Ignis
Bisschop John Stowe: “De kerk moet politiek zijn”
John Stowe is een Amerikaan en dus zullen we hem maar vergeven dat hij Amerika een krachtige democratie vindt. Zelfs bij ons wordt die propagandistische boodschap verkondigd door mensen die doorgaan voor intelligent.
Maar ter zake heeft hij wel gelijk: sociale rechtvaardigheid ligt fundamenteel vervat in de christelijke boodschap, en dus is ze politiek. Niet partijpolitiek, maar politiek.
Natuurlijk heeft de Jezus van de evangelies nooit gesproken over sociale rechtvaardigheid, of over een sociale zekerheid, net zo min als over kapitalisme, marxisme, democratie of dictatuur.
Je kan van iemand uit zijn tijd niet verwachten dat hij dacht in termen van structuren. Structureel onrecht, structurele armoede… waren in die tijd onbekende begrippen. Ook nu nog zijn er heel wat mensen die op een of andere manier niet bekwaam zijn om in die termen te denken en blijven steken in liefdadigheid. Noteer dat ik niets heb tegen liefdadigheid. Integendeel: hoezeer ik ook wil vechten voor structurele rechtvaardigheid, daarnaast zal altijd ook liefdadigheid nodig zijn, al was het maar om de structurele rechtvaardigheid aan te vullen met menselijke nabijheid.
Als ik het in mijn blogs heb over het kapitalisme als systeem en stel dat niet de kapitalist of het kapitaal de tegenstander is, maar wel het systeem stoot ik altijd op onbegrip, zelfs bij mensen die oprecht sociaal bewogen zijn en zich antikapitalist noemen. Ik wil maar zeggen: zo simpel is het niet om structureel te denken. Dan zeker niet voor iemand van meer dan tweeduizend jaar geleden.
Soms vraag ik me af wat er zou gebeurd zijn als Jezus en Marx mekaar zouden zijn tegengekomen. Marx was een Jood; het zou dus gekund hebben.
Jezus zou zeker fundamentele elementen van het marxisme hebben verwerkt in zijn boodschap, met daarbij de inzichten van structuren als oorzaak van armoede en lijden. Als Marx dan ook nog wat diepmenselijkheid van Jezus zou overgenomen hebben, zou het marxisme zeker menselijk rijker zijn geworden. Daar heeft het nu nog wel wat werk aan.
Maar de fundamentele boodschap van Jezus is duidelijk: als ze een lamme op zijn bed voor hem brengen, zegt hij: Sta op ! Dat is een duidelijke boodschap voor de lijdenden en de armen: Sta op !
Met deze manier van voorstellen van het verhaal begeef ik me op het pad van de spiritualiteit: ik haal de concrete werkelijkheid naar het niveau van de geest, maar wie overzichtelijk nadenkt over de boodschap van Jezus kan er niet naast kijken: hij zegt tegen de arme: Sta op ! Dat is iets anders dan dat hij die lamme helpt om recht te komen… Het betekent de arme zelf tot actie wordt opgeroepen.
Dit is een van de kernideeën van de bevrijdingstheologie, het beste wat de theologie sinds het ontstaan van het christendom heeft voortgebracht. Het is ook de reden waarom de bevrijdingstheologie zo door het Vaticaan is bestreden. Het Vaticaan heeft altijd aan de kant van de rijken en machtigen gestaan. Rome als de hoer van de geschiedenis. Nu kan het Vaticaan in een bui van pseudo-christelijkheid soms wel eens rijken oproepen om goed te zijn voor de armen, en kapitalisten om hun werkvolk goed te behandelen, maar het is natuurlijk ondenkbaar dat dat werkvolk in opstand zou komen tegen die rijken.
Er zijn nog altijd mensen die in de wonderverhalen van de evangelies een argument zien om ze af te breken. Ze hebben niet begrepen dat de wonderen die Jezus deed voor hem “tekenen” waren. Ze waren manieren om zijn boodschap te verduidelijken.
Jezus genas zieken. Hij verzorgde ze niet. Hij genas ze. Hij wilde niet goed zijn voor de lijdende. Hij wilde dat die mens niet meer leed; dat die arme niet meer arm was…
En als die zieke dan genezen was zei Jezus niet: “ik heb u gered”; of “God heeft u gered”. Neen, hij zei: “uw geloof heeft u gered !”
Het hele evangelie is een oproep tot lijdenden en armen om te geloven dat in hen de kracht zit om los te komen uit lijden en armoede, om op te staan en daarin Jezus te volgen in zijn eigen opstanding uit het lijden van de kruisdood. Dat is de betekenis van de verrijzenis.
Dàt is de blijde boodschap: het kàn ! Wij kunnen het !Als we maar genoeg geloven.
En ja, toegegeven, dan kijk ik rondom mij en zie dat het niet gebeurt.
Van de rijken moeten we niets verwachten. Als ze bereid waren, zouden ze gewoon niet rijk zijn. Jezus verwachtte ook niets van de schriftgeleerden en farizeeën.
Het moet dus van de armen, de gewone mensen, zelf komen. Daar legt Marx de vinger op de wonde en brengt een inzicht dat je niet vindt in de evangelies: het kan alleen als die armen verenigd zijn.
Proletariërs, aller landen, verenigt u en sta op zoals Jezus is opgestaan !
Voor die vereniging schijnt de mensheid nog niet klaar te zijn.
Daar moet dus aan gewerkt worden.
Voor mij bestaat dat werk uit de uitbouw van solidariteit, samen met menselijke nabijheid, bij de gewone mensen en armen.
Onze sociale zekerheid als een samenwerking tussen kapitalisten en arbeiders is niet wat we nodig hebben: we hebben solidariteit nodig, enkel tussen arbeiders. Het aandeel van het kapitaal in de solidariteit, corrumpeert.
De solidariteit moet ook gericht zijn op onderlinge steun in het dagdagelijkse leven, niet enkel op strijd. Enkel die onderlinge steun leidt tot echte strijdvaardigheid. En even noodzakelijk: die solidariteit moet menselijke nabijheid inhouden. Ook die ontbreekt in onze huidige structurele solidariteit.
Jezus zag het belang van de vereniging niet. Maar dat betekent niet dat we het belang van zijn persoonlijke benadering mogen vergeten.
En zo vloeien geloof en maatschappelijke inzet voor mij naadloos in mekaar over.
Daarbij toch nog dit: het is ook duidelijk dat Jezus naast de horizontale dimensie van de bekommernis om de medemens ook altijd de verticale dimensie van de verbondenheid met God op het voorplan hield. Ik denk dat het belangrijk is om ook die verbondenheid met God levend te houden: ze is een oproep om verder te kijken dan enkel de mensheid en de menselijke kleinheid. Ze situeert de mens in het geheel van de schepping. Zo maakt ze het verplichtend karakter van de sociale strijd dwingend.
Maar dat is voer voor een andere trog.