Doorbraak
Het verschil tussen de welvaartsstaat en de ‘aansprakenstaat’
Het ‘geschiedenislesje’ van Bart De Wever en Annelien De Dij
Ja het is interessant om dit soort overwegingen te lezen. Niet dat ik het boek van De Dijn gelezen heb of zal lezen. Ik lees nu eenmaal niet veel en al zeker geen ernstige literatuur. Veel te vermoeiend. En neen, dus, ik heb noch het artikel van De Dijn, noch dat van De Wever gelezen en ga dus volledig verder op wat Clerick hier schrijft.
Laat me maar dadelijk met de deur in huis vallen: wat zowel De Dijn als De Wever, als Clerick vertellen is volledig naast de kwestie: ze vergeten de factor economie.
Ze hebben het over ideeën die dan de staat zouden vorm geven. Maar de staat wordt niet vorm gegeven door ideeën, maar door machten en dus door economie. belgië is een duidelijk voorbeeld: het is opgericht door de bankiersfamilie de Rothschilds om hun financiële macht te beschermen.
De staat neemt de vorm aan die nodig is voor de macht en de economie, of die het gevolg is van de economie.
Ik heb het in eerdere blogs al aangegeven: de opvallende synchroniciteit tussen de voortgang van ethisch besef (de ideeën) en de economische noden.
Ik geef hier drie voorbeelden, maar als je wat rondkijkt in de geschiedenis zie je het voortdurend.
Drie voorbeelden van synchroniciteit
I De afschaffing van de slavernij
De afschaffing van de slavernij in de VS viel samen met het feit dat het industrieel gebeuren in het Noorden niet meer gediend was door slavernij. Slavernij is interessant in een plantage-economie, maar niet in een fabriekseconomie. Voor een fabriekseigenaar is het goedkoper om zijn overtollige arbeider te ontslaan en hem dan niet meer in leven te moeten houden. De afschaffing van de slavernij is geen menselijk goed, maar winst voor de kapitalist. Althans binnen het kapitalisme.
Historicus Williams stelde stelde dat slavernij een belangrijke bijdrage had geleverd aan het vroegkapitalisme en de industriële revolutie had gefinancierd. Vervolgens werd de slavernij door diezelfde revolutie en het daaruit ontstane industrieel kapitalisme dus overbodig gemaakt.
En vermits de economie de slaven niet meer kon gebruiken ontstond bij de goedmenenden de idee dat slavernij ethisch slecht was.
Zwarten zijn geen slaven omdat ze als minderwaardige mensen werden aanzien. Ze werden als minderwaardige mensen aanzien omdat ze economisch nodig waren als slaven. Hedendaagse racisten zijn achterlijken die het nog niet begrepen hebben.
II Hetzelfde zie je bij het feminisme.
Na de tweede wereldoorlog ontstond bij ons verontwaardiging omdat vrouwen niet het recht hadden om buitenshuis te gaan werken. Actie-groepen gingen zich inzetten voor dat recht. Toevallig echter was het tegelijkertijd ook zo dat onze economie na de tweede wereldoorlog met de wederopbouw en een tekort aan mannen wegens overleden in de oorlog, grote noden had aan nieuwe arbeidskrachten. En dus werden de vrouwen opgetrommeld om de rijken weer wat rijker te maken door hun arbeid. De feministen hadden een grote stap vooruit gezet in ethisch inzicht en de economie en de rijken vaarden er wel bij. Later werden de vrouwen dan aangevuld met “gast-arbeiders”… Vrouwen en gastarbeiders één klasse. Ook nu heeft onze economie weer nood aan een nieuwe golf van werkvolk en dus ontwikkelen de goedmenenden een ethisch inzicht dat de rechten van ieder mens beklemtoont om om het even waar in de wereld het geluk te zoeken en zo worden open grenzen een na te streven ethisch goed. Het resultaat van hun superieure goedheid zal een nieuwe groei van rijkdom voor de rijken zijn.
Neen, ik ben niet tegen de vooruitgang van de ethische inzichten. Maar een beetje realisme zou wel helpen om die nieuwe ethische inzichten menselijker vorm te geven, bijvoorbeeld door ze te laten samengaan met een strijd tegen het kapitalisme dat elke ethische vooruitgang corrumpeert.
III Is onze ethisch vooruitstrevende welvaartstaat er gekomen onder druk van goedmenenden met sociale inborst ?
Laat ons niet flauw doen: onze welvaartstaat is er gekomen omdat in die wederopbouw-economie een geweldige productie op gang kwam. Maar die productie had ook consumptie nodig en dus moesten de gewone mensen genoeg verdienen om te kunnen kopen, en ook de werklozen en gepensioneerden waren nog nodig voor de consumptie en dus kwamen er pensioenen en dopgeld… Noteer daarbij maar dat die welvaartstaat er elders in de wereld nergens gekomen is; omdat de rijken er geen nood aan hadden.
De aansprakenstaat
Ik geef toe dat ik (nog) geen sluitend idee heb over de “aansprakenstaat”.
Ik ben het eens met Clerick dat er bij die aansprakenstaat sprake is van een geperverteerd individualisme dat samen gaat met een al even geperverteerd collectivisme. Maar misschien moet hier het woord collectivisme genuanceerd worden en gaat het meer over een terugvallen op een primitief stam-denken. De antiracisten, genderisten, antivaxers, islamofielen, open grenzenpleiters… voeren inderdaad niet zo maar individueel actie: ze troepen samen, maar je kan ze moeilijk als solidaire collectieven zien. Ik zou ze meer situeren in de omgeving van de voetbalhooligans. Ze vormen hedendaagse volksstammen. Het vervelende aan die stammen is dat ze altijd een vijand nodig hebben. Onze samenleving valt uit mekaar en verwordt tot een verzameling elkaar bekampende stammen.
Neen, die stamvorming is nog niet algemeen. De meerderheid van de bevolking is nog niet in die primitiviteit terug gevallen. Maar het verschijnsel is wel belangrijk genoeg om er aandacht aan te besteden.
De essentie van het verhaal voor mij ligt er in dat we in een tijd leven waarin mensen meer en meer anderen als vijanden gaan zien. We leven in een tijd waarin mensen er nood schijnen aan te hebben om op zijn minst mentaal gewelddadig te zijn. Dat speelt op individueel vlak, maar evengoed zoeken mensen medestanders voor hun gewelddadigheid. In die zin is ook het feit dat de actievoerders hun toevlucht zoeken tot het gerecht een uiting van gewelddadigheid: ze zetten de fysieke macht van de staat (gerecht en politie) in om hun gelijk te halen en anderen te verplichten om volgens hun inzichten te handelen.
We evolueren naar een nieuw mensentype: de fatsoenlijke welmenende gewelddadige mens.
Het is duidelijk dat onze economie in een fase zit waarin ze een grote oorlog nodig heeft. Heeft ze ook dat mensentype nodig ?
Zijn we op weg naar een nieuw ethisch inzicht dat we anderen ook met geweld en oorlog het goede mogen opleggen ? Worden de mensenrechten de morele verantwoording voor de derde wereldoorlog ?