De eenzaamheid van de genderist

Doorbraak

Johan R. Bruynseraede

De grote genderambities van Leuven

Dat er vandaag veel problemen zijn in onze samenleving, hoef ik u niet te zeggen. Tien jaar geleden zette psychiater Dirk De Wachter ze eens op een rijtje in zijn boek Borderline Times, het einde van de normaliteit.

Het Leuvens stadsbestuur wordt gedomineerd door een coalitie van socialisten en groenen. Dat leidt altijd tot hilarische decadentie.

Aan de gendergekte van zebrapaden en staan-WC’s voor vrouwen, ga ik hier geen woorden vuil maken. Ze is van een onnozelheid die geen antwoord verdient. Alleen verziekte groenen en verwookte zich links wanenden kunnen zich met zulke onzin bezig houden. Ik kom geen mensen tegen die daar in trappen. Ik mijd ze als de pest.

En neen, ik ga er niet mee in dialoog. Voor een dialoog moet je met twee zijn en moet je weten met wie je te doen hebt. Welnu bij dat soort gendergestoorden weet je dat niet.

Stoort het je als ik stel dat ik in een gesprek wil weten of ik met een vrouw of een man te doen heb ? Ben ik als al wat oudere hetero witte man dan automatisch discriminerend ? Ga ik dan zo maar de vrouw minder gelijkwaardig behandelen ?

Welnu, ik behandel mannen en vrouwen gelijkwaardig, maar niet gelijk. Toch niet altijd en in alles. Gelijkwaardigheid is slechts mogelijk als er ongelijkheid is.

Mijn mannelijkheid is een gegeven, net zoals de vrouwelijkheid van mijn vrouw een gegeven is. We hebben ons geslacht gekregen. Het is een geschenk.

Het is dan ook misdadig om jonge mensen voor de vraag te stellen: wie of wat wil je geslachtelijk zijn. Je pakt hen een geschenk af.

Genderdebielen weigeren dat geschenk en willen zichzelf in mekaar knutselen. Dat is van een onvoorstelbare hoogmoed en arrogantie.

En, veel erger nog: het leidt tot eenzaamheid.

Genderisme stelt dat geslacht een keuze is. Wie daarmee bezig is, is intens bezig met zichzelf en dus eenzaam.

Genderkwalligen zijn eenzame mensen en daarom zie je ze samenklitten en hoor je overal spreken van, bijvoorbeeld, de homogemeenschap. Heb jij al horen spreken van de hetero-gemeenschap ?

Ondertussen zijn er clubs die jonge mensen oproepen om uit de kast te komen met de uitroep: welkom in onze gemeenschap !

Dat ze uit de kast komen is voor mij OK. Niemand zou in een kast mogen zitten. Maar die gemeenschap is ziekelijk: het is een samenklitten van eenzamen, een orgie van eenzaamheid waarbij het samenklitten een soort van ersatz-gemeenschap vormt. Je kan dat vergelijken met de cafés en “party”s” voor alleenstaanden waar de sukkelenden even een gevoel wordt opgesolferd dat ze er nog zijn, en waar die mensen als ze terug thuis komen overvallen worden door een nog veel groter gevoelen van eenzaamheid omdat ze dan beseffen dat het slechts schone schijn was.

Natuurlijk is er discriminatie. Er zijn godsdiensten en mens-opvattingen die “andersgeaarden” verketteren. En natuurlijk moet daartegen gestreden worden.

Maar willen de andersgeaarden eindelijk eens beseffen dat de strijd die zij voeren en de manier waarop ze die voeren een totaal averechts effect heeft ? Ze versterken de benedenmenselijken in hun aversie en vergroten hun agressie. Denk je nu echt dat je de jongeren in Molenbeek bekeert door homokussend op straat te gaan paraderen ?

Maar dieper denkend: De Wachter heeft het over normaliteit. Het is een belangrijk woord.

Een samenleving heeft normaliteit nodig: een overeenkomst in denken over wat normaal is.

Er is een verschil tussen normaal en speciaal. Als alles speciaal is, valt de boel uit mekaar.

Nu is het woord normaal niet eenduidig.

Je kan er de term “norm” in benadrukken. Een norm is een maatstaf of regel, een richtlijn voor handelen.

Daarom houd ik niet van het woord normaal in deze context. Neen: heterosexualiteit is geen norm, geen richtlijn voor handelen. Dat geldt evenzeer voor homoseksualiteit.

Misschien stellen we tegenover “speciaal” beter: “gewoon”. Heteroseksualiteit is geen norm, maar wel het gewone. Homoseksualiteit is dan speciaal: dat wat afwijkt van het gewone. Wat is daar op zich mis mee ?

En ja, een mens heeft de neiging om wantrouwig te staan tegenover het speciale. Soms leidt het tot grote bewondering (de wiskundige, muzikale… genieën). Soms wekt het afkeer…

De speciale mens zal dus onvermijdelijk een speciale inspanning moeten doen om aanvaard te worden.

Ik ken homo’s die ik verafschuw omwille van de puur egoïstische promiscuïteit. Ik ken homo’s die ik bewonder omdat ze een liefde beleven waar veel hetero’s lang niet aan toe zijn.

Ik wil maar zeggen dat er ook hetero’s zijn die ik verafschuw.

Homo’s moeten dus niet agressief hun plaats bevechten in de samenleving. Ze moeten op zo ’n manier speciaal zijn dat mensen van hen houden.

Alleen dan leidt het speciaal zijn niet tot een neerhalend individualisme met de daarbij horende eenzaamheid.

Ze moeten dus niet samenklitten op Pride Parades en in hun eigen cafés. Ze moeten “gewoon” tussen de gewonen zijn en daar proberen een goed mens te zijn. Als een Pride Parade echt een weerspiegeling is van de anders-geaardheid, is er iets grondig mis met die geaardheid. Ik ben er van overtuigd dat een Pride Parade geen weerspiegeling is, maar sommigen moeten er toch maar eens over nadenken.

Het genderisme cultiveert een reactie op afwijzing, maar versterkt daarmee ook de ervaring van afwijzing. Het maakt de zaak erger.

Mag en moet dan niet iedereen zichzelf zijn ? Ja, natuurlijk wel. En het is een probleem als de omgeving een mens niet toelaat om zichzelf te zijn. Maar in het genderisme wordt het zichzelf zijn tot een soort cultus, en dan wordt het ongezond.  De genderist is niet meer bezig met de afwijzing van anderen, maar met zichzelf. Mensen moeten zo weinig mogelijk bezig zijn met zichzelf. Je wordt pas jezelf door bezig te zijn met anderen.

En ja, er is dus afwijzing door anderen.

Daarbij spelen twee benaderingen.

De eerste is de strijd tegen die afwijzing. Hoe komen we er toe dat andersgeaarden niet meer door een gedeelte van de bevolking worden afgewezen ?

Bij de tweede benadering speelt een zeker pragmatisme: we weten dat die strijd voor aanvaarding niet zo maar dadelijk kan gewonnen worden.  De vraag is dan: hoe sta ik in een samenleving waarin een gedeelte van de mensen me afwijst: hoe reageer ik op de afwijzing ?

Ik heb het al gezegd: uitdagend gedrag lokt alleen maar meer afwijzing uit en bekeert niemand. 

Er zijn homo’s die indien mogelijk situaties vermijden waarin ze geconfronteerd zullen worden met afwijzing. Is dat lafheid ? Waarom zou het lafheid zijn ? Is het laf om te weigeren om een strijd aan te gaan die je niet kan winnen door te strijden ? En als ze dan toch geconfronteerd worden met afwijzing proberen ze die te negeren en zoeken een pragmatische oplossing. Ik denk dat deze pragmatisten gelijk hebben.

Daarmee zijn niet alle problemen opgelost, maar op het persoonlijk vlak wordt het leven aangenamer.

Blijft punt één: je krijgt hiermee niet dadelijk vooruitgang in de samenleving.

Die strijd moet voornamelijk gevoerd worden door ethisch bewuste “gewone” mensen. 

Laat het duidelijk zijn dat die strijd niet gemakkelijk is: we stoten hier op diepe oer-primitieve reflexen.

We kunnen proberen om ideologieën die die reflexen onderhouden en aanwakkeren de wind uit de zeilen te halen, maar het zal in ieder geval een zaak van lange adem worden. Een revolutie is niet mogelijk. En een  evolutie kan je wel bevorderen, maar niet forceren.

Misschien nog erger dan de afwijzing is de reflex van de genderisten: hun heel pleidooi om zichzelf te mogen zijn, wordt in de praktijk een weigering om zichzelf te aanvaarden. Dat komt het meest tot uiting bij de mensen die zich laten “ombouwen”: het is de ultieme beleving van: ik ben niet zoals ik wil zijn… Maar wat die ombouwing ook doet, ze kàn niet leiden tot de mens die ik had willen zijn.

Ik denk van mezelf dat ik redelijk “gewoon” ben. Maar na zoveel jaren ben ik nog altijd niet de mens die ik zou willen zijn. Ik ben zelfs niet de hetero die ik zou willen zijn. De kans is uitermate groot dat ik zal sterven voor ik die mens bereikt heb. En dat moet ik aanvaarden.

Misschien moeten de genderisten daar eens over nadenken.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *