Kerknet
Bidden is als een gesprek …
Let op het woordje “als”.
Bidden is geen gesprek. Het is “als” een gesprek.
Ik bid niet graag, juist omwille van dat woordje “als”.
En daarbij: ik voer wel graag gesprekken, maar als een gesprek een vorm is van samen zijn, dan is in stilte samen zijn, woordeloos, de hoogste vorm van gesprek.
Daarbij heb je natuurlijk bij gebeden die beginnen met “Heer” … of “Goede God” … altijd een gevoelen van kunstmatigheid. Je kan er niet omheen: het is inbeelding. Ik beeld me in dat er iemand is.
Is er iemand ?
De beste vriend van Jezus, Johannes, had van hem geleerd: God is Liefde.
Als God Liefde is, is hij een gebeurtenis.
Is een gebeurtenis iemand ?
Zeker is dat een gebeurtenis bestaat. Als God Liefde is, bestaat hij als er Liefde is.
Neen, natuurlijk kan je God is Liefde niet zo maar omdraaien naar Liefde is God.
Maar als God Liefde is, bestaat er goddelijke Liefde. Als er goddelijke Liefde is, bestaat God.
Is dit een kringredenering ? En dan ?
Bestaat goddelijke Liefde ?
Onder mensen bestaat er sowieso geen goddelijke Liefde. Wij zijn God niet.
Uit de boodschap van Jezus kunnen we wel iets leren over de aard van die goddelijke Liefde: ze is onvoorwaardelijk.
Ik moet bekennen: ik ben er niet toe in staat. Maar ik verlang er wel naar.
Op een of andere manier is er in de evolutie van de mensheid een verlangen naar onvoorwaardelijke liefde ontstaan. Blijkbaar heeft een Jezus dat verlangen gecapteert en er zijn boodschap van gemaakt.
En op een of andere manier zijn mensen die boodschap blijven horen en is dat verlangen levend gebleven, ook al hebben de mensen die de boodschap doorgaven – de kerken – de boodschap voortdurend verraden.
Het verlangen leeft nog altijd en het wordt verwoord in de boodschap van Jezus.
De onvoorwaardelijke liefde is er misschien niet (tenzij uitzonderlijk bij buitengewoon menselijke mensen). Maar het verlangen leeft wel in de mensheid. Buitengewoon onmenselijke mensen die beslissen om oorlogen te voeren maken dat verlangen bij velen vakkundig kapot. Maar het leeft nog. Het overleeft. Het verrijst telkens opnieuw.
Misschien is dat verlangen een manier van leven van God in het hart van mensen ?
En ja, als je de gebeden bidt die Kerknet ons hier aanbiedt, is dat toch niet anders dan dat je dat verlangen tot je laat spreken, en probeer je er het gesprek mee aan te gaan.
En vermits je een gesprek aangaat, heb je iemand die je aanspreekt: Heer.
We gaan nu niet woke doen; niet feministisch beginnen over een witte Heer die eigenlijke een bruine is …
Ik bid niet graag. Het is teveel inbeelding. Ik zie mijn blog als een gebed.
Maar als Kees Waaijman bidt (feministen juich: geen sprake van een Heer !)
O Vlam van liefde levend,
ontsteek in ons
jouw liefdesvuur.
Doorstraal onze duisternis
en maak ons
vurig, en licht.
dan herken ik daarin wel dat verlangen. En ik herken het besef dat we niet tot die Liefde in staat zijn en vandaar komt het besef dat we iemand nodig hebben die het vuur ontsteekt en brandend houdt.
Zo kunnen we dan toch wel groeien in bekwaamheid en bereidheid tot de onvoorwaardelijke liefde en wordt onze beleving van die liefde, hoe onvolmaakt ook, toch een beetje deelname aan de Goddelijke liefde.
En ze wordt er ook een beetje afstraling van:
Doorstraal onze duisternis
en maak ons
vurig, en licht.
En let op het woordje “ons”.