Dwarsliggers
Popper en de Belgische democratie
Recent werd de idee van een tweepartijenstelsel gelanceerd door Bart De Wever. De nep linkse politiek correcte nuttige idioten barsten dan uit in gemeenschappelijk gehuil in het bos van hun belgicistisch onkruid. Als het van De Wever komt moeten ze er verder niet over nadenken: het is fout. Een aantal van hen zijn zelfs niet bekwààm om er over na te denken.
Natuurlijk zit er in het voorstel van De Wever opportunisme: in een tweepartijenstelsel zou De Wever met de laatste verkiezingsuitslag altijd aan de macht zijn. Maar als een alom gewaardeerd filosoof als Karl Popper voorstander is van een tweepartijenstelsel, kan je het voorstel van De Wever niet zo maar weg huilen. Overigens zou bij een volgende verkiezing het tweepartijenstelsel zich ook tegen De Wever kunnen keren.
Nu moet ik dadelijk nuanceren: Popper wil eigenlijk een democratie zonder partijen. Als ik dat lees word ik plots klaar wakker, want dat sluit aan bij de visie op democratie die ik heb ontwikkeld in mijn boek Eutopia *.
Er is wel een grondig verschil in uitgangspunt: Popper denkt puur individualistisch. Ik zoek naar een manier om respect voor de individuele persoon te verzoenen met de rol van de gemeenschappen. Let op het meervoud in gemeenschappen.
Voor mij bestaat er geen individuele persoon zonder een gemeenschap. De samenleving bestaat niet enkel uit individuen, maar ook uit gemeenschappen. De rechten en belangen van het individu moeten institutioneel gewaarborgd worden binnen zijn gemeenschap. (Iemand kan deel uit maken van meerdere gemeenschappen). Maar gemeenschap en staat vallen niet samen – zeker niet in een geglobaliseerde en multiculturele wereld – en dus zie ik de staat niet als een samenstelling van individuen, maar van gemeenschappen. De democratie op staatsniveau wordt niet gevormd door individuen, maar door gemeenschappen.
De basisgemeenschap waartoe een mens behoort is de wijk waarin hij woont. (het vroegere dorp). We moeten absoluut naar een organisatie van wonen waarin de mens leeft in contact met zijn buren. Er is tegenwoordig sprake van de atomisering van onze samenleving. Eenzaamheid is een groot probleem. Fysieke aanwezigheid in de woonomgeving is een noodzakelijke voorwaarde om die eenzaamheid in haar algemeenheid te voorkomen.
Die fysieke aanwezigheid moet dan wel zo georganiseerd worden dat ze gemeenschapsvorming niet tegen gaat. Omwille van de territorium theorie zijn woonblokken dus geen optie: als je mensen te kort bij mekaar zet, gaan ze afstand creëren.
Uiteraard is ook kleinschaligheid een noodzakelijke voorwaarde.
Binnen deze “wijkgemeenschappen” geldt de individuele democratie waarbij de gemeenschap mensen vraagt om hen te vertegenwoordigen bij de staatsverkiezingen. Van bijzonder belang: iedereen die streeft naar macht moet worden uitgesloten als kandidaat bij de verkiezingen binnen de wijk. Niemand kan zich dus kandidaat stellen of propaganda maken voor zichzelf. De gemeenschap gaat op zoek naar iemand in wie ze vertrouwen heeft en vraagt hem (of haar ! ) om ze te vertegenwoordigen.
Alle vertegenwoordigers van de wijken samen vormen een volksvergadering (ook de staat is kleinschalig) die algemene lijnen uitzet voor de organisatie van de samenleving. In deze volksvergadering worden ook vertegenwoordigers van andere gemeenschappen opgenomen. Het kan dan gaan om religieuze gemeenschappen, sportclubs, culturele verenigingen die ook weer hun vertegenwoordigers kiezen zoals in de wijken, eventueel in een getrapt systeem om de kleinschaligheid te waarborgen.
De volksvergadering komt om de zoveel jaar samen in een meerdaags congres en zal daar naast een algemene beleidslijn ook een parlement verkiezen. Blok- of partijvorming binnen de volksvergadering is verboden.
Het parlement heeft de opdracht om de algemene beleidslijnen om te zetten in concrete plannen. Voor de uitvoering van de plannen stelt het een regering samen. Die samenstelling gebeurt op basis van competentie. In principe bestaat de regering uit mensen die geen deel uit maken van het parlement. De regering neemt geen beleidsbeslissingen, maar voert enkel de beslissingen van het parlement uit en wordt daarop afgerekend.
Op alle niveau’s wordt altijd gestreefd naar consensus. Mensen luisteren naar mekaar en juist omdat er geen blokken of partijen zijn is de kans op machtsstrijd veel kleiner wat de kans op consensus verhoogt.
In Eutopia * ga ik uiteraard meer in detail.
Ik besef dat er heel wat kritiek mogelijk is op deze visie. Ze is niet zaligmakend. Maar basisprincipes waaraan ik niet wil tornen zijn: respect voor de individuele mens; de mens wordt nooit los gezien van een gemeenschap; nabijheid en dus kleinschaligheid; mensen die uit zijn op macht worden ver weggehouden van de macht; blok-of partijvorming is verboden en wordt zo nodig bestraft.
In ieder geval gaan partijen zoals wie die kennen niet samen met een antikapitalistische visie: de democratie wordt voorgesteld als een georganiseerd meningsverschil. Maar partijen gaan voor de macht. Dan gaat het over georganiseerde machtsstrijd of concurrentie. Precies de concurrentie die een van de ontmenselijkende elementen is van het kapitalisme.
Waarom denk je dat de VS overal waar ze de boel is gaan verkloten probeert een parlementaire democratie naar ons model op te zetten ? Uit democratische bekommernissen ? Neen: het gaat er gewoon om dat ze daarmee, naast de economische organisatie, het kapitalisme ook politiek organiseert.
Wie streeft naar een alternatief voor het kapitalisme moet tegenstander zijn van een democratie met partijen.
Als echte democraat verwerp ik dan ook een democratie met één partij die de algemene beleidslijn vastlegt en controleert. Want dan krijg je een vorm van dictatuur, misschien niet van een individu, maar van een groep. Hierin ligt een van de zwakke punten van marxistisch links. Al geef ik toe dat ik in Cuba toch wel verzoend geraakte met de rol van de partij.
* Eutopia kan je op deze website gratis lezen en/of downloaden, ook in ebookformaat.