heidense verlichten heb, is dat ook niet echt broederlijk. Blijkbaar schiet zelfs ik nog tekort in innerlijke vrijheid.