Geloof jij in God ?

Ignis

Rik Torfs

Geloof jij al in God?

Nee, die vraag stelt men niet, men vraagt: geloof jij nog in God. Rik Torfs merkt dat geloven tot prestigeverlies leidt. De doorsnee cultuurdrager is immers seculier. Waarom

Rik Torfs borduurt hier wat met de woorden “al” en “nog”. Hij weet zelf ook wel dat er nog veel meer over te zeggen is.

Maar dat geloven, waar gaat dat eigenlijk over ?

Geloven kan geen ingewikkelde zaak zijn, want de mensheid is er van doordrongen. Ik ben bijna zo ver in mijn denken dat ik tijden van decadentie ga laten samenvallen met tijden van ongeloof. Zoals vandaag. Daarmee heb ik niet gezegd dat iedere ongelovige decadent is.

Ik stel het dus ook simpel: geloven is aanvaarden dat ik niet de Hoogste ben.

Er zijn mensen die problemen hebben met dat “de” en wel meewillen als er “het” zou staan. Maar vermits ik iemand ben, heb ik het ook over de Hoogste als iemand. Of liever: als “iets” dat op zijn minst iemand is, want eigenlijk is het meer dan iemand, anders zou het niet hoger zijn. Maar ik heb geen aangepast lidwoord of voornaamwoord voor het woord God, en dus schrijf ik maar “de” Hoogste, en “Hij”.

Het is natuurlijk een ernstige fout als “gelovigen” over God spreken als over iemand zoals zij, maar dan machtiger, beter, slimmer… Dat is een vorm van antropomorfisme zoals mensen ook over een dier spreken alsof het een mens is. Het succes van de meerderheid van de “beesten”documentaires op TV berust op dat antropomorfisme. De fascist Disney is er rijk mee geworden. Als échte gelovige is het voor mij een belediging als iemand antropomorfistisch over God spreekt. God is geen beest !

Maar hierboven heb ik aangegeven waarom ik “de” en “hij” gebruik. Daarmee geef ik toe dat ik een zeker antropomorfisme niet helemaal kan vermijden…

Soms is het leven ingewikkeld… en wordt iets simpels plots gecompliceerd.

Geloven is dus wel iets belangrijks. Want wie niet gelooft, weigert dus te aanvaarden dat hij niet “de” hoogste is. Dat lijkt me nogal pretentieus.

De hedendaagse ongelovige samenleving is dus inderdaad pretentieus.

Toen de maanreiziger Armstrong voet op de maan zette, sprak hij de onsterfelijk belachelijke woorden: “”That’s one small step for [a] man, one giant leap for mankind”. Alsof de mens iets betekent in de kosmos omdat hij op de maan geraakte.

Een ander ruimtereiziger wiens naam mij gelukkig voor hem niet te binnen schiet, maakte zich nog belachelijker: “ik ben God in de ruimte niet tegengekomen !” Hij had, ocharme, één rondje rond de aarde gedraaid en hij dacht dat hij in de ruimte was geweest. Domheid zou tot de dwangbuis moeten kunnen leiden. Zijn voorganger was een aap.

Ik wil maar zeggen: nederigheid past de mens.

Je hebt dan ook nog de mensen die niet in God geloven omdat de wetenschap hem niet kan vast stellen. Mag ik die mensen er attent op maken dat de wetenschap als puntje bij paaltje komt niéts kan vast stellen ? De wetenschap is per definitie een proces, een voortdurende verandering, en dus staat er niets in vast. Het enige wat de wetenschap kan, bestaat er in dat ze nuttige kennis kan verwerven die al voorbijgestreefd is voor ze echt is toegepast. Niets vast.

Wie zegt dat hij niet in God gelooft omwille van de wetenschap, verklaart de wetenschap tot zijn God. Hij moet dan ook zijn mond houden over de God die ontkend wordt omdat hij de holocaust niet heeft tegengehouden. Zijn wetenschap heeft ons Nagasaki en Hiroshima opgeleverd en de speerpunten van de wetenschap zijn vernietigingswapens.

De wetenschap als heilbrenger is even nep als een God die heil zou moeten brengen.

Merk op dat ik hier gezegd heb dat God, de heilbrenger, nep is.

Antropomorfistische gelovigen ontwikkelen allerlei theorietjes om toch maar te kunnen blijven geloven in God, de heilbrenger. Het is allemaal praat voor de vaak.

Maar goed, ik moet toch iets meer kunnen zeggen over die God ? 

Als ik hem bepaal als “de” Allerhoogste; als “de” mij overstijgende; als “hem” aan wie ik mij moet/wil overgeven; als “hij” waarvoor ik wil leven… moet ik toch enig idee hebben waarover ik praat als ik het over God heb.

Uiteraard gaat het in eerste instantie over de schepping, kosmos… waarbij ik – en zelfs de hele mensheid – slechts een zandkorrel in de woestijn ben. Voor die schepping moet ik op mijn knieën vallen, geveld door verwondering en bewondering over haar grootsheid. 

Om ze dichtbij genoeg en binnen bereik te brengen, moet ik het op de eerste plaats over onze eigen planeet hebben. Over God-moeder aarde. 

Neen, de mens is niét de heerser over de planeet. Hij mag blij en dankbaar zijn dat de planeet hem onderhoudt en verdraagt. Zijn basishouding moet er een zijn van respect; en zorg. Hier past het beeld van het rentmeesterschap. 

Ja, de mens kàn zijn planeet beschadigen. Hij doet niet anders.  – Ik ga nu niet over het kapitalisme beginnen. – Misschien moeten we in dat verband het begrip zonde terug invoeren dat de pretentieus domme hedendaagse mens vakkundig heeft afgevoerd. Maar een gelovige mens zal zo weinig mogelijk zondigen en gedaan kwaad proberen te herstellen.

Zeg nu niet dat ik dat hier zomaar uit mijn duim zuig en dat het niets met geloof te maken heeft. Groenen denken dat ze dit hebben uitgevonden, maar het staat al in het bijbelse scheppingsverhaal. Ook dat weer is groene pretentie.

Verval ik in pantheïsme ? Valt God samen met zijn schepping ? Het is een theoretische en filosofische vraag. Als God niet samenvalt met zijn schepping, is het in ieder geval via zijn schepping dat ik hem ken.

Er is een tweede belangrijk aspect in het godsbegrip. 

De God van de schepping zou je kunnen zien als een God buiten mij. Maar is er ook God binnen in mij ? En wie of wat is “hij” dan ?

Ik kan daar in deze blog niet meer dieper op ingaan. Maar het beste en enig goede antwoord op die vraag, vind ik in de evangelies en in de kernachtige samenvatting van de boodschap van Jezus: “God is liefde”.

In eerdere blogs op zondag hier heb ik het daar al dikwijls over gehad. Ik zal het er ook in de toekomst nog over hebben.

 

Eén antwoord op “Geloof jij in God ?”

  1. De definitie van God als ‘Allerhoogste’ is wat mij betreft in al zijn absolute wat vaag. Als ik nu de energie van alle atomen samenvat in het woord God, zitten we ongeveer op dezelfde lijn.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *