De gelijkenis tussen de linkse en de fascist

Doorbraak

Els van Doesburg

Verlichte Verantwoordelijkheid

Eerder deze maand zat ik in de auto terwijl het radioprogramma Zeitgeist op stond. De uitzending ging over de staat van het gezin en meer specifiek waarom ouders het gevoel hebben dat ze constant onder druk staan. Ik viel halverwege het programma in, net op het moment dat journaliste Kaat Schaubroeck vertelde over de baby-veiligheidsindustrie. Ouders betalen meer voor een autostoeltje wanneer dat autostoeltje belooft veiliger te zijn, want wie bespaart nu op de veiligheid van z’n kind?

Ik beken: ik ben een verwerpelijke seksist want ik ben dit artikel beginnen te lezen uit nieuwsgierigheid om wat een aantrekkelijke vrouw te vertellen heeft.

Wat blijkt ? Ze is een aantrekkelijke conservatieve en aantrekkelijk conservatief. En nu stop ik hiermee. Zo dadelijk denken jullie nog dat ik verliefd ben. Alhoewel, wat dan nog ? ik ben graag verliefd.

Hoe zit dat eigenlijk met het verbeteren van de wereld en de individuele verantwoordelijkheid ?

Is de wereld maakbaar ? Neen, natuurlijk niet: de mens is deel van de wereld en dus kan hij per definitie niet de wereld overzien en dus ook niet maken. De wereld zoals hij is, is het resultaat van een groeiproces. Vergelijk het met een Italiaans dorpje en Brasilia, de hoofdstad van… ja, inderdaad, Brazilië. Brasilia is een stad, in enkele jaren gebouwd op een plaats waar niets was, volgens een plan van enkele architecten. Het Italiaanse dorpje is het resultaat van eeuwenlange groei waarbij mensen min of meer naar eigen goeddunken huisjes tegen mekaar hebben gebouwd. In dat dorpje leven mensen. In Brasilia wonen ambtenaren. Wonen is niet hetzelfde als leven. Natuurlijk gaat in Brasilia alles efficiënter. Maar het leven is één grote aanfluiting van efficiëntie.

De samenleving kàn gewoon geen efficiëntie-oefening zijn, ingericht volgens een model. Leven is per definitie creatief. En creatief betekent dat er gekozen wordt voor een onverwachte oplossing. Onverwacht betekent uitsluiting van een model.

Maar in samenleving zit niet enkel leven, maar ook samen. Leven is per definitie samen-leven. De vraag is dan: hoe vul ik, en hoe vullen wij, dit “samen” in. Hoeveel “samen” steken we in de samenleving ?

Laat het duidelijk zijn: er is geen wij zonder ik. Een samenleving zonder respect voor het individu is geen samenleving. Een samenleving verraadt zichzelf als ze het leven van het individu in alles regelt en daarmee de creativiteit van het individu uitsluit. Integendeel: de samenleving moet de creativiteit van het individu stimuleren. Het individu moet er zijn voor de samenleving, maar de samenleving moet er ook zijn voor het individu en dus ook voor het individuele. Het mooie in het verhaal is dan natuurlijk dat niemand op zijn eentje individu wordt. Maar daar moet ik verder op terugkomen. 

Als je het over het individuele hebt, heb je het over ongelijkheid. Een samenleving moet niet enkel ongelijkheid tolereren, maar ook cultiveren.

Die ongelijkheid van de individuen, betekent ook ongelijkwaardigheid. Niet iedereen is evenveel waard.

Voor jullie in een kramp schieten: de waarde van iets is altijd verbonden aan iets waarvoor iets waarde heeft. Iets kan artistiek van enorme waarde zijn, maar economisch waardeloos. Kan je zeggen dat een artistiek meesterwerk evenwaardig is aan een vaccin ? Het gaat gewoon om verschillende categorieën. Een uitspraak hierover is zinloos. Onze samenleving heeft de neiging om elke waarde terug te brengen en uit te drukken in geld en er dus een economische waarde van te maken. Dat is van een domheid die enkel kan voortkomen uit de slechtheid van een kapitalist.

Maar de waarde van iets wordt dus niet enkel bepaald door de waarde voor iets, maar ook door wat iets waard is voor iemand. Voor de ingenieur telt de nuts-waarde. Voor de artiest telt de artistieke waarde. Maar wat als mensen zowel ingenieur als artiest zijn ? Als individu heb ik het recht om daarin mijn keuze te maken. Maar is dat recht absoluut ? 

Er is niet enkel ik, maar ook wij.

Vanuit het standpunt van de samenleving kan je dan de vraag stellen: welke categorieën hebben waarde voor de samenleving als zodanig ? 

Je kan dit op vele vlakken situeren. Welke waarde hecht een samenleving aan comfort en genot ? Welke waarde aan gezondheid ? Het zijn vragen die op dit ogenblik actueel zijn. Tijdelijke omstandigheden kunnen bepalend zijn in die waardebepaling. Maar kan er eigenlijk wel een fundamentele keuze gemaakt worden ? Daarover wil ik morgen verder filosoferen.

Voor vandaag nog dit:

een van de vragen – en misschien de enige vraag die er toe doet – die een samenleving zich moet stellen is: wat is voor ons de waarde van de categorie “samen” ? 

Welke waarde hechten we aan solidariteit, meer persoonlijk: aan vriendschap ? Is dat niet precies wat “samen” betekent ?

De vraag wordt in mijn ogen dikwijls verkeerd gesteld.

De samenleving moet de vrijheid van het individu maximaal garanderen. Maar in hoeverre kan en moet de waarde vrijheid wijken voor de waarde van het samenzijn ? Als je het zo stelt is er een tegenstelling tussen individu en samen. Maar op zijn minst is die tegenstelling niet absoluut, want zoals gezegd: zonder wij is er geen ik. Een mens kan maar individu zijn doordat hij ook een medemens is.

Veronderstel nu dat ik toch het individu voorop stel. Dan zou ik de vraag moeten stellen: in hoeverre is de medemens nodig voor het individu ? In zoverre doet de medemens ook geen afbreuk aan de vrijheid van het individu. Is het gezag van ouders een belemmering voor de vrijheid van het kind ? Is een rood stoplicht belemmering van vrijheid of brengt het juist vrijheid ?

Ik kan het ook omdraaien en de samenleving voorop stellen. Dan is de vraag: in hoeverre is het individu nodig voor de samenleving ? In zoverre doet het individu dan ook geen afbreuk aan de samenleving. Integendeel. Doet het recht van het kind op persoonlijke ontplooiing, afbreuk aan het gezag van de ouders ? Is mijn recht op vrije meningsuiting niet nodig voor de groei van kennis en inzicht van de samenleving ?

Als je de vragen zo stelt wordt duidelijk dat er geen rechtlijnig antwoord op bestaat. Het is een steeds wisselend spel van afwegingen waarbij hetzelfde antwoord in andere omstandigheden en zelfs andere tijden de ene keer juist en de andere keer fout kan zijn. Dat aspect tijd maakt dat het inderdaad gaat om een proces. Om groeiend inzicht. Om groei in menselijkheid. Niemand van nu kan beslissen dat die groei nu of ooit moet stoppen omdat zijn huidig inzicht het definitieve zou zijn.

Voor een conservatief is de samenleving een proces en kan ze geen resultaat zijn van het opmaken van een plan. Maar dat ze een proces is betekent ook dat conservatisme niet gelijk staat met stilstand of gewoon bewaren wat is. Een conservatief is iemand die uitkijkt naar de toekomst, maar met spanning, want hij weet niet wat ze zal brengen. Daarin verschilt hij van de linkse (wat is een linkse ? ) die weet wat de toekomst moet zijn en die naar zijn hand wil zetten. Eigenlijk verschilt de linkse daarin niet zoveel van de fascist met zijn Duizendjarig Rijk. De oude Grieken hadden daar een woord voor: hubris, hoogmoed. 

PS Maak je geen zorgen. Ik ben Bart  De Pauw niet. 

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *