MO*
Ouderenzorg is één van de grote uitdagingen van de komende decennia
Robert Boemen is een brave mens. Het siert hem dat hij zich zorgen maakt om ouderen.
Als ik zo begin, moet de betrokkene wantrouwig worden. Nu niet.
Want Boemen legt ook de vinger op de wonde: ouderenzorg is veel meer dan het organiseren van voldoende voorzieningen voor huisvesting, verzorging…
Bij ouderen begint iedereen altijd met de cijfers van het stijgend aantal ouderen die zorg nodig hebben en zullen nodig hebben, en met de vaststelling dat het allemaal onbetaalbaar wordt. Het gaat dan om geld. Boemen stelt een aantal zaken voor die niet méér geld kosten, en toch een verbetering zouden zijn met meer integratie van de ouderen in de samenleving.
Hij heeft gelijk.
Maar in heel het debat wordt een fundamentele fout gemaakt: de ouderen worden gezien als een aparte groep die een aparte behandeling nodig heeft.
Daarmee wordt de oudere sowieso uit de “normale” samenleving geduwd; of je zijn “rusthuis” nu binnen of buiten de stadskern bouwt en of je daar al dan niet de lokalen van de jeugdbeweging of de sportterreinen naast zet… de ouderen blijven een aparte groep. In feite zijn het slechts lapmiddelen. Ik ben er voor omdat het beter is dan de zooi die we er nu van gemaakt hebben, maar fundamenteel is het geen oplossing.
Het probleem ligt niet bij de ouderen.
Het probleem ligt bij de werkenden.
Het probleem bestaat er in dat de werkenden worden opgesloten in kantoren en fabrieken en dat de ouderen daar worden buitengesloten.
Ik hoor voortdurend mensen die op pensioen gaan, zeggen: en nu ga ik er van profiteren. Stoppen met werken is voor hen een bevrijding. Dat betekent dat er iets mis is geweest in hun werk.
Ze hebben hun werk ervaren als een last, menselijk zinloos, enkel een verplichting om te overleven met, als het kan, wat comfort.
Mensen die hun werk als zinvol ervaren hebben, verlangen niet naar hun pensioen. Ze verlangen naar werk dat aangepast is aan hun verminderende mogelijkheden, maar ze verlangen niet naar niets.
Als er iets is wat ouderen nodig hebben, dan is het werk.
En dat werk moet zich afspelen, gewoon tussen het werk van de “niet-ouderen”. In feite mag op het werk het onderscheid tussen “jonger” en “ouder” gewoon niet bestaan.
We zijn allemaal samen aan het werk, en iedereen werkt volgens zijn mogelijkheden. Dat geldt dan ook voor de jongeren die niet allemaal dezelfde mogelijkheden hebben.
En natuurlijk kan die oudere, ook met aangepast werk, niet meer zoveel uren kloppen als een jongere. En natuurlijk zal hij tijd willen voor zijn kleinkinderen. Maar met menselijk werk moet dat kunnen.
Ja, ik weet natuurlijk ook wel dat dit niet in elk werk altijd mogelijk is. Efficiëntie is nodig.
Maar in onze samenleving wordt menselijkheid opgeofferd aan efficiëntie en dat is onverantwoord.
Wie zich afvraagt hoe het komt dat onze rijke verzorgingsmaatschappij zoveel mensen met depressies, burn-outs… voortbrengt moet daar maar eens over nadenken.
De zelfmoordcijfers in onze welvaartssamenleving zijn onrustwekkend. Zelfmoord heeft bijna altijd te maken met een ervaring van zinloosheid.
Menselijkheid die wordt opgeofferd aan efficiëntie leidt tot zinloosheid.
Onze samenleving is getekend door de opgedreven ziekelijke drang naar efficiëntie.
Dààr ligt het probleem van de ouderdom.
Weet je wat raar is ?
Er zijn bijna geen zelfmoorden bij Indianen op de hoogvlakten in Latijns-Amerika, nochtans mensen die moeten wroeten om te overleven. Ik denk dat dat komt omdat die mensen nog altijd contact hebben met de natuur en vooral: dat hun werk zich afspeelt in familieverband met ouderen die zo lang mogelijk meewerken volgens hun mogelijkheden.
Ja, die efficiëntie heeft ons onze materiële welstand gebracht. Maar ze heeft ons niet gelukkiger gemaakt.
Als ik dit schrijf weet ik dat nogal wat mensen me verwijten van naïef en wereldvreemd te zijn. Wat ik zeg, is niet realistisch.
Ze kunnen zich geen andere wereld indenken dan de onze van nu. Van jongs af aan wordt het ons, ook al door ons onderwijs (denk aan de idioot Pelleriaux van het GO) ingeprent, dat het gaat om geld te verdienen, om een volle ijskast en ieder jaar minstens één groot festival; we moeten ambitie hebben, presteren…
De wereld waar ik voor pleit is inderdaad niet realistisch. Maar het zijn juist de mensen die zich niet kunnen bevrijden van het juk van het kapitalistische denken die deze wereld onmogelijk maken.
Denk vrij: zou het echt zo erg zijn als we wat minder luxe en comfort zouden hebben ?
Ik vind het verschrikkelijk dat ik mijn verwarming lager zal moeten zetten omdat de Europese leiders ons verkopen aan Biden en daardoor de gaskraan wordt dichtgedraaid. Maar dan gaat het niet om die verwarming. Ik kan perfect gelukkig zijn in een goede trui. Dan gaat het om de reden waarom.
Waarom kunnen wij niet gezamenlijk beslissen om het met minder luxe en comfort te doen, om daardoor meer als mensen samen te kunnen zijn ? Om daardoor onze ouderen mee te kunnen nemen in het “normale” leven ?
Neen, wij kunnen dat niet beslissen omdat we aan onze economie moeten denken die moet concurreren met de Duitse en godbetert het, met de Chinese.
Wij zitten in een verziekte cirkel: we moeten als gek produceren om te kunnen consumeren, en we moeten als gek consumeren om onze productie te laten renderen… We hollen als dolgedraaide ratten in een rollende ton. Die rolt alsmaar sneller omdat wij hollen en wij hollen omdat ze alsmaar sneller rolt. Naar de afgrond.
Het ergste: wij vinden dat normaal.