Vakantie !
En ik durf niet meer buiten komen. Als ik de deur uitstap schreeuwt het stadsbestuur me toe dat ik veroordeeld ben om vrolijk te zijn. Geen seconde laat het me gerust. Bij elke stap hoor ik wel een of andere straatmuzikant of word ik belaagd door een terras dat altijd zegt: hier moet je zijn.
Ondertussen heb ik medelijden met de mensen die dat terras bevolken. Terrassen zijn als attracties op de kermis: het is interessanter om er naar te kijken dan om er op/in/ te zitten.
Ik amuseer me door naar mensen op terrassen te kijken. Maar dat amusement maakt me eigenlijk triest, want ik ben nog te veel mens om geen medelijden te hebben met de idioten voor wie een terrasje de hemel op aarde is.
Ik ben omringd door mensen die zich naakt voelen zonder een tas van een of andere kledingwinkel.
Wie geen tas heeft, verlekt een ijsje. Iets moet er zijn.
Het lijkt er op alsof de mensen niet zichzelf kunnen zijn zonder attribuut. Juist mét attribuut zijn ze niet zichzelf.
Het doet me denken aan de kinderen die uit de kleuterklas komen met een koningskroon op het hoofd. Even hebben ze zich een koning gewaand. Zo lopen mijn medeburgers door het stadsgedruis met hun attributen, regressief kleutergedrag van mensen die denken dat ze genieten als ze een genotskroon op het hoofd hebben gezet.
Hoe kan een mens zichzelf zijn in deze drukte ?
Al zijn zintuigen worden voortdurend belaagd door indrukken die met opzet worden afgevuurd om de commerce te doen draaien. De mensen gaan daarin mee en verlagen hun mens-zijn tot “de mens die de commerce doet draaien” en – het ergste ! – zich daar goed bij voelt.
Uit de bol gaan !
De VRT heeft de voorbije dagen meer aandacht besteed aan Werchter dan aan de oorlog in Jemen waar mensen creperen van de honger door een oorlog waarin wapens worden gebruikt, gefabriceerd door de FN Herstal, volle eigendom van de Waalse staat die verkoopt aan oorlogsmisdadigers.
In de verslaggeving komt de ene na de andere pipo verklaren dat hij/zij/het toch zo gelukkig is, en dat hij/zij/het het toch zo heeft gemist door corona.
Als je uit de bol gaan nodig hebt om gelukkig te zijn, is er iets grondig mis in je gewone leven.
Wie niet gelukkig kan zijn in zijn gewone leven is een ongelukkig mens.
Dan heb je ook de toeristen. Het toerisme is totaal verjapanniseerd. Het bestaat er in dat mensen selfies nemen voor een of andere toeristische attractie. Eigenlijk doet het er niet toe wat die attractie eigenlijk is als ze maar een selfie hebben. Toerisme is verworden tot een cultus van narcisme.
In de Sint Pieter in Rome staat in een onopvallende zijkapel de wereldberoemde Pietà van Michelangelo. Het staat op het programma en dus leidt de gids zijn volgelingen naar de aangegeven plek. De volgelingen stellen dan vast dat het beeld er staat en hop, verder naar de volgende attractie.
Wie echt vakantie wil, laat de schoonheid, de sfeer van de lijnen, de sereniteit van het gelaat, de harmonie ook in lijden… tot zich doordringen. Daarvoor moet je je tijd nemen.
Vakantie is: je tijd nemen. Niet om te nietsen, maar om door te dringen in de diepte van het leven; iets waar je in het gewone leven niet zo maar toe komt.
De diepte van het leven vraagt niet om diepe gedachten of woorden. Ze vraagt enkel stilte.
Vakantie is: wegblijven uit de drukte; op zoek gaan naar de stilte.
Een stadsbestuur dat écht begaan is met zijn mensen, creëert in de stad stilte-straten en pleinen, waar mensen enkel mogen fluisteren. Het stelt zijn kerken open.
Je moet geen gelovige zijn om de schoonheid en de stilte in een kerk te waarderen.
Maar we kunnen het niet meer. Zelfs ik ondervind het als ik een kerk binnenloop. Ik ga even zitten en neem me voor om de sfeer en de rust tot me te laten doordringen. Maar het duurt niet lang of er is iets wat me onrustig maakt. Ik begin een rondwandeling door de kerk. Zo maar zitten gaat gewoon niet.
Vakantie is: weer leren zitten in stilte.
Vakantie is: met een groepje goede vrienden hoog op de berg de ene stap voor de andere zetten zonder spreken, gewoon daar zijn op de berg omdat de berg een berg is.
Vakantie is: loskomen van de oppervlakkige genoegens die vluchtig de aandacht wegtrekken van wat er toe doet. De zucht naar oppervlakkige genoegens is een vorm van onvrijheid. Vakantie is het herwinnen van vrijheid.
In het verhaal van het aards paradijs geeft God de mens het geluk cadeau. Hij geeft de mens de aarde, de planten, de dieren als geschenk. Hij geeft Eva als geschenk aan Adam – en andersom.
Maar hij zou God niet zijn als er geen slangetje onder het gras of in een boom zou zitten.
Dat is wat het slangetje doet: het fluistert Eva en Adam in dat ze moeten eten van de boom van de kennis van geluk en ongeluk, zodat ze zelf op zoek kunnen gaan naar hun geluk. Het resultaat kennen we: Eva is geen geschenk meer maar “iets” wat Adam nodig heeft voor zijn geluk. Het Aards Paradijs wordt een aards tranendal.
Want wie het geluk zoekt, zal het niet vinden. Wie het geluk van een ander zoekt, zal het krijgen als geschenk.
Vakantie is niet op zoek gaan naar eigen geluk, maar naar geluk van anderen.
Vakantie is: anderen blij maken.
Het is: kinderen begeleiden in situaties waarin ze op allerlei vlakken kunnen groeien.
Het is: zich inzetten voor mensen die het om welke reden ook moeilijk hebben.
Vakantie is niet een tijd waarin ik even stil ben, even van schoonheid geniet, even mijn tijd neem, even versober, me even inzet voor anderen… Want het moet allemaal in mij tot eenheid komen. Het moet allemaal aan mekaar hangen. Alleen zo word ik mezelf, een heel klein beetje mens naar Gods beeld en gelijkenis.