Ben je na deze feestdagen zonder echte reden om te feesten toch serieus aangevet en heb je je voorgenomen om zo snel mogelijk de aanwas terug kwijt te spelen ? Mooi ! Want niet enkel het lichaamsvet, maar ook de hypocrisie heeft welig getierd. Of wat moet je denken van iemand die je voor het volgend jaar een goede gezondheid wenst, maar je tegelijkertijd een onweerstaanbare gratin onder de neus houdt ?
Nu is het niet mijn bedoeling om hier te gaan filosoferen over de zin en onzin van feesten en van bekommernis om gezondheid. Maar een en ander heeft zeker niet enkel met gezondheid te maken, maar ook met ijdelheid: ik wil er goed uit zien. En wat is dan dat “goed” ?
Door de alomtegenwoordige media worden de jongeren constant geconfronteerd met “schoonheidsidealen”, dikwijls verbonden met gezondheid en fitheid. Onderzoek in het VK wijst uit dat 6 op de 10 jongeren niet tevreden zijn met hun uiterlijk.
Maar sommigen zien positieve tendensen. Lingeriemerken beginnen ook “normale” figuren als model te gebruiken, en ook in de media worden meer en meer mediapersoonlijkheden als actrice Joke Emmers opgevoerd, die “body positivity” uitstralen.
Dat klinkt mooi. Maar waarom eigenlijk moeten vette mensen in badkpak op TV komen paraderen om aan onze jeugd duidelijk te maken dat vet zijn OK is en het niet nodig is om “schoonheidsidealen” na te streven ?
Wil Joke aan onze jongeren duidelijk maken dat het OK is om ongezond vet te zijn ?
Neen, wat Joke als bekende mediafiguur duidelijk maakt is dat je ook succes kan hebben als je niet aan de voorgeprogrammeerde schoonheidsidealen beantwoordt.
Of nog: de reactie tegen het schoonheidsideaal is tegelijkertijd een bevestiging van een ander, al even decadent, ideaal: je moet succes hebben. Liefst in de media. Joke toont aan dat je succes kunt hebben, ook al beantwoordt je niet aan een schoonheidsideaal. Maar het gaat dus wel om “succes hebben”.
Wie Joke Emmers promoot vanuit een zogenaamde warme instelling die mensen zegt dat ze zichzelf mogen zijn, maakt de zaak nog erger.
Leg me eens uit waarom mensen succes moeten hebben ?
Wordt het niet tijd dat we aan onze jeugd opnieuw voorhouden dat het niet gaat om succes, maar gewoon om je plicht te doen; om iets te betekenen voor een ander; voor de samenleving. Als iemand dat zo uitmuntend doet hij daarbij opvalt, kan dat mooi zijn. Maar als iemand het doét om op te vallen, is het pervers. En dat is dan het rare: in deze tijd wordt perversiteit enkel herkend als ze seksueel is. Maar de perversiteit in de drang om op te vallen en succes te hebben, wordt niet meer gezien.
Een en ander kan je kaderen in het onrustwekkend groeien van het narcisme bij de mensen van deze tijd.
Noteer maar: een samenleving van narcisten kàn geen gelukkige samenleving zijn. Ik zeg niet dat een narcist niet in staat is tot sociaal gedrag. Maar als iemand een ander helpt omdat dat hem een goed gevoelen geeft en niet om de andere zelf, loopt het vroeg of laat fout af.
En neen: niet iedereen moet een heilige zijn. En ja: iedereen is een beetje narcist. Zelfs ik ben blij als iemand me dankbaar is. En als ik aan “uitzuivering van motieven” doe, ontdek ik ook bij mezelf dat in mijn motivering om “goed te doen” wel ergens een verlangen zit om als goed aanzien te worden. Maar als ik mijn menselijkheid belangrijk vind, moet ik me wel de vraag durven stellen: zou ik deze “goede daad” ook stellen als niemand weet dat ik het ben die ze stelt… ?
Nu, soms moet een mens die goede daad toch maar stellen zonder zekerheid dat zijn motieven zuiver zijn. Als het goede maar gebeurt, nietwaar ?
Totale puurheid is de mens niet gegeven. Maar wanneer het streven naar puurheid wordt opgegeven en “onpuurheid” zelfs niet meer als zodanig wordt herkend, is er iets grondig mis. Of nog: als het “normale” narcisme te grote proporties aanneemt, daalt het niveau van menselijkheid. En het is precies menselijkheid die nodig voor een menselijke samenleving.
Maar er is meer en dieper.
Want de hele rotzooi kadert ook in een sfeer van concurrentie: het gaat er niet enkel om dat iemand mij mooi vindt. Het gaat er om dat ik méér likes krijg dan een ander.
Iedereen beseft dat niet iedereen succes kan hebben. Het streven naar succes situeert zich altijd in een sfeer van concurrentie. Die concurrentie kan vriendschappelijk zijn, maar dat verandert niets aan de kern van de zaak.
Ieder jaar wordt een “ondernemer van het jaar” verkozen door andere ondernemers en de hele meute verzamelt dan rond een horde onderbetaalden met grote dienstplateaus. Gezelligheid alom. Iedereen gunt het de winnaar en iedereen hoopt hem volgend jaar te verslaan. De hele boel is zo vals als mijn kater als hij de kattin van mijn buren niet te pakken krijgt.
Je krijgt zowel bij die ondernemers als bij die jongeren een cultuur van individualisme. De liberalen cultiveren dat individualisme dat ze verstoppen achter het masker van de vrijheid.
En ja, toegegeven: het individualisme zit in iedere mens.
Maar de mens is een proces waarin de mens zichzelf wordt door mens te zijn samen met anderen. En niet tégen anderen. Dat geldt voor het individu, net zo als voor de mensheid als verschijnsel in de evolutie.
Wij zijn niet af, en alleen door meer samen te zijn, worden we ook méér af.
Liberalen cultiveren de on-affe mens. Ze zijn per definitie oerconservatief en dat leidt tot de ergste onvrijheid: de mens die niet meer kan groeien in menselijkheid.
Dààr gaat het om als we ons zorgen maken over onze jeugd.
Over de liberalen moeten we ons geen zorgen meer maken: daar is toch niets aan te doen.