Oikos
Zorgen voor onze groene heimat
Dàt is wat ik waardeer in Dirk Holemans: hij slaagt er in om zijn milieu- en klimaatactivisme te gronden (om in de terminologie te blijven).
En, belangrijk, hij brengt niet enkel een verhaal dat draait rond angst voor onheil, maar ook een verhaal dat wegen zoekt naar heil. Heil is dieper dan oplossing.
Of nog: het gaat bij hem niet enkel om de mens, maar om de mens als deel van een groter geheel: de natuur. Met daarbij het intrigerende besef dat het geheel meer is dan de som van de delen.
Neen, de mens is niet het centrum van de kosmos en zelfs niet van de planeet.
Het hele kapitalistische project met zijn antropocentrische inslag is een ontstellende beleving van hoogmoed. Hoogmoed leidt tot de val.
Maar de mens is niet zo maar deel van het geheel. Hij neemt een bijzondere plaats in omdat hij door de evolutie is begiftigd met de mogelijkheid om een enorme impact te hebben op “de schepping”. Die mogelijkheid geeft hem een even enorme verantwoordelijkheid.
Een economie die totaal gericht is op persoonlijke verrijking heeft een mensensoort voortgebracht die enkel bezig is met zichzelf en dus geen oog heeft voor die verantwoordelijkheid. Ook het klimaatactivisme is antropocentrisch: de mens die aan zichzelf denkt.
De mensen die in deze wereld het verloop van de geschiedenis bepalen, de machtigen, zijn juist de exponenten van deze benedenmenselijke mensensoort.
Zojuist gebruikte ik met opzet het woord “schepping” omdat ik moét verwijzen naar het bijbelse scheppingsverhaal.
Milieu-activisten vallen dat verhaal aan omdat het de mens centraal stelt in de schepping. Volgens dat verhaal mag/moet de mens heersen over… Maar ze vergeten dat het verhaal even goed de mens verantwoordelijk stelt voor die schepping. In het verhaal van Adam en Eva krijgt de mens de opdracht om de het paradijs dat de aarde is te “bewaken” en te “bewerken”. Bewaken betekent: ongeschonden bewaren. Het gaat om een tuin: een tuin bewerken gaat ook om verfraaien.
De mens heeft blijkbaar enkel het heersen uit het verhaal onthouden.
Eeuwen lang was dat niet zo cruciaal. Maar door de industriële revolutie zijn de mogelijkheden van de mens om in te grijpen in de schepping zo belangrijk geworden dat het eerste verhaal uit de bijbel – de schepping met daarbij de zondeval – leidt naar het laatste: de apocalyps.
We moeten af van een visie waarin alles rond “de mens” draait; rond de mens als soort; het antropoceen.
Het mensbeeld van het kapitalisme legt de nadruk op de mens als individu. Het gaat om het “ik”. Mijn vrijheid. Het vergeet dat er geen “ik” is zonder “wij”.
Welnu, wie de mens reduceert tot het individu kàn niet diep milieu-bewust zijn.
Hij kan inzien dat er door menselijk handelen van alles misloopt in de natuur en het milieu en inzien dat dat voor hem schadelijk is. Uit dat inzicht kan hij ijveren voor klimaatactivisme of maatregelen om de biologische diversiteit te bevorderen. Maar zijn mensbeeld kan hem niet leiden tot het diepere inzicht van de mens als deel van een geheel dat groter is dan de som van de delen en kan hem er niet toe brengen om zich in dat geheel in te passen met zijn eigen verantwoordelijkheid.
Integendeel: zijn milieu-activisme is gedoemd om te mislukken: hij blijft zitten in de modus waarin hij de boel blijft beheersen; in de hoogmoed dat hij weet hoe het moet en denkt dat hij het kan.
Alles wat ik nu rondom mij zie gebeuren vanuit klimaatactivisme zit in die sfeer. Ik vind het belachelijk. Het kàn gewoon niet lukken.
In feite komt het er op neer dat de mens nog altijd blijft zitten in de eigenlijke oorzaak van het probleem: zijn hoogmoed.
Zeg ik nu dat we dan het klimaat maar op zijn beloop moeten laten ?
Natuurlijk niet. Maar de manier waarop we nu bezig zijn met, bijvoorbeeld het CO2, zal ons niet redden. Het probleem van het CO2 zal binnen het kapitalisme natuurlijk niet opgelost geraken: er is nog te veel winst te slaan uit olie en gas, nu ook opnieuw uit steenkool. Maar fundamenteler: we verschuiven gewoon het probleem van CO2 naar de ontginning van lithium (ik zeg zo maar iets).
Wie in de technologie gelooft om het klimaatprobleem op te lossen, droomt. Technologie kan helpen om met het nieuwe klimaat te leven. Maar daar stopt het.
Het is allemaal kurieren am Symptoom.
Dan brengt Holemans verluchting.
Zijn thema over gronding en heimat is nieuw voor mij.
Alhoewel.
Ik breng graag geregeld wat tijd door in een trappistenabdij. Een van de eigenschappen van trappisten is dat ze bij hun intrede beloven om trouw te blijven aan “hun grond”. Ze zullen (tenzij om een nieuwe abdij te stichten) hun grond niet meer verlaten. Ze zullen op die grond verder leven en in die grond begraven worden.
Oude wijsheid die we terug moeten opgraven.
De grond is niet enkel van de mens. De mens is ook van de grond.
Ik heb veel en graag gereisd. Maar ik heb het ook altijd belangrijk gevonden om thuis te komen. Ik heb er geen enkel probleem mee gehad om maanden van huis te zijn. Maar altijd was er het perspectief van “terug”. Neen, dat was niet bewust zo beleefd. Ik besef het nog niet zo lang en nu nog meer door dit artikel van Holemans.
Wereldburgers ? Mensen die zich overal thuis voelen ? Van mij mogen ze bestaan. Maar als ze zichzelf als de norm zien, zijn het dwazen.
En zo sluit er zich een cirkeltje; het multiculturalisme is dwaasheid: het ontneemt mensen hun “thuisgevoelen”. Het haalt mensen weg uit hun heimat.
Boeddhisten willen contact met de grond als ze mediteren.
Met twee voeten op de grond en in het slijk staan. In het eigen slijk thuis komen.
Moeder aarde.
Het begrip heimat, de aarde als thuis… het hoort bij het mens-zijn. De huidige mens is dat aanvoelen kwijt geraakt. Hij is vervreemd van zichzelf.
Mensen gaan schuilen bij extreem-rechts omdat dat hen belooft dat ze weer thuis kunnen zijn; op eigen grond. Extreem-rechts beliegt hen, maar hun drang naar thuis is wel juist.
En als ik me thuis voel kan en wil ik gastvrij bezoekers verwelkomen bij een goed glas trappist voor een goed gesprek. Ik wil mensen in nood opvangen. Maar laat me a.u.b. mijn thuis.
Ik had het over paters trappisten. Ze brouwen. Nogal wat mensen verkiezen West-Vleteren. Daar is niets mis mee. Maar geef mij toch maar Westmalle. Mijn vader had die altijd in huis. Westmalle hoort voor mij bij thuis zijn.