Ethiek in gevechtssituaties ? Een jezuïet lult er op los.

Ignis

Jan Peters SJ.

Ethisch blijven denken in gevechtssituaties

Het is van groot belang dat officieren ook ethische afwegingen kunnen maken als er eigenlijk geen tijd voor is. Désirée Verweij doceerde 25 jaar het vak Militaire ethiek aan de officiersopleiding. “Als het kritische denken verdwijnt krijgen gedachteloosheid en onnadenkendheid vrij spel.”

Ik zeg het niet gemakkelijk van een jezuïet, maar wat Jan Peters hier presenteert is pure dwaasheid.

Hij roept mensen op om kritisch te denken, maar als het over Oekraïne gaat lult hij zelf slaafs de Amerikaanse propaganda na.

Ook de manier waarop hij de beslissingen om een oorlog te beginnen voorstelt als een politieke keuze waarbij de overheid een beslissing neemt namens de bevolking, is van een beschamend geïndoctrineerd niveau.

Vooral dat namens de bevolking is om te lachen. Maar daar wil ik hier niet verder op doorgaan.

Ok, Peters wil het vooral hebben over ethiek in concrete gevallen door individuele officieren aan het front. Je kan daar ook de zogenaamde conferentie van Genève over de behandeling van krijgsgevangenen bij betrekken. 

Welnu: vergeet daarbij ethiek. Een officier kan en mag slechts één ethisch principe hebben: de opdracht en de belangen van zijn eigen mensen. In elke militaire opleiding eindigt de les over de rechten van de krijgsgevangenen met de opmerking: “… en vergeet het nu allemaal maar. Als het er op aankomt, trekt niemand zich daar iets van aan”.

Dat sluit natuurlijk niet uit dat iedereen nog altijd eigen ethische inzichten heeft en die zo veel mogelijk probeert te beleven, ook in oorlogssituaties. Maar dat is nog iets anders dan een ethiek die als een soort van verplichting zou moeten dienen.

Oorlogsmisdaden ? Natuurlijk mogen ze niet. Je mag in oorlogstijd geen vrouwen verkrachten of mannen castreren. Maar mag je dat buiten de oorlog wél ? Er zijn geen oorlogsmisdaden. Er zijn gewoon misdaden. En dé misdaad is de oorlog zelf.

Wie lult over ethiek in oorlogstijd is gewoon bezig met misleiding: hij probeert de oorlog aanvaardbaar te maken.

Oorlog is ethisch nooit aanvaardbaar. Er bestaat geen menselijke manier om oorlog te voeren.

Ik ben ooit meegegaan met de officiële leer van de katholieke kerk die het had over de “rechtvaardige oorlog”. Welnu, die oorlog bestaat niet.

Of liever: die oorlog bestaat al zeker niet meer. Misschien is die oorlog ooit gerechtvaardigd geweest, maar nu niet meer: de mensheid is zo gegroeid in vermogen om te vernietigen dat geen enkele oorlog nog aanvaardbaar is.

Als ik dat stel, krijg ik altijd Hitler op mijn bord. Hadden we Hitler dan bezig moeten laten ?

Enkele jaren geleden zou ik misschien nog neen hebben gezegd. Als je aan de holocaust denkt, zegt iedere vezel in je lijf je dat je je daartegen moet verzetten. Maar als je na die oorlog de balans opmaakt met de miljoenen niet-Joodse doden… en de vernietiging van landen met alle miserie voor de overlevenden… Overigens hebben noch de Amerikanen, noch de Russen ook maar één Jood gered.

Ze zijn ook niet in de oorlog gestapt om Joden te redden of Europa te bevrijden van het nazisme.

De Russen kunnen bij het begin van hun oorlog nog zelfverdediging aanhalen. Voor de Amerikanen was het puur imperialisme: een middel om dominant te worden op de planeet.

Neen dus: in deze tijd is élke oorlog ethisch onaanvaardbaar. Als de oorlog zelf onethisch is, moet je ook niet afkomen met ethiek binnen die oorlog.

Het heeft niet veel zin om in de hel bezig te zijn met goed en kwaad.

Misschien moet Peters maar legeraalmoezenier worden en de soldaten die naar het front vertrekken zegenen en verzekeren dat God mét hen is ! Zijn collega aan de andere kant doet dan juist hetzelfde. Rare God die die aalmoezeniers verkondigen.

Veroordeel ik nu de gewone soldaat omdat hij soldaat is ?

Neen, natuurlijk niet.

Ik erger me dood aan de mensen die nu, ingepakt door de Amerikaanse propaganda, de Oekraïners als helden bejubelen en Poetin als de baarlijke duivel afschilderen. Maar ik kan die mensen daar niet voor veroordelen.

Je kan het zwakheid noemen. Maar niet elke zwakheid is schuldige zwakheid en een mens heeft recht op zwakheid.

Iedereen leeft ook in een bepaalde samenleving waarin bepaalde ideeën gemeengoed zijn. Je kan mensen niet verwijten dat ze in die ideeënwereld leven en handelen.

Dat geldt ook voor militairen.

Ik wil er voor ijveren dat iedereen zich bewust is van de onaanvaardbaarheid van oorlog en dus ook dat iedereen weigert om militair te worden. Maar als een leger een algemeen aanvaard gegeven is, kan ik niemand verwijten dat hij militair is.

Je kan een goed soldaat zijn zonder naar oorlog te verlangen.

En nu haal ik een jezuïetenstreek uit: als er dan toch een leger moet zijn, laat het dan a.u.b. bemand zijn door mensen die niet uit zijn op oorlog. Alle goede mensen naar het leger !

Maar ernstig: de meeste mensen proberen om “het goede” te doen. Dat lukt hen soms wat beter, soms wat minder.

Als het wat minder is, doen mensen stommiteiten, soms met zware gevolgen. Door de samenleving worden die stommiteiten misdaden genoemd, beoordeeld en bestraft. Een samenleving heeft dat nodig. Niets op tegen.

Maar het is niet omdat mensen stommiteiten of misdaden doen dat het slechte mensen zijn. 

Er lopen nogal wat slechte mensen rond die nooit misdaden plegen en nooit voor het gerecht komen. Het zijn de mensen aan de top. Denk in deze context dan maar aan de “leiders” die beslissen om oorlog te voeren.

En dus ken ik militairen voor wie ik een oneindig respect heb; die goede mensen zijn en die ook in oorlogstijd geen wreedheden of misdaden zullen begaan, los van alle gelul over zogenaamde oorlogsethiek.

Als Peters zijn volgende stap zet beschuldigt hij de Russen van oorlogsmisdaden.

Tenslotte, dit is nu eenmaal een blog op zondag: als jezuïet is het niet de taak van Peters om de oorlog aanvaardbaar te maken door wat gezever over ethiek in gevechtssituaties. En al zeker niet om de oorlog als  aanvaardbaar voor te stellen als hij maar gevoerd wordt door de goeden. Bij Peters zijn dat blijkbaar de Amerikanen.

Als jezuïet moet Peters het hebben over het gebod waarover nooit kan gediscussieerd worden: heb elkander lief, onvoorwaardelijk, tot en met de liefde voor de vijand. Een gebod, afkomstig van het/de hoogste van het/de hoogste dat/die we God noemen.

Als jezuïet moet Peters de christelijke boodschap verkondigen. En het christendom is géén ethiek of moraal. Het is geen “geheel van waarden en normen”. Er zìjn geen christelijke waarden en normen. Er is slechts één gebod: de liefde. Je kan daar waarden en normen van af leiden, maar die afleiding zal altijd gebonden zijn aan tijd en ruimte, aan culturen in bepaalde samenlevingen, ergens, vroeger en nu. Die normen en waarden vallen nooit zo maar samen met het gebod. Als jezuïet moet Peters dat gebod verkondigen als het enige wat echt telt.

Als Peters, de jezuïet, iets moet zeggen als christen aan de soldaten in het veld, dan is het: heb de vijand lief.

Maar ik geef toe: als je tegenover de nazi’s van Zelensky staat, is dat misschien toch wel moeilijk.

Sorry, ik kan het niet laten.

 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *