Uitpers
Platformbedrijven: Reguleren of Boycotten?
Francine Mestrum heeft het hart op de juiste plaats. Blijkbaar heeft ze een gewetensprobleem: als ik weet dat arbeiders uitgebuit worden, mag ik dan nog kopen bij bedrijven die die arbeiders uitbuiten ? Mag Francine een Ubertaxi nemen ?
Het siert haar dat ze daar een probleem mee heeft. Er zijn twee soorten mensen die er geen problemen mee hebben: de asocialen die enkel aan hun eigen portemonnee denken en de activisten die stoppen met denken als er ergens onrecht of discriminatie opduikt en zich laten leiden door hun reptielenbrein dat hen beveelt om aan te vallen.
Over die asocialen moet ik het niet hebben. Als asocialiteit aangeboren en erfelijk was, zou ik pleiten voor sterilisatie. Maar zo simpel schijnt de wereld niet in mekaar te zitten.
Wat die activisten betreft: ik weet dat het hopeloos is om met denkwerk en argumenten af te komen, precies omwille van dat reptielenniveau, maar er zijn ook wel mensen die ergens tussen in zwalpen, en misschien moeten die toch eens bedenken dat het voor de overgrote meerderheid van de werkers van Amazon of Uber nog erger zou zijn, als ze er géén werk zouden hebben.
Wil dat zeggen dat ik me zo maar moet neerleggen bij het onrecht ? Natuurlijk niet. Daar vindt Francine de juiste weg: zonder de werkers te treffen door een boycot, voert ze wel actie om door regulering tot betere werkomstandigheden en loon te komen.
Natuurlijk: wie Uber gebruikt zonder steun voor die regulering komt in het vak van de asocialen terecht.
Maar het is allemaal niet zo simpel.
Want als de vakbonden hun slag zouden thuis halen, worden al die diensten duurder.
Dat betekent dat een aantal mensen minder zullen kunnen kopen.
Mij maakt het niet uit of ik al dan niet enkele euro’s moet betalen als leveringskosten. Maar voor armen tellen die kosten wel.
Probleem: alle armoedecijfers wijzen op groei van de armoede.
De linksen die triomferen omdat – ook door corona – het neokapitalisme zou vervangen zijn door het Keynesianisme met een sterke invloed van de overheid op het economisch gebeuren, hebben het niet goed begrepen. Ook het Keynesianisme is kapitalisme en leidt dus vroeg of laat tot verarming. Werkers kunnen misschien een beetje mee profiteren van de economische groei als gevolg van het overheidsingrepen, maar fundamenteel verandert dit niets aan de wetten van het kapitalisme waarbij de arbeider altijd opdraait voor de groeiende rijkdom van de kapitalist.
De armoede groeit en dus groeit het aantal mensen dat zal verarmen door de actie van de vakbonden. Je kan dan beginnen te berekenen of de winst bij de arbeiders als gevolg van de vakbondsactie groter is dan het verlies bij de actie van de vakbonden.
Dat is een van de mooie dingen van het kapitalisme: als het de ene arbeider wat beter gaat, is dat altijd ten koste van een andere arbeider. Het kan ook ten koste gaan van een kapitalist die minder winst maakt of zelfs failliet gaat, maar het gaat nooit ten koste van het kapitaal, want het verlies van die kapitalist is winst voor een andere kapitalist.
De PVDA doet triomfantelijk omdat het belgische bedrijf toch de bestelling van nieuwe lijnbussen voor de Lijn heeft binnengehaald. Mooi voor de arbeiders van Van Hool ! Maar Van Hool haalt die bestelling binnen ten koste van een bedrijf in Nederland. Niet mooi voor die Nederlandse arbeiders !
Overwinning voor de belgische vakbonden ? Ja, maar niet voor dé arbeider.
Als ik PVDA-ers daarop wijs op facebook, begrijpen ze me niet of doen alsof. Het zou kunnen dat sommigen het gewoon echt niet begrijpen. Anderen willen het niet begrijpen. Allen gedragen zich als trouwe partijsoldaten die marcheren als Raoul op zijn fluitje blaast.
De essentie van het verhaal is de concurrentie die de motor is van de kapitalistische economie. Bij concurrentie zijn er altijd winnaars en verliezers. Het systeem zit zo in mekaar dat het werkvolk altijd bij de verliezers hoort.
Ondertussen is de PVDA verveld van een extreem-linkse partij tot een sociaal-democratische partij. Daar waar ze vroeger volledig afstand nam van de vakbonden, vormt ze nu één front met die vakbonden en schakelt zich volledig in de strategie van die vakbonden.
Dat betekent dat ze in de feiten de concurrentie aanvaardt en zich, als partij die tegen concurrentie zou moeten zijn, volledig in de concurrentiestrijd gooit.
Het motief: electoraal gewin. Het komt er op neer dat de PVDA bereid is om Nederlandse arbeiders in de werkloosheid te duwen om hier de stemmen van de arbeiders van Van Hool binnen te halen.
Nu is het natuurlijk zo dat ik de partij daar eigenlijk niet kan op aanvallen, want tot het lot van een partij hoort nu eenmaal dat ze moet meedoen met verkiezingen en electoraal succes dus cruciaal is.
Mertens stond bij zijn aantreden voor het dilemma: ofwel gaan we voor electoraal succes, ofwel bestaan we binnen enkele jaren niet meer. Menselijk gezien kan ik zelfs begrijpen dat hij dan kiest voor het voortbestaan. Maar wat is de zin van dat voortbestaan als het het verraad eist van de essentie van de ideologie ?
Misschien moet extreem-links er toch eens over gaan nadenken of die extreem-linkse actie eigenlijk wel samengaat met een politieke partij.
Een politieke partij moet per definitie concurreren met andere partijen. Wie tegen concurrentie is, moet dus een andere weg zoeken dan die van een politieke partij.
Enkel een “beweging” is een geëigend instrument om de boodschap van extreem-links uit te dragen. Waarom steken de mensen van de PVDA alle energie die ze nu steken in de partij niet in de opbouw van een beweging die de onzin van het kapitalisme en het geloof in de mogelijkheid van een betere samenleving uitdraagt ?
Zonder een breed gedragen besef is elke grondige maatschappelijke verandering nu eenmaal onmogelijk. De omstandigheden van het Rusland van Lenin zijn voorbij !
We zitten zeker nog lang niet in een fase waarin vanuit dat breed gedragen besef actie voor die verandering mogelijk is. Op dit ogenblik ligt de opdracht duidelijk in de opbouw van dat besef.
Ondertussen heb ik er geen probleem mee dat de vakbonden hun job doen.